Partij van de Arbeid

PERSBERICHT
PvdA-voorlichting

Den Haag, 19 november 2002

PvdA-inbreng bij de begroting van LNV 2003, november 2002 Woordvoerder: Jacques Tichelaar

Van voorloper naar meeloper

De begroting LNV 2003 is een stap terug. Nederland ziet af van het koploperschap op gebied van milieu en dierenwelzijn, maar sluit zich aan bij de grote groep van middenmoters in Europa. Ik zou willen zeggen: Nederland was een voorloper. Dit kabinet maakt van Nederland een meeloper! Want allerlei maatschappelijke wensen ten aanzien van de landbouwproduktie en de inrichting van het platteland worden teruggedraaid. De achterblijvers in de landbouwsector worden daarentegen volop gehonoreerd. Voorbeelden zijn:
- het weer toestaan van de nertsenfokkerij
- het vertragen van de afbouw van milieuschadelijke bestrijdingsmiddelen
- het vertragen van de afbouw van de legbatterij voor kippen
- het versoepelen van de mestnormen

- het halveren van het aankoopbudget voor natuur
- het verruimen van de bebouwingsmogelijkheden op het platteland
Ik vraag mij af hoe minister Veerman deze omslag persoonlijk voor zijn rekening durft te nemen. Ik ken hem uit zijn Wageningse periode als voorzitter van het College van Bestuur waarin hij een pleitbezorger was van inhoudelijke vernieuwing en maatschappelijke betrokkenheid van het onderzoek en onderwijs. Nu hij minister is geldt dit kennelijk niet meer voor het landbouwbedrijfsleven. Hoe kan hij met deze maatregelen nog zeggen daadwerkelijk voorstander te zijn van een beter milieu en een betere diergezondheid? Is hij soms voorstander van de legbatterij?

Toen dit kabinet en deze minister aantraden ging er een zucht van verlichting door landbouwend Nederland. "Eindelijk weer een minister van ons". De hooggespannen verwachtingen stonden breeduit uitgemeten in de landbouwbladen. Eindelijk kon na de duistere periode Brinkhorst weer eens worden ondernomen, zonder al die poespas rond dierenwelzijn, bestrijdingsmiddelen en milieu, zo was hardop te horen. De minister omschrijft het in de begroting netter, maar het komt op hetzelfde neer: "Herstel van vertrouwen is nodig. Vertrouwen kan worden gewekt door ondernemers letterlijk en figuurlijk meer ruimte te geven voor eigen verantwoordelijkheid en ondernemen". Meer ruimte betekent kennelijk minder overheid en meer bedrijfsleven. Want ik zie in deze begroting geen nieuwe positieve stimulansen vanuit de overheid om de maatschappelijke inbedding van de landbouw beter te regelen. Nieuw beleid komt niet van de grond. Het is simpelweg het bestaande beleid minus zogenaamde bedrijfsonvriendelijke regels. Dit heet dan nieuw beleid. De minister pleit voor meer ruimte voor het bedrijfsleven. Zelf zal hij minder ruimte blijken te hebben dan hij denkt. De Europese wetgeving, de eisen van milieu en natuur en vooral de maatschappelijke wensen zullen de manoevreerruimte sterk beperken. De sector zal zelf merken dat deze minister valse hoop biedt. De minister dreigt daardoor in soort Bermuda-driehoek terecht te komen. Aan de ene kant van de driehoek duurzaamheid willen, aan de andere kant meegaan met de sector en aan de derde hoek worden teruggefloten door Europa en uiteindelijk door de sector omdat de verwachtingen niet worden ingelost. Ik wens hem veel sterkte. Ook bestaand beleid komt door dit kabinet in gevaar. Ik noem drie voorbeelden:
1. Zo vindt er kaalslag plaats bij de natuuraankopen, de helft minder geld als in 2002, terwijl het geld voor de uitbreiding van agrarisch natuurbeheer nog moet worden gevonden, ergens uit de hoge hoed van Hoogervorst of misschien wel van de minister zelf. Deze begroting bevat voor het eerst sinds jaren minder geld voor natuur! Boeren in reservaatsgebieden konden er altijd vanuit gaan dat zij hun gronden konden verkopen aan de overheid. Nu stelt de overheid een aankoopstop in. Kan de overheid nog de garantie geven dat alle boeren in deze gebieden hun gronden daadwerkelijk kunnen verkopen aan de overheid als zij dat willen?
2. De reconstructie van de zandgronden komt in gevaar doordat er geen ICES III-gelden beschikbaar komen. Juist nu worden de reconstructieplannen gemaakt. Talloze ambtenaren en burgers zijn druk in de weer met de plannen. Voor vele boeren breken er tijden van verandering aan. Financiële onzekerheid leidt tot onzekerheden bij veel boeren en andere betrokkenen. De overheid mag dit niet op haar geweten hebben. Kan de regering garanderen dat de toegezegde gelden beschikbaar komen? In hoeverre is ontschotting van de middelen voor plattelandsbeleid een mogelijkheid om flexibeler om te gaan met de beschikbare middelen? Vergelijk bijvoorbeeld de onschotting van de regionale gelden bij Verkeer en Waterstaat (Gebundelde Doeluitkeringen (GDU)).
3. De Veenkoloniën. De minister van VROM deelt ons mede dat het herstructureringsbeleid voor de Veenkoloniën wordt stopgezet (Stellingname-brief). Nog pas vorig jaar is de motie Waalkens/Snijders-Hazelhoff aangenomen en heeft de Commissie Hoekstra geadviseerd. Kamerbreed was er toen overeenstemming om de herstructurering van dit gebied aan te pakken. Nu wordt dit in de koelkast gezet. Opnieuw de vraag: kan de regering garanderen dat de plannen voor de Veenkoloniën worden uitgevoerd
De begroting LNV 2003 bevat alleen maar bezuinigingen en geen enkele nieuwe intensivering. De enige intensivering betreft het landbouwonderwijs, maar deze wordt via OCW betaalt. De begroting ontbreekt visie. De enige visie die eruit spreekt is dat de sector te veel bekneld is geraakt door de overheid en dat dit nu moet worden teruggedraaid. We gaan weer in de richting van een vakdepartement ten behoeve van de landbouw in plaats van een algemeen departement voor het platteland. Het lijkt mij een enkele reis richting opheffing van het departement van LNV. Want is niet juist de verbreding gezocht in de afgelopen jaren, juist om het departement een nieuwe, bredere taakopvatting te geven die tegemoet komt aan de groeiende wens van de samenleving om mee te praten over de wijze waarop ons voedsel wordt geproduceerd en hoe ons platteland wordt ingericht. De PvdA had de laatste jaren de discussie over de toekomst van het ministerie van LNV laten liggen juist omdat het ministerie zich in de goede richting ontwikkelde. Als het ministerie zich nu echter gaat opstellen als sector-departement komt er voor de PvdA een moment dat zij zal pleiten voor een andere departementale indeling, te beginnen bij het landbouwonderwijs. We geven nu deze waarschuwing af, maar hopen hem niet te hoeven te gebruiken. Want hopelijk keert het besef terug dat het algemeen belang moet worden gediend en niet uitsluitend dat van de sector.

De begroting en het beleid van de minister tonen geen visie ten aanzien van de Europese uitbreiding. Dit terwijl de landbouw voor een enorme omwenteling staat door de aansluiting van de Oost-Europese landen. De vraag dringt zich levensgroot op welke toekomstperspectieven er zijn voor de landbouw en de verschillende landbouwtakken in Nederland. Extra groei of extra krimp? Wat betekent het voor het milieu en de natuur en voor de regionale ontwikkelingen? De PvdA pleit voor een hernieuwd onderzoek van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid naar de perspectieven voor de landelijke gebieden in de EU nà de uitbreiding. In 1992 is een dergelijk onderzoek door de WRR uitgevoerd voor de toenmalige EU. Het is nu tijd om dit onderzoek opnieuw te doen voor de toekomstige EU. En ik wil hier nogmaals verwijzen naar de persoonlijke opvattingen van de minister, die in het blad Spil in 1989 zei: "Je moet vaststellen of je binnen ons land bepaalde takken van landbouw acceptabel vindt, gegeven de milieuconsequenties. Je zegt ja, of nee, of ja tenzij, maar je moet duidelijkheid scheppen. Nu worden allemaal maatregelen op detailniveau getroffen."

Natuur wordt zoals gezegd hard getroffen. We komen in een apart overleg nog te spreken over het natuurdeel van de LNV-begroting. Desondanks wil ik de minister vragen om de zeer forse kortingen op het budget voor natuuraankopen te reduceren. De verhoudingen zijn echt zoek door zo fors te snijden in dit budget en Programma Beheer zo fors op te tuigen. Ik heb hiervoor een amendement ingediend om een klein deel van de verschuiving ongedaan te maken: 20 miljoen Euro van 70 miljoen Euro. Verder verzoek ik de regering om het nog te vinden extra geld voor Programma Beheer straks gelijkelijk te verdelen over Programma Beheer en het verwervingsbudget voor natuur. Dit doet meer recht aan het belang van elk onderdeel om de gewenste natuurdoelen te bereiken, zowel kwalitatief als kwantitatief.

Tot slot nog een laatste opmerking over de jongeren. Startende boeren hebben het moeilijk in Nederland. Met name in de melkveehouderij zijn de quotumkosten een belangrijke kostenfactor. Jongeren geven zelf ook aan dat zij voorstander zijn van lagere quotumprijzen. Helaas is de markt zodanig dat de huidige prijzen ervoor worden betaald. Hoe zit het in dit verband met het EU-voorstel om het quotum iets te verruimen? En zijn er nog plannen om de kostenverhogende makelaars tussen de transacties uit te halen, bijvoorbeeld door het instellen van een quotumbank? Ik vraag de regering hiervoor opnieuw met een voorstel te komen. De problematiek van bedrijfsovername is ernstig genoeg hiervoor.

Binnenhof 1a
Postbus 20018, 2500 EA Den Haag
Tel 070 - 318 3025/Fax 070 - 318 2800*