Voortgangsbrief distributie medicinale cannabis
Via deze brief informeert de staatssecretaris de Kamer over de
voortgang van de voorbereidingen voor de distributie aan apotheken van
cannabis als grondstof voor receptgeneesmiddelen.
Voortgangsbrief distributie medicinale cannabis 1. Voortgangsbrief
distributie medicinale cannabis
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
De Voorzitter van de Tweede
Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag
Ons kenmerk Inlichtingen bij Doorkiesnummer Den Haag
GMT/BMC-327744 18 november 2002
Onderwerp Bijlage(n)
Uw
brief
Voortgangsbrief distributie medicinale
cannabis
Hierbij informeer ik u omtrent de voortgang van de voorbereidingen voor de distributie aan
apotheken van cannabis als grondstof voor receptgeneesmiddelen. Tot deze distributie heeft
het vorige kabinet besloten. Bij de behandeling van de Wet tot wijziging van de Opiumwet
(kamerstukken 27874) heeft uw Kamer verzocht om geïnformeerd te worden over de voort-
gang.
Kort voor het zomerreces is de hierboven genoemde wet door de Eerste Kamer aanvaard.
Het ligt in het voornemen de wijziging omstreeks de jaarwisseling in werking te laten treden.
Daarmee is dan de opdracht aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport vastge-
legd om zorg te dragen voor de beschikbaarheid van cannabis voor onderzoek en genees-
kundige toepassing. Het monopolie van de staat hierop is dan ook wettelijk gewaarborgd.
Zoals bekend wordt dit monopolie in het internationale recht geëist van een staat die de
teelt van cannabis toelaat. Door wijziging van de lagere regelgeving wordt het voor artsen
en apothekers mogelijk om cannabis voor te schrijven en af te leveren zodra het middel uit
legale bron beschikbaar is. Het streven is dat het Bureau voor Medicinale Cannabis (BMC)
van mijn ministerie medio 2003 begint met de distributie aan apotheken.
Het is hierbij de bedoeling dat zoveel mogelijk taken worden uitbesteed aan daarvoor toege-
ruste bedrijven. Zo zal de distributie en facturatie worden uitbesteed aan een logistiek
dienstverlener, waardoor een regelmatige en snelle aanvoer naar de apotheken kan worden
gegarandeerd, op de wijze die gebruikelijk is in de geneesmiddelensector. Slechts een be-
perkt aantal niet-uitbesteedbare taken zal door BMC zelf worden uitgevoerd. Hierdoor kan
BMC als organisatie beperkt blijven tot een klein bureau. Dit bureau zal worden onderge-
bracht bij het Centraal Informatiepunt Beroepen Gezondheidszorg (CIBG) van mijn ministerie.
Naast het feit dat het CIBG reeds veel uitvoerende taken heeft, waarin ook deze taak goed
past, is de beoogde agentschapstatus van het CIBG een belangrijke overweging. Het voeren
van een boekhouding op basis van een baten-lastenstelsel is immers een belangrijke voor-
waarde voor een organisatieonderdeel dat voorraden aanhoudt en voorzieningen moet aan-
leggen ter dekking van handelsrisico's.
Postbus 20350 Bezoekadres: Correspondentie uitsluitend Internetadres:
2500 EJ DEN HAAG Parnassusplein 5 richten aan het postadres www.minvws.nl
Telefoon (070) 340 79 11 2511 VX DEN HAAG met vermelding van de
Fax (070) 340 78 34 datum en het kenmerk van
deze brief.
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Blad
2
Kenmerk
GMT/BMC-327744
Zonder een baten-lastenstelsel is het moeilijk om deze activiteit van het Bureau te bekos-
tigen zonder steeds weer een beroep op de begroting te moeten doen.
Door BMC wordt momenteel gewerkt aan het contracteren van telers, een verpakker, een
logistiek dienstverlener en een laboratorium. De contracten worden gesloten op offertebasis,
waarbij BMC bij het verzoek om offertes door middel van een programma van eisen en een
modelcontract laat zien wat van de potentiële contractant verwacht wordt. Het sluiten van
contracten met telers heeft hierbij voorrang, omdat zij vooraan in het productieproces zitten
en met de teelt enige maanden gemoeid is. Momenteel worden de van telers ontvangen of-
fertes door het Bureau beoordeeld. Tevens wordt gewerkt aan de offerteaanvragen voor de
overige activiteiten.
Daarnaast werkt het BMC aan het opstellen van een groot aantal kwaliteitsdocumenten,
waaronder productspecificaties. Het is mijn intentie dat de producten van BMC betrouwbare
producten zijn die voldoen aan de eisen die aan een farmaceutische grondstof gesteld moe-
ten worden. Ik streef er daarbij naar om te voldoen aan de criteria van "betrouwbare grond-
stofleverancier" zoals beschreven door de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuisapothekers
(NVZA).
Het RIVM zal een monografie opstellen waarin de kwaliteitseisen die aan de medicinale can-
nabis worden gesteld worden vastgelegd, alsmede de toe te passen onderzoeksmethodes en
enkele andere kwaliteitsaspecten. In deze monografie zal worden vastgelegd op welke wijze
de door de telers aan te leveren cannabis zal worden onderzocht alvorens zij voor aflevering
wordt vrijgegeven.
Met de KNMP zal in overleg worden getreden over de voorlichting die apothekers geven bij
het afleveren. Voorts zal aan artsen en apothekers en het publiek via vaktijdschriften en de
huisorganen van patiëntenorganisaties informatie worden gegeven over de situaties waarbij
het gebruik van cannabis mogelijk zinvol is en in welke situaties dat niet het geval is. Gelet
op de stand van de wetenschap is een terughoudende opstelling daarbij gewenst. Ook zal
worden getracht om bij de aanvang van de distributie duidelijkheid te geven over de vraag of
het middel voor vergoeding in aanmerking komt.
Momenteel wordt nog onderzocht of het zinvol is om na de start van de distributie te moni-
toren op welke wijze het middel wordt gebruikt. Afhankelijk van de daaruit te verwachten
kennis en de kosten die aan het monitoren zijn verbonden zal hiertoe worden besloten.
De International Narcotics Control Board van de Verenigde Naties heb ik rond eind oktober
uitgebreid schriftelijk geïnformeerd over de voornemens. Naar verluidt zal de Board de plan-
nen bespreken in zijn vergadering van november. Het ligt in het voornemen om ook de We-
reldgezondheidsorganisatie te informeren, omdat deze organisatie een adviserende rol heeft
ten opzichte van de INCB.
De Staatssecretaris van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,
drs. Clémence Ross-van Dorp