PERSBERICHT
Dexia Bank Nederland verheugd over uitspraak Dutch Securities Institute
Vernietiging effectenleasecontract door DSI heeft geen precedentwerking
AMSTERDAM - De vernietiging van een effectenleaseovereenkomst tussen Legio en een klant betreft een bijzonder geval en heeft geen precedentwerking. Dit oordeelde de Commissie van Beroep van DSI, nadat Dexia Bank Nederland in hoger beroep was gegaan tegen een eerdere uitspraak van de Klachtencommissie van DSI op 23 april van dit jaar. Volgens de Commissie van Beroep heeft de Klachtencommissie geen oordeel gegeven over de door Legio in het algemeen gevolgde gedragslijn bij het doen van aanbiedingen aan klanten van effectenleaseproducten. De Commissie van Beroep heeft de zaak in het hoger beroep niet inhoudelijk behandeld, omdat de eerder gedane uitspraak door de Klachtencommissie van DSI geen precedentwerking heeft. De Klachtencommissie vernietigde eerder de effectenleaseovereenkomst ondermeer omdat zij van mening was dat Legio de betreffende klant onvoldoende had voorgelicht over de risico's van het effectenleaseproduct. Volgens de Commissie van Beroep berust die vernietiging door de klachtencommissie geheel op de bijzondere omstandigheden van dit geval. In de afgelopen maanden heeft de Klachtencommissie DSI in drie andere zaken geoordeeld dat klanten van Legio en Labouchere voldoende waren gewezen op de risico's van de door hen gekochte effectenleaseproducten. De Klachtencommissie meende dat voldoende duidelijk was dat het niet om spaarproducten ging. Dirk Bruneel, de toekomstige voorzitter van de Raad van Bestuur van Dexia Bank Nederland: "Wij zijn natuurlijk bijzonder tevreden met deze uitspraak. Hiermee is duidelijk geworden dat de eerdere uitspraak van de Klachtencommissie niet de ruime strekking heeft die velen daaraan hebben willen toekennen. Er kan dus niet worden gesteld dat klanten van Legio en Labouchere in het algemeen onvoldoende zijn voorgelicht over effectenleaseproducten."
Amsterdam, 12 november 2002
Raad van Bestuur Dexia Bank Nederland N.V.