Ministerie van Buitenlandse Zaken

KV Van Bommel over de door het Amerikaanse leger gevondenwapens en Afghaanse milities

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Binnenhof 4

Den Haag

Directie Veiligheidsbeleid

Afdeling CV

Bezuidenhoutseweg 67

Postbus 20061

2500 EB Den Haag

Datum

20 november 2002

Behandeld

J.A. Flamand

Kenmerk

DVB/CV-355/02

Telefoon

+31 (0)70-3485419

Blad


1/1


Fax

+31 (0)70-3485479

Bijlage(n)


1


E-Mail

ja.flamand@minbuza.nl

Betreft

Beantwoording vragen van het lid Van Bommel over de door het Amerikaanse leger gevonden wapens en Afghaanse milities.

Graag bied ik u hierbij, mede namens de minister van Defensie, de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door het lid Van Bommel over de door het Amerikaanse leger gevonden wapens en Afghaanse milities. Deze vragen werden ingezonden op 22 oktober 2002 met kenmerk 2020301990.

De Minister van Buitenlandse Zaken

Mr. J.G. de Hoop Scheffer

Antwoord van de heer De Hoop Scheffer, Minister van Buitenlandse Zaken, op vragen van het lid Van Bommel (SP) over de door het Amerikaanse leger gevonden wapens en Afghaanse milities.

Vraag 1

Is het waar dat het Amerikaanse leger gevonden wapens ter beschikking stelt van diverse Afghaanse milities? (1)

Antwoord

In het verleden zijn wapens, die in het kader van de strijd tegen Al Qa'ida en de Taliban in Afghanistan buit werden gemaakt, beschikbaar gesteld aan Afghaanse groeperingen die deelnamen aan deze strijd. Inmiddels zijn dergelijke leveranties gestopt. Het beschikbaar stellen van wapens aan Afghaanse groeperingen heeft immers mogelijk negatieve gevolgen voor de positie van de centrale regering in Kabul en de algehele stabiliteit in Afghanistan.

Vraag 2

Deelt U de opvatting dat het beter was geweest als de gevonden wapens aan de regering van president Karzai ten goede waren gekomen?

Vraag 4

Deelt U de opvatting dat het uitdelen van de gevonden wapens aan de milities de positie van president Karzai ondermijnt en de kans op gewelddadige incidenten of mogelijk zelfs een burgeroorlog vergroot?

Antwoord

De militaire steun van Afghaanse groeperingen is van groot belang geweest voor het verloop van Operatie Enduring Freedom. Door de laatste verzetshaarden op te ruimen en hergroepering te voorkomen blijft deze operatie bijdragen aan de stabilisering van Afghanistan en de uitvoering van het akkoord van Bonn (december 2001). Daarmee wordt de positie van de Afghaanse overgangsregering gesteund.

Onder meer president Karzai heeft herhaaldelijk gesteld de doelstellingen van de operatie Enduring Freedom te blijven onderschrijven. Van een georganiseerd Afghaans nationaal leger, dat bij dergelijke operaties zou kunnen worden ingezet, is vooralsnog nog geen sprake. Wel is inmiddels met hulp van vooral de VS een aantal multi-etnische bataljons gevormd, als kern van een toekomstig nationaal leger. Diverse andere landen, waaronder ook Nederland, ondersteunen de totstandkoming van dit leger.

Vraag 3

Is het waar dat de minister van defensie in de regering Karzai, Mohammed Fahim, een eigen militie heeft, naast het Afghaanse leger in oprichting? Indien ja, wat is Uw opvatting
hierover?

Antwoord

Op dit moment maakt reeds een groot deel van de troepen van diverse lokale machthebbers formeel deel uit van het Afghaanse leger. Deze troepen zijn als zodanig aangeduid en georganiseerd. Ook de lokale machthebbers zelf hebben in veel gevallen een militaire rang. Dit betekent echter niet dat dergelijke eenheden ook onder het operationele gezag van de centrale regering in Kabul vallen.

Minister van Defensie Fahim heeft verklaard dat hij zijn eigen eenheden vanaf juli jl. zou onderbrengen in het nationale leger. Daarmee wordt vermoedelijk de perceptie van andere lokale machthebbers gevoed dat het Afghaanse nationale leger in wezen een hoofdzakelijk Tadzjiekse militie is. Hun aarzelingen ten opzichte van een centraal aangestuurd nationaal leger komen onder meer voort uit de vrees voor een Tadzjiekse dominantie. Het zal naar verwachting nog geruime tijd duren voordat er voldoende onderling vertrouwen zal zijn gegroeid om deze historisch verklaarbare aarzelingen te
overwinnen.

Vraag 5

Wat betekenen deze ontwikkelingen voor de positie van ISAF en de risico's waaronder ISAF moet functioneren?

Antwoord

Zoals bekend is het mandaat van ISAF beperkt tot Kabul en onmiddellijke omgeving. De bovengenoemde milities zijn vooral actief in specifieke regio's buiten Kabul, zodat bedoelde incidenten en conflicten geen directe invloed hebben op het functioneren van ISAF. In de bestaande risicoanalyse wordt er overigens wel rekening mee gehouden dat ISAF-personeel (onbedoeld) betrokken raakt bij geweldsincidenten of bij schermutselingen tussen rivaliserende etnische groeperingen en/of krijgsheren. Een succesvolle voortzetting van de strijd tegen Al Qa'ida en de Taliban, geleidelijke opbouw van een nationaal Afghaans leger en incorporatie van lokale krijgheren en milities in nationale structuren zijn essentiële elementen voor de vestiging van een functionerend centraal gezag en stabiliteit op de langere termijn in Afghanistan.

Vraag 6

Heeft u dit onderwerp in het overleg met andere landen die deelnemen aan ISAF aan de orde gesteld of bent u bereid dit op korte termijn te doen? Indien neen, waarom niet?

Antwoord

In internationale besprekingen en in overleg met Afghaanse vertegenwoordigers komt voortdurend de problematiek van de positie van de lokale machthebbers, de opbouw van het nationale leger, de noodzakelijke demobilisatie van een groot deel van de voormalige strijders en de vestiging van een centraal gezag aan de orde. Ook Nederland is hier zeer nauw bij betrokken. Deze materie komt in zijn algemeenheid ook regelmatig aan de orde in het overleg tussen de troepenleverende landen van ISAF.