Ingezonden persbericht

PERSBERICHT

Kop: Een loket voor plannen van recreatieve ondernemers

Hoeksche Waard - Ondernemers die zich begeven op de terreinen van toerisme en recreatie kunnen binnenkort met hun plannen terecht bij één aanmeldpunt van de zes Hoeksche Waardse gemeenten. Bij dit loket moet heel snel duidelijk worden wat de mogelijkheden zijn. Met als resultaat dat voortvarend kan worden beslist over realisatie van de plannen. Zowel de plaatselijke overheden als de ondernemers hebben behoefte aan een betere samenwerking

De Strijense wethouder Gert Jan Buitendijk (CDA) onderzoekt waar het meldpunt moet komen en hoe de plannen effectief kunnen worden geïnventariseerd. Op korte termijn zal hiervoor een voorstel gedaan worden. Hij zegde dit toe tijdens een discussieavond over de wensen en behoeften van Hoeksche Waardse ondernemers met politici en ambtenaren in De Vijf Schelpen in Mijnsheerenland.

De avond was belegd omdat de ondernemers vonden dat hun stem onvoldoende doorklinkt in de door het project Ruimtelijke Inrichting Hoeksche Waard (RIHW) gepresenteerde regionale toeristisch-recreatieve visie. De visie is gezamenlijk ontwikkeld door de gemeenten, provincie Zuid-Holland, waterschap De Groote Waard en regio Zuid-Holland Zuid.

Tijdens de discussie avond werden tevens de uitkomsten gepresenteerd van een verkenning onder de ondernemers, die was uitgevoerd door de VVV Zuid-Holland Zuid, waaruit blijkt dat er veel plannen zijn, maar dat er tegelijkertijd weinig mogelijkheden worden gezien om extra te investeren. De regionale recreatieve visie met de titel "De Hoeksche Waard om te beleven" is tevens vastgesteld door de Provincie Zuid-Holland. Echter, in de huidige bestemmingsplannen wordt geen rekening gehouden met ontwikkelingen op toeristisch-recreatief gebied. In een komend streekplan zal de visie dan ook gerealiseerd worden. De inzet van de Hoeksche Waard is om alle kansen optimaal te benutten.

Wethouder Buitendijk was de eerste inleider. Zijn stelling was dat de regionale visie voldoende kansen biedt en dat een goede inventarisatie zal leiden tot snelle en goede besluitvorming. Bij de eerste discussieronde bleek het vertrouwen daarover niet groot onder de ondernemers, die eerst stoom wilden afblazen. Zij wezen vooral op ambtelijke en bestuurlijke onkunde met betrekking tot het ondernemen, verschillen in opvatting tussen de gemeenten, weinig kennis van zaken over het onderwerp bij ambtelijke en bestuurlijke gesprekspartners. De ondernemers presenteerden tevens een lange reeks van voorbeelden waarin plannen waren vastgelopen of stukgegaan en legden de schuld daarvoor bij de overheid.

Dees Hermans, rentmeester van de Ambachtsheerlijkheid Cromstrijen, presenteerde in zijn inleiding de mislukking van de glastuinbouw op zijn grond, de jammerlijke wijze waarop het plan Molenpolder in Cromstrijen is fout gegaan en de sores rond de afgeblazen verhuizing van TNO naar de Hoeksche Waard. Hij sloot zijn betoog over de onbetrouwbare overheid af met één positief voorbeeld, waar wel lang over is gedaan; de succesvolle realisatie van twee aantrekkelijke jachthavens met potentie in Numansdorp.

Matthijs Tak uit Nieuw-Beijerland vertelde over zijn plan voor het landgoed Doelwijck in de buurtschap Zuidzijde, met gebruikmaking van de kreek die door zijn land loopt. Hij wees het gezelschap erop dat er altijd veranderingen zullen zijn waarmee je pragmatisch moet omgaan. De discussie over de landgoederen dreigde de avond te overheersen, mede doordat het een interessant, maar relatief onbekend fenomeen is waaraan veel onduidelijkheden kleven. Zo zijn er geen toetsingscriteria en zijn geen twee landgoederen hetzelfde, wat de besluitvorming kennelijk bemoeilijkt. Wethouder Molendijk (Korendijk) meldde dat er bij de RIHW inmiddels een ontwerp-notitie ligt over dit onderwerp.

Rode draad tijdens de discussieavond, waarop de verwijtende sfeer langzaam maar zeker veranderde in een constructieve, was dat ondernemers voortdurend tegen verschillende procedures en regelgeving oplopen. Hun onbehagen daarover wordt gevoed doordat ondernemers en gemeenten op verschillende manieren denken. Zoals Dees Hermans zei: "Een ondernemer kan het zich niet veroorloven zo te werken als gemeenten doen". Waarop wethouder Jan Cees Hage repliceerde met een betoog dat samengevat neerkwam op de bewering dat de gemeenten het gemeenschappelijk belang vertegenwoordigen en een ondernemer alleen het belang van de eigen onderneming.

Hoeksche Waard, 19 november 2002