Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
De Voorzitter van de Tweede Kamer Postbus 90801 der Staten-Generaal 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Binnenhof 1A Telefoon (070) 333 44 44 2513 AA `s-GRAVENHAGE Telefax (070) 333 40 26
Uw brief Ons kenmerk
- AVB/AIS/02 79477
Onderwerp Datum
Vragen van het lid Bussemaker (PvdA) over 7 november 2002
problematisch verzuim
Hierbij zend ik u mijn antwoord op de vragen van het lid Bussemaker (PvdA) over problematisch
verzuim (2020301710).
De Staatssecretaris van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,
(M. Rutte)
AVB/AIS/02 79477
---
Antwoord op vragen van het lid Bussemaker (PvdA)
Vraag 1
Kent u het onderzoek naar 'problematisch verzuim' dat in opdracht van het kenniscentrum voor
arbodeskundigen, en de branche-organisatie voor arbo-diensten BOA is uitgevoerd1?
Antwoord
Ja.
Vraag 2
Deelt u de conclusie dat een kwart tot een vijfde van het verzuim vermeden zou kunnen worden als
medisch-specialisten, fysiotherapeuten, psychotherapeuten en ziekenhuizen minder zouden
medicaliseren en meer het werk, of vervangend werk centraal zouden stellen?
Antwoord
In het onderzoek wordt aangegeven dat ruim 120 bedrijfsartsen die werkzaam zijn bij arbodiensten
van oordeel zijn dat het problematisch verzuim met een kwart omlaag kan als de inspanningen
van de curatieve sector beter worden afgestemd op die van de arbodiensten. Problematisch
verzuim maakt naar schatting van de bedrijfsartsen ongeveer 15 procent uit van het totale aantal
verzuimgevallen in Nederland. De belangrijkste conclusie is dat veel verzuim tegen te gaan is door
bij de aanpak minder het accent te leggen op de medische kant van het ziektegeval. Die conclusie
onderschrijf ik, evenals het belang van de afstemming tussen de arbozorg en de curatieve zorg.
Vraag 3
Is bekend in hoeveel van de gevallen van zogenaamd problematisch verzuim de oorzaak in het
werk gevonden kan worden? Om welke problemen gaat het dan? In hoeveel gevallen gaat het om
de combinatie van werk en privé en om welke problemen gaat het daarbij?
Antwoord
Volgens de in het onderzoek ondervraagde bedrijfsartsen liggen de oorzaken van problematisch
verzuim in, zoals zij dat noemen, de slechte `coping-stijl' van betrokkene (40%), stressoren in de
arbeidsorganisatie (20%), de samenloop van twee of meer aandoeningen (20%), de combinatie
werk-privé (16%) en stressoren in het zorgdomein (5%). Het onderzoek geeft geen inzicht in
specifieke problemen in het werk die leiden tot problematisch verzuim.
Vraag 4
Hoe ziet het model eruit dat BOA wil gaan gebruiken om problematisch verzuim tegen te gaan?
Antwoord
Een multidisciplinaire kenniskring van STECR2 - het reïntegratieplatform van de BOA - heeft de
werkwijzer `Aanpak Problematisch Verzuim' opgesteld. Deze werkwijzer bestaat uit een model
voor de aanpak van problematisch verzuim en geeft arboprofessionals, met name de bedrijfsartsen,
1 Onder andere Algemeen Dagblad van 8 oktober jl.
2 STECR is nader beschreven in mijn brief aan u van 15 oktober 2002 over de voortgang in de
arbokennisinfrastructuur.
AVB/AIS/02 79477
3
een handvat bij de aanpak van verzuim waarbij (gedeeltelijke) werkhervatting langer uitblijft dan
verwacht mag worden op grond van klachten, aandoeningen, behandelingen of richtlijnen. De
werkwijzers worden door STECR verspreid onder arboprofessionals en zijn openbaar
toegankelijk op www.stecr.nl.
Vraag 5
Wat vindt u van de voorstellen die BOA doet om tot betere samenwerking te komen tussen
verschillende professionals, zoals bedrijfsartsen en specialisten, en om meer aandacht te besteden
aan de werkvloer in de artsenopleiding?
Antwoord
Afstemming en samenwerking tussen verschillende professionals die betrokken zijn bij
ziekteverzuim is van groot belang voor snelle reïntegratie. Het is een goede zaak dat BOA dit
ondersteunt. Daarnaast kan de praktijkkennis die door de kenniskringen van STECR bijeen wordt
gebracht goede input leveren voor de artsenopleidingen, of in de nascholing worden betrokken.
Vraag 6
Welke taak ziet u voor uzelf weggelegd ten aanzien van het beleid om de arbeidscultuur te
verbeteren en problematisch ziekteverzuim tegen te gaan?
Antwoord
In mijn brief aan u van 15 oktober jl. over de arbokennisinfrastructuur heb ik aangegeven dat SZW
zich op diverse manieren inzet om ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid tegen te gaan, en om
vroegtijdige reïntegratie te bevorderen. Specifiek doel ik op de inspanningen die zijn gericht op
versnelde ontschotting tussen de sociale zekerheid en de curatieve gezondheidszorg. Dit is van
belang vanwege het gunstige effect van samenwerking en informatie-uitwisseling tussen
verschillende disciplines in de zorg op het vroegtijdig en effectief ingrijpen bij dreigend langdurig
verzuim.
Daarnaast zijn inspanningen beschreven die gericht zijn op de verbetering van de samenwerking
tussen de medische beroepsgroepen. Met deze en andere in de brief beschreven inspanningen
investeert het Ministerie van SZW in de kwaliteit van de arbodienstverlening en de samenwerking
tussen bij verzuim betrokken professionals, met als oogmerk vroegtijdige reïntegratie.