B. en W.-bericht 2002- 44
Collegevergadering van dinsdag 12 november 2002
Wachtlijst breekt leerplichtambtenaren op
De wachtlijsten voor jeugdhulpverlening in de regio zijn zo groot, dat
probleemkinderen veel te lang onder de hoede blijven van
leerplichtambtenaren van de gemeente. Het gevolg is dat deze kinderen
vaak niet de hulp krijgen die ze nodig hebben. Dit schrijft het
college van B en W aan het provinciebestuur, in reactie op de
conceptnota Jeugdzorg van de provincie.
Ook uit het leerplichtverslag over het schooljaar 2001/2002, dat het
college de raad ter vaststelling aanbiedt, komt de ernst van de
wachtlijstproblematiek duidelijk naar voren. Een groot deel van de
schoolverzuimers blijft maanden, of zelfs een jaar, onder begeleiding
van de leerplichtambtenaren. Bij zo'n vijftig jongeren is het
schoolverzuim ernstig genoeg om van probleemjongeren te kunnen
spreken. Eigenlijk zijn deze jongeren aangewezen op
jeugdhulpverlening, maar door de lange wachtlijsten blijven ze te lang
beslag leggen op de bovendien beperkte capaciteit van de
leerplichtambtenaren.
Zo'n driehonderd kinderen kwamen vorig schooljaar in aanraking met
leerplichtambtenaren van de gemeente; een toename van 22% ten opzichte
van het jaar daarvoor. Achttien van de driehonderd spijbelaars kwamen
helemaal niet opdagen, de rest (282) was veelvuldig of lang zonder
goede reden afwezig. Die laatste groep verzuimde gemiddeld 31,4 dagen
(30,2 dagen in het jaar daarvoor). Om het spijbelen beter te kunnen
aanpakken, is de afgelopen jaren gewerkt aan een uitgebreid vangnet
voor afwezige jongeren. Daarin werkt de gemeente samen met onder
andere scholen, jeugdzorg, politie en wijkwelzijn.
---
Herverdeling budget spelen voor beter maatwerk
Het jaarlijkse bedrag van ruim 641.000 euro dat is gereserveerd voor
het beheer en onderhoud van speelplekken en speeltoestellen, wordt de
volgende vijf jaar op een andere manier verdeeld onder de stadsdelen.
Tot nog toe werd het geld evenredig verdeeld over het aantal
speelplekken. Het college van B en W is nu akkoord gegaan met een
voorstel om het geld voortaan te verdelen op basis van het aantal
kinderen per leeftijdscategorie in de betreffende buurt of wijk.
Daarbij wordt een indeling gemaakt in drie leeftijdscategorieën: 0 tot
en met 6 jaar, 7 tot en met 12 jaar en 13 tot en met 18 jaar.
Landelijk gezien wordt een richtbedrag gehanteerd van ongeveer 20 euro
per kind voor het onderhoud en beheer van speeltoestellen. Na
invoering van de nieuwe verdeelsleutel wordt in Enschede 19,76 euro
per kind uitgegeven.
De verdeling naar aantal kinderen per categorie per wijk maakt beter
maatwerk in de wijken mogelijk, omdat elke leeftijdscategorie
specifieke speelwensen heeft. Per wijk wordt het geld verdeeld op
basis van kwaliteitsvoorwaarden, verwoord in een zogenaamde
streefbeeldenkaart. Deze streefbeeldenkaart geeft aan waar de bewoners
(kinderen en ouders) naar streven en is gebaseerd op een analyse van
de wijk, opmerkingen van bewoners en plannen van de gemeente.
Met de nieuwe opzet, die beschreven staat in de door B en W
vastgestelde notitie Integraal Meerjarenplan Spelen, is al positieve
ervaring opgedaan in stadsdeel West. In het proefproject daar was het
stadsdeelmanagement verantwoordelijk voor het beleid en het
stadsdeelbeheer voor onderhoud en vervanging. Ook die opzet wordt nu
doorgetrokken naar alle stadsdelen.