Persbericht Trimbos-instituut

Verkommerden en verloederden

LEVEN OP STRAAT LEIDT TOT ACHTERSTAND

Utrecht, 19 november 2002. Zonder een min of meer stabiele plek om te leven en te slapen, komt het maatschappelijk functioneren en welbevinden van mensen al snel in gevaar. Eenmaal op straat is het risico van verder afglijden naar de absolute marge van de samenleving bijzonder groot. Hoe meer gemarginaliseerd mensen zijn, hoe ontevredener zij zijn over de kwaliteit van hun leven. Opmerkelijk is daarbij dat de mensen met de meeste problemen en de grootste behoefte aan zorg verhoudingsgewijs de minste hulp krijgen.

Dit blijkt uit een onderzoek dat het Trimbos-instituut in opdracht van het ministerie van VWS in de gemeente Den Haag uitvoerde in de periode van begin 2000 tot medio 2002. Achtergrond van het onderzoek was de bezorgdheid van de Tweede en Eerste Kamer over het lot van zogenoemde 'verkommerden en verloederden' na de wijziging van de Wet Bijzondere opnemingen psychiatrische ziekenhuizen (Wet BOPZ).

Hoewel ernstige psychische problemen een serieus risico vormen voor maatschappelijk afglijden en hiermee ook samengaan, blijkt dat lang niet alle mensen in de marge ook psychisch ziek zijn. Het aantal mensen met een schizofrene stoornis (5%) is aan de lage kant , maar in vergelijking met andere achterstandsgroepen komen opvallend veel mensen met een depressie voor. Bij de feitelijk daklozen, de groep die vooral op straat overnacht, is dit 29%, voor de groep residentieel daklozen (mensen in opvangvoorzieningen) is dit 12% en voor marginaal gehuisveste mensen (die nog beschikken over eigen woonruimte) 12%. Van de jongeren had 22% een depressieve stoornis.

Een belangrijke conclusie van het onderzoek is, dat de noodzaak van dwangtoepassing bij opnamen in psychiatrische ziekenhuizen lang niet altijd aanwezig was. Veel mensen deden zelf een verzoek om te worden opgenomen in een psychiatrisch ziekenhuis en dat verzoek werd meestal ook gehonoreerd. Daarnaast lieten mensen zich vaak door professionals overtuigen dat een opname nodig was; aandringen van hun kant resulteerde vaak in een vrijwillige opname. Bij een klein deel gingen professionals over tot een gedwongen opname.

Voor het onderzoek Op achterstand. Een onderzoek naar mensen in de marge van Den Haag, werden interviews gehouden met bijna 360 mensen. Daarbij vielen in het oog springende verschillen op. Feitelijk dakloze mensen zijn veel slechter af dan mensen in opvangvoorzieningen (residentieel daklozen) en marginaal huisveste mensen. De groep kwetsbare mensen in de marge van de samenleving is dus allerminst homogeen. Ook brengt het onderzoek verschillen tussen kwetsbare jongeren, volwassenen en ouderen aan het licht.

Verkommering en verloedering hangt onmiskenbaar samen met fors middelengebruik en met verslaving. Bij de feitelijk daklozen heeft 22% een alcoholdiagnose, terwijl dit bij de residentieel daklozen 15% is. Van de feitelijk daklozen had 53% een actuele harddrugsverslaving. Bij de residentieel daklozen mensen was dit 4% en bij de marginaal gehuisveste mensen 28%. Eenmaal op straat is het harddrugsgebruik om verschillende redenen een vrijwel onneembare hindernis op de weg terug. De drugsscene heeft een sterk inkapselende werking en overlapt voor een belangrijk deel met het daklozencircuit. Gemarginaliseerde harddruggebruikers hebben een sterk stigma en worden door de samenleving verder uitgestoten. Ook zijn harddruggebruikers vanwege hun drugsgebruik vaak niet welkom bij woonvoorzieningen.

Het onderzoek wijst verder uit dat onder vooral feitelijk daklozen regelmatig arrestaties en veroordelingen voorkomen. Bijna de helft van hen werd gearresteerd voor vermogens- en of geweldsdelicten en vier op de tien werden veroordeeld. Het plegen van misdrijven hangt samen met de verwerving van inkomsten uit illegale activiteiten, vaak als gevolg van drugsverslaving. De uitsluiting van deze mensen werkt overlast (delicten) en criminalisering (arrestaties) in de hand. Kwetsbare mensen, en onder hen vooral vrouwen, zijn overigens ook opvallend veel vaker het slachtoffer van (gewelddadige) misdrijven. Bij feitelijk dakloze mensen is dit 44%, bij jongeren 40% en bij marginaal gehuisveste mensen 35%. Dat heeft te maken met een instabiele woonsituatie, dus veel wisselingen in huisvesting, en de verwerving van inkomsten uit illegale activiteiten.

Parallel aan het onderzoek van het Trimbos-instituut heeft het onderzoeksbureau Research voor Beleid, in opdracht van het ministerie van VWS, een onderzoek gedaan naar de omvang van de groep verkommerde en verloederde mensen in Nederland.

Op achterstand. Een onderzoek naar mensen in de marge van Den Haag. J. Wolf, M. Zwikker, S. Nicholas, H. van Bakel, D. Reinking, I. van Leiden. Uitgave Trimbos-instituut, bestelnummer RF 2002-03, prijs 17,50 Euro.
Verkommerden en verloederden. Een onderzoek naar de omvang en aard van de groep in Nederland. J. Lourens, C.Scholten, C. van der Werf, A. Ziegelaar. Uitgave: Research voor Beleid, bestelnummer AF 0425, prijs 15 Euro.
Verkommerden en verloederden in Nederland. Samenvatting van twee onderzoeken. Uitgave: Trimbos-instituut en Research voor Beleid, bestelnummer AF 0434, prijs 10 Euro.

De twee rapporten en de samenvatting zijn ook alle drie samen te bestellen onder nummer AF0438, prijs 40 Euro.
Alle boeken zijn te bestellen bij het Trimbos-instituut, tel. 030-2971180, fax 030-2971111.


---

_____

Voor nadere informatie: Henk Maurits (030 - 297 11 38) of Harald Wychgel (030 - 297 11 16), voorlichters Trimbos-instituut.

Bezoekadres: Da Costakade 45, Utrecht.
Postadres: Postbus 725, 3500 AS Utrecht.
Telefoon (030) 297 11 00
Fax: (030) 297 11 11

---