Rijksuniversiteit Groningen

12 nov 2002

Nummer 143 12 november 2002

Veel staf, veel papier, veel bureaucratie

Bedrijfsmatig werkende overheid is schijn

Nederlandse gemeenten moesten in de jaren tachtig onder druk van de recessie efficiënter gaan werken. Dit bedrijfsmatig werken werd vastgelegd in het zogeheten 'BBI', dat vrijwel overal werd omarmd als dé nieuwe bedrijfsmatige norm. Feitelijke veranderingen betroffen vooral de techniek: plannen, instrumenten, structuren, regels. In de praktijk betekende dit: veel staffunctionarissen, veel papier en veel nieuwe bureaucratie. Daarbij ontstond over het algemeen geen gedrag dat paste bij bedrijfsmatige idealen als 'sturen op hoofdlijnen', 'integraal management', 'afspraak is afspraak', 'decentraal tenzij' en 'planning & control'. Dit concludeert organisatieadviseur Harrie Aardema in zijn proefschrift Doorwerking van BBI, waarop hij 21 november 2002 aan de Rijksuniversiteit Groningen promoveert.
Onbedoelde neveneffecten
Hoe moet het wel?
Curriculum vitae
Noot voor de pers

'BBI' staat voor: beleids- en beheersinstrumentarium. Het BBI-project werd in 1987 in het leven geroepen door het Ministerie van Binnenlandse Zaken. Om BBI te kunnen invoeren hebben de gezamenlijke gemeenten in 1989 de Stichting BBI opgericht. Gaandeweg werden de plannen ambitieuzer en veranderde de betekenis in: bestuurlijke vernieuwing, bedrijfsvoering en informatie(voorziening). Eind 1995 werd het BBI-project beëindigd. "Het is een hype geweest," vertelt Harrie Aardema. "Vrijwel alle gemeenten waren enthousiast, hoewel er vooraf geen bewijs was dat het zou werken. Het klinkt zo vanzelfsprekend: een transparante, zakelijke, snelle, flexibele, kostenbesparende en resultaatgerichte overheid. Het is wat iedereen nog steeds wil, ook bijvoorbeeld voor de ministeries."

Onbedoelde neveneffecten

In zijn promotieonderzoek inventariseerde Harrie Aardema tal van mogelijk onbedoelde neveneffecten van bedrijfsmatig werken. "Er zijn binnen overheidsorganisaties twee circuits ontstaan", zegt hij. "Het ene circuit is intern gericht, het andere is extern en politiek gericht. De intern gerichte mensen vragen voortdurend aan de extern gerichte mensen om gegevens aan te leveren voor de vele plannen en rapportages. Die werken hier ogenschijnlijk loyaal aan mee, omdat het moet. Maar in werkelijkheid proberen ze zich er zo veel mogelijk aan te onttrekken. Ze werken vanuit andere waarden en belangen. Ze komen met summiere en 'gunstige' informatie. Plannen en rapportages zijn daardoor vaak weinigzeggend. Zo is een hoop intern gedoe ontstaan waar de buitenwereld niets aan heeft. De paradox is dat het juist minder efficiënt is."

Hoe moet het wel?

"De les is dat het invoeren of aanpassen van instrumenten, structuren en regels niet leidt tot beter functioneren," concludeert Harrie Aardema, "De volgorde moet worden omgedraaid. De kwaliteit van organisaties wordt bepaald door gedrag van mensen. Hun werkelijke informatiebehoeftes blijven vaak verborgen. Gereedschappen worden alleen gebruikt als ze daarop aansluiten. Dan blijkt dat je met veel minder retoriek en techniek toe kunt en daardoor goedkoper en meer omgevingsgericht kunt functioneren." In 2000 publiceerde Harrie Aardema hierover het boek Contextmanagement
- Een nieuw bestuurs- en managementconcept.
Curriculum vitae

Harrie Aardema (Jubbega, 1954) studeerde rechten aan de Vrije Universiteit te Amsterdam. Hij is in de praktijk werkzaam geweest bij diverse gemeenten en andere (overheids)organisaties. Ook was hij docent bestuurskunde aan de Rijksuniversiteit Utrecht en bij de Bestuursacademie. Hij verrichtte zijn promotieonderzoek als 'duale promovendus' bij de vakgroep bestuursrecht en bestuurskunde van de RUG. Zijn functie is senior adviseur en manager bij Bestuur & Management Consultants (BMC) te Leusden. BMC is financier van het promotieonderzoek. Harrie Aardema promoveert tot doctor in de rechtsgeleerdheid bij prof.dr. M. Herweijer en prof.mr.dr. H.M. de Jong. De titel van het proefschrift (376 pagina's) luidt: Doorwerking van BBI - Evaluatie van een veranderingsbeweging bij de Nederlandse gemeenten. Uitgave: BMC, ISBN 90-9016349-2, prijs 39 euro. Van het proefschrift is een verkorte weergave (60 pagina's) beschikbaar: Bedrijfsmatige schijnbewegingen - Over BBI, verstaffing en waarde-interactionisme. Uitgave: BMC, ISBN 90-807543-1-5, prijs14 euro.

Noot voor de pers

Voor nadere informatie: mr. H. Aardema, tel. 06-20 01 59 09, e-mail: HarrieAardema@BMC.info