ERNST AND YOUNG

ERNST & YOUNG: dissertatie Nancy Kamp-Roelands

DISSERTATIE NANCY KAMP-ROELANDS RA

Consistentie ontbreekt in milieuverslagen,
raamwerk voor controle is noodzakelijk

ROTTERDAM, 10 NOVEMBER 2002 - Voor milieujaarverslagen bestaat geen helderheid over de uitgangspunten waaraan deze verslagen zouden moeten voldoen. Hierdoor heerst er onduidelijkheid bij de opsteller, de auditor en de gebruiker van het milieujaarverslag. Een eenduidig raamwerk is zowel wenselijk als noodzakelijk. Dit betoogt Nancy Kamp-Roelands RA in haar dissertatie 'Towards a framework for auditing environmental reports' waarmee ze op 15 november 2002 aan de Universiteit van Tilburg hoopt te promoveren.

Nancy Kamp-Roelands (42) is afkomstig uit Zundert en werkzaam bij Ernst & Young Directoraat Vaktechniek, afdeling Environmental and Sustainability Services. Daarnaast is ze onderzoeker bij het Koninklijke Nivra. Nancy is ook lid van de Sustainability werkgroep van de European Federation of Accountants (FEE). Dit jaar is ze voorzitter van de European Sustainability Reporting Awards. Nancy verricht al sinds 1993 onderzoek naar milieu en sustainability jaarverslagen en de controle daarvan. In 1997 ontving ze voor haar publicaties op dit gebied de Sinninghe-Damsté prijs.

In haar proefschrift wordt op basis van theorie en empirisch onderzoek een raamwerk beschreven voor de controle van milieuverslaggeving. Onderstaand treft u een samenvatting aan van haar dissertatie.

Bedrijven spelen een belangrijke rol in de maatschappij. Zij hebben daarmee ook een maatschappelijke verantwoordelijkheid. Op milieugebied wordt verwacht dat zij de negatieve effecten van hun activiteiten beheersen en waar mogelijk voorkomen. Bovendien wordt gevraagd om door middel van een milieuverslag verantwoording ad te leggen over het milieubeleid, het milieubeheer en de op dit gebied behaalde prestaties. Om de geloofwaardigheid van milieuverslagen te verhogen laat ook een toenemend aantal bedrijven dit milieuverslag controleren. De controles van milieuverslagen worden niet alleen uitgevoerd door accountants, maa

r ook door milieuconsultants en certificatie-instellingen.

In de praktijk blijkt dat er nog weinig consistentie is in de reikwijdte van de controle-opdracht, de wijze waarop deze uitgevoerd wordt en de wijze waarop de verklaring wordt geformuleerd. Het onderwerp van controle varieert. Naast (onderdelen) van het milieuverslag betreft het soms ook een evaluatie van het milieubeleid, het milieumanagement en de milieuprestaties van het bedrijf. De doelstellingen van de controle blijken slecht te worden weergegeven. Uit het oordeel in de afgegeven verklaring blijkt het echter in de meeste gevallen te gaan om de mate waarin de gegevens op een juiste (en/of volledige) wijze zijn weergegeven. Ook blijken de toetsingscriteria slechts zelden te worden geformuleerd. In de gevallen waarin dit wel gebeurt, ontbreekt eenduidigheid in de gebruikte criteria.

Dit is onduidelijk voor de gebruikers van milieuverslagen. Uit het onderzoek blijkt dat er zowel verschillen in verwachtingen zijn voor wat betreft de reikwijdte van de controle-opdracht als voor wat betreft de interpretatie van de verklaring. Bij de reikwijdte van de controle-opdracht bestaat met name onduidelijkheid over het ontdekken van milieufraude, de naleving van wet- en regelgeving en de mate waarin advies wordt gegeven over het milieuzorgsysteem. Bij de verklaring bestaat onduidelijkheid over de mate van zekerheid die wordt gegeven over het beeld dat het milieuverslag geeft van de werkelijke prestaties, over het niet voorkomen van materiële fouten en over de stoffen die emissies veroorzaken. Om de consistentie te bevorderen is in dit proefschrift een raamwerk ontwikkeld voor de controle van milieuverslaggeving. Eerst is nagegaan welke postulaten, concepten en elementen alle controles met elkaar gemeen hebben. Hiervoor is met name gebruik gemaakt van de theorie voor de controle van financiële verslaggeving. Een dergelijk algemeen raamwerk moet echter vervolgens worden toegespitst op het specifieke domein waarin het wordt toegepast.

In het proefschrift wordt ingegaan op het domein van waaruit de controle plaatsvindt, de auditor (professioneel, competent, onafhankelijk, onpartijdig en integer), het onderwerp van de controle, de controledoelstellingen, de toetsingsmiddelen en de daaraan gerelateerde indicatoren, het waarnemen (het verzamelen van controlebewijs en de methoden en technieken daarvoor), de relatie tussen de verschillende stadia van het controleproces en de communicatie (binnen het audit team en extern naar cliënten en gebruikers). Door middel van empirisch onderzoek is het raamwerk nader ingevuld worden voor de controle van milieuverslagen.

Aan auditors die actief zijn in het veld is op basis van een realistische casus gevraagd een planning voor te bereiden voor de controle van het milieuverslag. De planning van de controle is gericht op een zo effectief en efficiënt mogelijk gebruik van mensen en middelen tijdens de uitvoering van de controle. De geïdentificeerde risico's vormden een belangrijke input voor de verdere uitwerking van het raamwerk. De soort controlewerkzaamheden, die de auditors noemden uit te gaan voeren varieerde enorm. Dit bevestigt opnieuw dat het ontwikkelen van een raamwerk van belang is. De genoemde werkzaamheden vulden elkaar aan en vormen daarom eveneens een belangrijke input voor het raamwerk. De meeste procedures waren gericht op de betrouwbaarheid van het verkrijgen van de primaire milieuprestatiegegevens door middel van metingen en berekeningen. Minder nadruk lag op de betrouwbare verwerking van de gegevens.

In het proefschrift wordt ook een raamwerk gegeven voor de verklaring. Dit raamwerk is gebaseerd op de theorie gecombineerd met het identificeren van 'best practice' in 68 verklaringen in milieuverslagen in Europa. Het is belangrijk dat de auditor zodanig rapporteert dat geen onrealistische verwachtingen ontstaan. Voor de inhoud van de verklaring kunnen een aantal onderwerpen genoemd worden waarover informatie moet worden gegeven. Voor de inhoud van de verklaring gelden eisen, die aan de kwaliteit van informatie gesteld kunnen worden. Het betreffen de eisen van relevantie, begrijpelijkheid, volledigheid, vergelijkbaarheid, consistentie, getrouwe weergave, voorzichtigheid, objectiviteit en tijdigheid. Bovendien speelt de geloofwaardigheid van de auditor een belangrijke rol. Informatie in de verklaring over de onafhankelijkheid van de auditor, de competentie en de professionaliteit (bv. Referentie naar gedragscode en controlerichtlijnen) kan de geloofwaardigheid van de auditor en daarmee de waarde van zijn/haar verklaring verhogen.

Uit de verklaringen blijkt dat het controlebewijs veelal wordt verzameld door middel van het doornemen van documentatie, bezoek aan de verschillende vestigingen en interviews. In enkele gevallen blijkt dat slechts een verklaring wordt gegeven over het feit dat het milieuverslag op betrouwbare wijze is samengesteld uit de gegevens in de 'milieu'-administratie. Er wordt hiermee geen zekerheid gegeven over de betrouwbaarheid van de brongegevens. Anderzijds zijn er ook verschillende verklaringen waarbij men zich kan afvragen of de beschreven controlewerkzaamheden wel een deugdelijke grondslag vormen voor de afgegeven verklaring. De verschillende beperkingen inherent aan het verzamelen van milieugegevens en de bedrijfsspecifieke beperkingen vanwege de nog beperkte administratief organisatorische en interne controlemaatregelen komen vrijwel niet tot uitdrukking in de verklaringen.

Naast een helder geformuleerde verklaring kan de communicatiekloof tussen de gebruiker van de verklaring en de auditor ook worden voorkomen door een goede communicatie. Dit komt in de praktijk vrijwel niet voor. Dit kan gedurende de hele controle, maar lijkt in ieder geval van belang voor aanvang van de controle, te weten bij de opdrachtformulering en de keuze van de te hanteren criteria, en na afloop van de controle, te weten bij de toelichting op de afgegeven verklaring. Het is derhalve aan te bevelen het milieuverslag te presenteren in een bijeenkomst waar de verschillende gebruikersgroepen vertegenwoordigd zijn.

De controlefunctie is onderdeel van de werkzaamheden die het toezichthoudend orgaan van organisaties moet uitvoeren. Het toezichthoudend orgaan moet bij voorkeur bestaan uit afgevaardigden van stakeholders. Reeds in het verleden is besloten om de controle van verslaggeving wordt uitbesteed aan auditors die hiervoor over meer specifieke competentie beschikken. De auditor voert derhalve werkzaamheden uit die door het toezichthoudend orgaan aan hem / haar zijn gedelegeerd. Het toezichthoudend orgaan, dat de stakeholders van de organisatie vertegenwoordigt, kan derhalve gezien worden als opdrachtgever van de audit.

Voor meer informatie
Nancy Kamp-Roelands
T: 06-2908 31 88

Toby Ellson, woordvoerder
T: 06 2908 47 62
E: toby.ellson@ey.nl

11 nov 02 10:01