Ministerie van Buitenlandse Zaken

Aan de Voorzitter van de TweedeKamerderStaten-Generaal

Binnenhof4

Den Haag

Directie Noord-Afrika en Midden-Oosten

Bezuidenhoutseweg 67

Postbus 20061

2500 EB Den Haag

Datum

11 november 2002

Behandeld

Josephine Frantzen

Kenmerk

DAM-537/02

Telefoon

070 348 6445

Blad


1/3


Fax

070 348 6639

Bijlage(n)

E-Mail

Josephine.frantzen@minbuza.nl

Betreft

Veiligheidsraadresolutie Irak

Naar aanleiding van het verzoek van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken van 6 november jl., kenmerk Buza 2002/54, bericht ik u, onder verwijzing naar mijn brief van 31 oktober jl., als volgt over de nieuwe resolutie van de VN-Veiligheidsraad inzake Irak. Kopie van de desbetreffende resolutie gaat u hierbij toe.

Na acht weken intensieve onderhandelingen tussen de leden van de Veiligheidsraad en in het bijzonder tussen de P-5 is op 8 november jl. VR-resolutie 1441 inzake Irak unaniem aanvaard. De regering verwelkomt deze positieve ontwikkeling die het resultaat is van de constructieve houding in het diplomatieke overleg van de kant van de Verenigde Staten en andere leden van de VR.

De aanscherping van het inspectieregime vormt het centrale element van VR-resolutie 1441. Dit heeft ten doel dat de VN-wapeninspecteurs (het team van UNMOVIC onder leiding van de heer Blix en dat van het IAEA onder leiding van de heer El-Baradei) hun taken efficiënt, op korte termijn en zonder beperkingen kunnen uitvoeren.

Enkele aspecten die de bijzondere aandacht verdienen zijn de mogelijkheid Iraakse staatsburgers te horen, in Irak of daarbuiten, buiten aanwezigheid van Iraakse overheidswaarnemers; de onbeperkte toegang van de inspecteurs tot alle locaties inclusief, en dit in expliciete afwijking van eerdere bepalingen, presidentiële locaties; de mogelijkheid om een te inspecteren locatie te 'bevriezen' zodat daar niet veranderd of verwijderd kan worden.

Resolutie 1441 legt Irak een strikt tijdpad op. Het Iraakse regime dient binnen zeven dagen na de datum van aanvaarding van resolutie 1441 (8 november) in te stemmen met uitvoering van deze resolutie. Voorts dient Irak UNMOVIC en IAEA binnen 30 dagen een volledige en uitvoerige omschrijving voor te leggen van alle aspecten en elementen van zijn chemische, biologische en nucleaire wapens programma's evenals van het bijbehorend militair materieel en installaties.

In de nieuwe resolutie is rekening gehouden met de Franse bezwaren, waarvan ik melding maakte in mijn brief van 31 oktober jl. In resolutie 1441 wordt weliswaar vastgesteld dat Irak reeds jaren in "material breach" is van zijn verplichting de vigerende VR-resoluties uit te voeren, maar wordt tegelijkertijd gesteld dat Irak een laatste kans ("a final opportunity") krijgt om met de VN samen te werken.

Voorts komt de resolutie tegemoet aan een door Frankrijk gewenste fasering. De resolutie stelt dat zodra een verdere "material breach" door de VN-wapeninspecteurs geconstateerd en aan de VR gemeld wordt, de Raad bijeen zal komen om zich te beraden. De resolutie gaat niet in op de vraag welke maatregelen in dat geval genomen kunnen of moeten worden, en a fortiori niet op de vraag of een eventueel gebruik van geweld in een nieuwe VR-resolutie moet worden bekrachtigd. Wel wordt in herinnering gebracht dat de Veiligheidsraad Irak herhaaldelijk heeft gewaarschuwd dat het ernstige consequenties onder ogen zal moeten zien in het geval van voortdurende schending van zijn verplichtingen.

De regering beschouwt de onderhandelingen in de VR en het uiteindelijk bereikte resultaat als een duidelijk bewijs van enerzijds de bereidheid van de Verenigde Staten om het VN-spoor te volgen en van anderzijds die van de VR om zijn belangrijke rol te blijven spelen bij het verzekeren van internationale vrede en veiligheid.

De regering verwelkomt dat de Veiligheidsraad resolutie 1441 met unanimiteit heeft aanvaard. Deze unanieme steun van alle VR-leden zal de internationale druk op Irak doen toenemen om dat land ertoe te bewegen mee te werken aan de uitvoering van de vigerende resoluties, in het bijzonder de resoluties die de ontmanteling van Irak's massavernietigingswapens ten doel hebben.

Zoals reeds in mijn brief van 31 oktober jl. vermeld, hebben de uitvoerders van de wapeninspecties in oktober jl. laten weten dat een dergelijke resolutie het succes van hun werkzaamheden zal bevorderen. De heer Blix heeft na de aanvaarding van resolutie 1441 te kennen gegeven dat door de strikte bepalingen daarvan en door het feit dat deze resolutie met unanimiteit is aanvaard, de wapeninspecties en de ontmanteling van het Iraakse wapenarsenaal thans een goede kans van slagen hebben. Tevens heeft hij aangekondigd dat, wanneer Irak akkoord gaat met resolutie 1441, een "advance team" van inspecteurs reeds op 18 november naar Irak zal afreizen.

De Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties heeft Irak opgeroepen onverwijld uitvoering te geven aan resolutie 1441. Ook de Europese Unie heeft dit in een verklaring gedaan. Deelnemers aan een bijzondere bijeenkomst van de Arabische Liga in Kairo hebben er eveneens bij Irak op aangedrongen uitvoering te geven aan resolutie 1441. Sommigen spraken de verwachting uit dat Irak dit ook zal doen. De regering in Bagdad heeft echter nog geen besluit kenbaar gemaakt.

President Bush heeft in een verklaring gesproken van een "final test" voor Irak. Hij heeft de bereidheid van de VS onderstreept om in de VR te overleggen in geval van een "material breach" van Irak, maar heeft zich tevens alle vrijheid van handelen voorbehouden in geval Irak niet aan deze resolutie gevolg geeft: "If Iraq fails to comply fully, the United States and other nations will disarm Saddam Hussein".

De regering meent dat het Iraakse leiderschap thans deze laatste kans moet grijpen om zelf uitvoering te geven aan de beslissingen van de Veiligheidsraad; dit is de enige manier om op vreedzame wijze een einde te maken aan de door de VR wederom vastgestelde bedreiging van de internationale vrede en veiligheid.

De Minister van Buitenlandse Zaken

Mr. J.G. de Hoop Scheffer

===