Spreiding- en beschikbaarheidsplan ambulancezorg
De Voorzitter van de Tweede
Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag
DBO/CB-U 2332513
19 november 2002
Tijdens de procedurevergadering van de Vaste Commissie voor
Volksgezondheid, Welzijn en Sport van uw Kamer (d.d. 6 november 2002)
heeft de Commissie gevraagd om nadere informatie over het
spreidingsplan van de ambulancezorg en de financiering. In deze brief
zal ik nader ingaan op dit onderwerp.
Op 13 maart jl. heeft de toenmalige minister van VWS het startsein
gegeven voor het project Versterking Ambulancezorg (PVAZ). Dit project
heeft als voornaamste doelstellingen het realiseren van Regionale
AmbulanceVoorzieningen (RAVs) en het ontwikkelen van een landelijk
spreidings- en beschikbaarheidsplan.
Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) ontwikkelt
dit landelijke plan. In augustus jl. waren de verschillende scenarios
van het conceptspeidingsplan gereed. Vervolgens is de regios om
commentaar gevraagd. Ook de koepelorganisaties AZN, ZN en het IPO zijn
geïnformeerd. De regios is verzocht om, indien mogelijk, een
gezamenlijke reactie van ambulancediensten en zorgverzekeraars. Alle
regios hebben hun reactie gegeven. De regionale reacties worden door
het RIVM verwerkt in het spreidingsplan en tegelijkertijd wordt
gewerkt aan het beschikbaarheidsplan. Het beschikbaarheidsplan geeft
aan hoeveel ambulanceautos beschikbaar moeten zijn om de 15-minuten
bereikbaarheidsgrens te halen.
In de begeleidingscommissie zitten vertegenwoordigers van
AmbulanceZorg Nederland (AZN), Zorgverzekeraars Nederland (ZN), het
RIVM en het ministerie van VWS. Het IPO is bereid om de reacties van
de provincies te kanaliseren.
De beoogde einddatum voor het totale landelijke spreidings- en
beschikbaarheidsplan was eind oktober jl., maar die termijn bleek in
de praktijk niet haalbaar. Dit komt onder andere doordat de verwerking
van de reacties uit de regios en de aanpassingen meer tijd kosten dan
voorzien. Mijn verwachting is dat het landelijke spreidings- en
beschikbaarheidsplan eind november beschikbaar is.
Een dergelijke zorgvuldige en goed doordachte aanpak om tot een goede
en adequate ambulancezorg in ons land te komen acht ik op zichzelf
correct en verstandig.
Niettemin betekent dit in de praktijk dat daardoor oplossingen voor
knelpunten in de bereikbaarheid die inmiddels bekend zijn te lang op
zich laten wachten.
Ik heb dan ook besloten om binnen twee weken in overleg te treden met
de organisaties AZN en ZN en het IPO met als doel zo snel als mogelijk
de meest belangrijke en erkende knelpunten in de bereikbaarheid van de
ambulancezorg op te lossen.
De Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,
mr. A.J. de Geus
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport