Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Verwijsfunctie voor bedrijfsarts

Geregistreerde bedrijfsartsen krijgen een verwijsfunctie voor arbeidsrelevante aandoeningen. Dit schrijven de staatssecretarissen Ross-Van Dorp en Rutte van respectievelijk Volksgezondheid, Welzijn en Sport en Sociale Zaken en Werkgelegenheid vandaag in een brief aan de Tweede Kamer. De bewindspersonen vinden dat de zorg voor mensen met gezondheidsklachten die zijn veroorzaakt door het werk of het werk beïnvloeden beter kan. Bedrijfsartsen mogen hierbij een veel nadrukkelijkere rol spelen dan zij tot nu toe hebben kunnen doen. Staatssecretaris Ross-Van Dorp wil op een zo kort mogelijke termijn realiseren dat bedrijfsartsen werknemers zo snel mogelijk rechtstreeks kunnen doorsturen naar de reguliere zorg. VWS wil de verwijsfunctie medio 2003 wettelijk vastleggen.

De verwijzing is bedoeld voor diagnostiek en/of behandeling binnen de reguliere curatieve en geestelijke gezondheidszorg. Ook de behandelingen op basis van een verwijzing door een bedrijfsarts kunnen voor een vergoeding in aanmerking komen van de Ziekenfondswet of de AWBZ. De betreffende werknemer beslist zelf of hij doorverwezen wil worden door een bedrijfsarts. Bij een dergelijke verwijzing moet de bedrijfsarts de huisarts op de hoogte stellen.

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

De Voorzitter van de Tweede
Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag

Ons kenmerk Inlichtingen bij Doorkiesnummer Den Haag POG/OGZ-2323003 18 november 2002 Onderwerp Bijlage(n)
Uw brief Verwijsfunctie bedrijfsarts 1

Bij brief van 12 juli 2001 (kenmerk GZB/CO/2.194) heeft de toenmalige Minister van Volks- gezondheid, Welzijn en Sport, mede namens de vorige staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, de heer Hoogervorst, laten weten dat bedrijfsartsen op termijn zelf moe- ten kunnen verwijzen voor diagnostiek en/of behandeling van arbeidsrelevante aandoe- ningen. Samen met staatssecretaris Rutte van SZW deel ik nog steeds deze opvatting. De zorg voor mensen met gezondheidsklachten door of met effect op het werk kan beter. Ik vind dat bedrijfsartsen hierbij een veel nadrukkelijker rol mogen spelen, dan zij tot nu toe hebben kunnen doen. Ik wil er daarom voor zorgen dat geregistreerde bedrijfsartsen op korte termijn al werknemers rechtstreeks kunnen verwijzen naar de reguliere zorg. Het gaat hier om verwijzing voor diagnostiek en/of behandeling binnen de reguliere curatieve en geeste- lijke gezondheidszorg. Dit houdt in dat behandelingen op basis van een verwijzing door een bedrijfsarts - net als op basis van verwijzing door de huisarts - voor vergoeding ten laste van de Ziekenfondswet of de AWBZ in aanmerking komen. Een verwijsfunctie voor bedrijfs- artsen heeft gevolgen voor de huisartsenzorg. In januari 2003 zal een totaalpakket aan ini- tiatieven - waaronder de verwijsfunctie - aan u worden voorgelegd om de continuïteit van de huisartsenzorg duurzaam te verbeteren.

Onderzoek gevolgen verwijsfunctie

In de 2e helft van 2001 hebben gesprekken plaatsgevonden met de Landelijke Huisartsen Vereniging (LHV), de Nederlandse Vereniging voor Arbeids- en Bedrijfsgeneeskunde (NVAB), de Koninklijke Nederlandse Maatschappij voor Geneeskunde (KNMG), de Vereniging VNO- NCW, de FNV namens de vakbonden, de Brancheorganisatie Arbo-diensten, het College voor Zorgverzekeringen (CVZ) en Zorgverzekeraars Nederland (ZN) over een verwijsfunctie voor bedrijfsartsen.

Postbus 20350 Bezoekadres: Correspondentie uitsluitend Internetadres: 2500 EJ DEN HAAG Parnassusplein 5 richten aan het postadres www.minvws.nl Telefoon (070) 340 79 11 2511 VX DEN HAAG met vermelding van de Fax (070) 340 78 34 datum en het kenmerk van deze brief.

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Blad
2
POG/OGZ-2323003

Daarbij bleek dat partijen positief of onder bepaalde voorwaarden hierover wilden mee- denken. Op basis van de gesprekken is begin 2002 een project gestart om na te gaan op welke wijze een verwijsfunctie voor bedrijfsartsen vorm zou moeten krijgen, zodat werkne- mers met arbeidsgerelateerde aandoeningen snel en doelmatig verwezen worden voor diag- nose en behandeling. Op verzoek van het Ministerie van VWS heeft het CVZ in de eerste helft van 2002 een uitvoeringstoets op een mogelijke verwijsfunctie uitgevoerd. Het CVZ heeft op donderdag 26 september 2002 zijn definitieve rapport over de verwijsfunctie voor bedrijfsartsen uitgebracht (bijlage 1). In dit rapport stelt het CVZ voor de verwijsfunctie op experimentele basis landelijk te introduceren. Daarbij zou de verwijsfunctie - aldus het CVZ - in eerste instantie beperkt moeten worden tot die terreinen waarover binnen de arbeids- en bedrijfsgeneeskunde richtlijnen en protocollen bestaan. Het CVZ vraagt hierbij aandacht voor verdere ontwikkeling van de kennis en kunde van de bedrijfsarts en voor gestandaardiseerde communicatie tussen bedrijfsarts en huisarts rondom de verwijzing. Verder stelt het CVZ voor de gevolgen van de formele verwijsbevoegdheid van de bedrijfsarts ten aanzien van de beoogde doelen te evalueren. In deze brief geef ik mijn reactie op de aanbevelingen van het CVZ. Tevens geef ik aan welke voornemens ik heb met betrekking tot een verwijsfunctie voor bedrijfsartsen.

Reactie op uitvoeringstoets

Procesbegeleiding

Het CVZ stelt voor een organisatie, partij of persoon, te benoemen die het proces van invoe- ren gaat begeleiden.
Het invoeren van een formele verwijsfunctie voor bedrijfsartsen vraagt uiteraard om een zorgvuldige procesbegeleiding. De departementen VWS en SZW zullen -naast het aanpassen van de benodigde regelgeving- deze invoering begeleiden. Verder heb ik hiertoe inmiddels - onder voorzitterschap van VWS- een externe klankbordgroep samengesteld, die als rol heeft het invoeren van de verwijsfunctie kritisch te volgen, expertise en ervaring te leveren uit de praktijk, te adviseren over het vervolg op de uitvoeringstoets en deze te bezien op conse- quenties voor de eigen praktijk. Ik zal het CVZ vragen de verwijsfunctie in te voeren con- form deze brief.

Reikwijdte verwijsfunctie
Het CVZ stelt voor de verwijsfunctie voorlopig te beperken voor de eerste verwijzing en tot die terreinen waarover binnen de arbeids- en bedrijfsgeneeskunde richtlijnen en protocollen bestaan. Indien deze verwijzing de start zou zijn van een diagnose/behandeltraject moet
-aldus het CVZ- de huisarts de verantwoordelijkheid weer overnemen. Een externe organisa- tie zou -volgens het CVZ- kunnen vaststellen voor welke verwijsgebieden er inmiddels ade- quate richtlijnen zijn om het landelijk experiment te kunnen continueren. Een splitsing in eerste verwijzing en vervolgverwijzingen acht ik geen efficiënte manier van zorgverlening. Dit doet naar mijn mening geen recht aan de specifieke kennis en ervaring van bedrijfsartsen op het terrein van arbeid en gezondheid. Verder vind ik de administratieve belasting van betrokken verwijzers niet opwegen tegen de voordelen hiervan. En tenslotte wordt bij een dergelijke procedure de wachttijd voor de zieke werknemer onnodig verlengd. Vooralsnog zal ik daarom geen onderscheid maken in eerste verwijzingen en vervolgverwij- zingen. Ik ga er verder vanuit dat de beroepsgroep zich ten volle bewust is van het feit dat

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Blad
3
POG/OGZ-2323003

zij - net als iedere andere beroepsgroep - continu moet investeren in het verbeteren van de kwaliteit van handelen.

Ik wil kwaliteitscontrole van deze beroepsgroep zoveel mogelijk laten aansluiten op de sy- stemen die bij andere zorgverleners gehanteerd worden. Vooralsnog wil ik daarom geen be- perkingen of voorwaarden stellen aan de reikwijdte van de verwijsfunctie.

Kennis en kunde bedrijfsarts
Het CVZ vindt het van belang te investeren in de kennis en kunde van de bedrijfsarts. Het CVZ noemt hierbij het opnemen van `het verwijzen' in de opleiding, en de bij- en nascholing van de bedrijfsarts, het (financieel) stimuleren van het richtlijnenbureau bedrijfsartsen en het toetsen van richtlijnen, standaarden en protocollen op tegenstrijdigheden. De Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) zal -aldus het CVZ- bijzondere aandacht moeten geven aan toe- zicht op de bedrijfsgeneeskunde.
Ik vind dat bedrijfsartsen op basis van hun huidige kennis en ervaring reeds kunnen gaan verwijzen. Bedrijfsartsen verwijzen nu ook al naar de 2e lijns-arbozorg. Zij hebben op dit ge- bied dus al de nodige praktische kennis en deskundigheid opgebouwd. Natuurlijk zal de be- roepsgroep hieraan aandacht moeten besteden in de opleidingstrajecten. De Nederlandse Vereniging voor Arbeids- en Bedrijfsgeneeskunde (NVAB) heeft in 2002 het actieplan `De bedrijfsarts: deskundig en onafhankelijk' opgesteld om te komen tot verdere professiona- lisering van de bedrijfsarts. De Ministeries van SZW en VWS financieren tot medio 2003 gezamenlijk het richtlijnenbureau van de NVAB. Staatssecretaris Rutte en ik zijn voornemens deze financiering tijdelijk te verlengen, bij wijze van aanloop tot verdere zelfregulatie, onder voorwaarde dat de NVAB zich ervoor inzet dat het richtlijnenbureau zich de komende tijd verder professioneel ontwikkelt. Op termijn zijn de beroepsgroepen echter zelf (ook finan- cieel) verantwoordelijk voor het ontwikkelen van richtlijnen. De Ministeries van SZW, VWS en de IGZ gaan na welke rol de IGZ -mede in het licht en de bedoelingen van de Kwaliteits- wet Zorginstellingen- kan spelen bij het toezicht op het medisch handelen van de bedrijfs- arts.

Communicatie tussen bedrijfsarts en huisarts

Het CVZ stelt voor de communicatie tussen de bedrijfsarts en de huisarts rondom de verwij- zing te standaardiseren via een standaard verwijsbrief en de leidraad voor samenwerking huisarts en bedrijfsarts te implementeren.
Ik onderschrijf dat de communicatie tussen de betrokken zorgverleners uitermate belangrijk is, zodat de zieke werknemer snel, effectief en doelmatig begeleid en behandeld wordt. De NVAB zal samen met de Landelijke Huisartsen Vereniging eind van dit jaar met een plan van aanpak komen om de noodzakelijke communicatie tussen huisartsen en bedrijfsartsen te ver- beteren.

Benodigde aanpassing van regelgeving

Het CVZ constateert, dat de verwijsbepalingen in de Ziekenfondswet en de AWBZ regelge- ving zullen moeten worden aangepast. Het gaat hierbij om aanpassingen in het verstrek- kingenbesluit ziekenfondsverzekering (amvb) en de lagere regelgeving op grond van de AWBZ.

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Blad
4
POG/OGZ-2323003

Ik verwacht dat de nodige aanpassingen van de huidige regelgeving circa een half jaar in beslag zullen nemen. Vervolgens zullen verzekeraars op basis van deze aanpassingen af- spraken maken met bedrijfsartsen en/of Arbo-diensten.

Evaluatie invoering verwijsfunctie

Het CVZ stelt voor de gevolgen van de formele verwijsbevoegdheid van de bedrijfsarts ten aanzien van de beoogde doelen te evalueren.
Het is uiteraard van belang de gevolgen van deze verwijsfunctie goed te volgen vanuit het perspectief van patiënten/verzekerden, zorgverleners en werkgevers. De positieve en nega- tieve ervaringen in de praktijk kunnen bruikbare informatie opleveren. Ik zal het CVZ vragen de invoering te evalueren en daarbij praktijkervaringen en mogelijke klachten over knel- punten te betrekken.

Versterken positie bedrijfsgeneeskunde
Het CVZ constateert in haar uitvoeringstoets dat bedrijfsartsen in een kwetsbare positie ver- keren ten opzichte van werkgever en zorgverzekeraar. Daarom stelt het CVZ voor de be- drijfsarts meer in het domein van de gezondheidszorg te betrekken. Ook stelt het CVZ dat bepaalde vormen van arbozorg mogelijk in het verzekerde pakket opgenomen kunnen wor- den. Tenslotte beveelt het CVZ aan vervolgstappen te nemen op het advies van de Raad voor Gezondheidsonderzoek (RGO) dat eind 2002 zal worden afgerond over het onderzoek en de wetenschappelijke infrastructuur voor de bedrijfsgeneeskunde. Doel van dit advies is om meer wetenschappelijk onderbouwde kennis op het gebied van arbeidsrelevante aandoe- ningen te genereren, die bij verbinding aan de praktijk ten goede komt aan de professiona- liteit van bedrijfsartsen.
De positionering van de bedrijfsarts vind ik nader onderzoek waard. Ik zal met Staatssecre- taris Rutte nagaan op welke wijze controle op de Wet BIG, controle vanuit de IGZ op het medisch handelen van bedrijfsartsen en op Arbo-diensten en het onderbrengen van Arbo- diensten onder de kwaliteitswet Zorginstellingen kan plaatsvinden. De vraag of arbeidsgere- lateerde zorg ook binnen de reguliere zorgverlening kan worden gerealiseerd, zal onderdeel moeten zijn van het evalueren van de gevolgen van de verwijsfunctie. Ik vind -evenals Staatssecretaris Rutte- het versterken van de wetenschappelijke infrastructuur voor bedrijfs- geneeskunde belangrijk en we zullen samen met het Ministerie van OC&W nagaan op welke wijze we een goed vervolg kunnen geven aan bovengenoemd advies van de Raad voor Ge- zondheidsonderzoek.
Conclusie standpunt verwijsfunctie bedrijfsartsen Ik wil samen met staatssecretaris Rutte bedrijfsartsen zo snel mogelijk de mogelijkheid ge- ven werknemers rechtstreeks te verwijzen naar de reguliere zorg. Het gaat hier om verwij- zing voor diagnostiek en/of behandeling binnen de reguliere curatieve en geestelijke gezond- heidszorg. De betreffende werknemer heeft hierbij uiteraard een beslissende stem. En na- tuurlijk moet de huisarts geïnformeerd worden over verwijzingen van patiënten. Met boven- staande kanttekeningen neem ik het advies van het CVZ over om bedrijfsartsen meer be- voegdheden bij verwijzingen te geven. De komende periode zullen de Ministeries van VWS en SZW samen met de betrokken beroepsgroepen investeren in de aanbevelingen die het CVZ hierbij doet. De NVAB en de LHV hebben inmiddels enkele werkafspraken gemaakt. Het Ministerie van VWS zal de komende tijd voorbereidingen treffen om wettelijk te realise- ren, dat bedrijfsartsen zieke werknemers rechtstreeks kunnen verwijzen naar AWBZ- en

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Blad
5
POG/OGZ-2323003
Ziekenfondswet-verzekerde zorg. Ik verwacht dat de hiervoor noodzakelijke wettelijke be- palingen medio 2003 zijn aangepast. De gevolgen van een verwijsfunctie voor bedrijfsartsen zullen we nauwlettend volgen.

Een verwijsfunctie voor bedrijfsartsen zal naar onze overtuiging een bijdrage leveren aan het beperken van de instroom in de WAO en het terugdringen van de wachttijden in de zorg. Ik verwacht dat een verwijsfunctie voor bedrijfsartsen ertoe leidt dat de reguliere zorg meer aandacht krijgt voor de invloed van het werk bij het ontstaan en/of behandelen van aandoe- ningen. Ik denk dat ik hiermee een ontwikkeling in gang zet waar op termijn alle partijen - werknemers, werkgevers, bedrijfsartsen, huisartsen, specialisten en andere zorgverleners - baat bij hebben. Want uiteindelijk hebben we toch hetzelfde doel: een snelle, effectieve en doelmatige begeleiding en behandeling van zieke werknemers.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,

drs. Clémence Ross-van Dorp