KNMG

Arts wil richtlijnen op internet

Kunnen artsen gemakkelijk richtlijnen vinden? Moeten richtlijnen op internet toegankelijk worden gemaakt en welke wensen zijn er dan voor zo'n richtlijnloket? De KNMG deed onderzoek naar richtlijnen voor medisch handelen op internet. Een samenvatting van de resultaten.

Probleemstelling
Richtlijnen voor medisch handelen zijn van belang voor goede zorg. Artsen moeten richtlijnen dan ook gemakkelijk kunnen vinden. Er is echter geen centraal overzicht beschikbaar van
(behandelings)richtlijnen voor specifieke ziekten en aandoeningen. De federatie KNMG is een project gestart om te komen tot een centraal loket op Artsennet. Dit loket bestaat uit een verwijsindex die aangeeft waar, en door welke instantie, richtlijnen zijn ontwikkeld voor specifieke ziekten of aandoeningen. Via dit centraal 'loket' wordt de arts doorverwezen naar de website van de organisatie die de richtlijn heeft ontwikkeld en uiteindelijk zelfs tot de richtlijn zelf.

Uitvoering
Als eerste stap heeft de KNMG aangetoond dat een dergelijk loket op internet in principe haalbaar is. De richtlijnontwikkelende organisaties bleken bereid mee te werken aan een centraal loket en ook zijn er geen technische obstakels. Vervolgens heeft, eveneens met subsidie van VWS, een behoefteonderzoek onder artsen eind 2001 plaatsgevonden door middel van een schriftelijke enquête.

Steekproefomvang naar medische discipline
Steekproef Respons
huisartsen 150 78 (52%)
medisch specialisten, onderverdeeld in:

- snijdend (150)

- beschouwend (150)

- ondersteunend (150)

- psychiatrie (150)

600

218 (36%)
sociaal-geneeskundigen 150 61 (41%)
overige artsen (zonder differentiatie) 150 8 (5%) (geen opgave van discipline 2 )
totaal steekproef 1050 367 (36%)

De non-responders verschilden niet duidelijk van de respondenten in leeftijd en geslacht.

Resultaten onderzoek
Artsen zijn het meest geïnteresseerd in landelijke of internationale richtlijnen voor de eigen medische discipline. Ze noemen daarnaast ook richtlijnen voor andere medische disciplines en richtlijnen voor andere zorgverleners als interessegebied. Eén op de vijf artsen heeft belangstelling voor regionale of lokale richtlijnen. Huisartsen zijn hierin meer (30%) dan gemiddeld geïnteresseerd.

Problemen bij het zoeken naar richtlijnen
Één op de vijf artsen zegt niet goed op de hoogte te zijn van de richtlijnen van de eigen discipline, en bij de meeste artsen (60%) schort het aan de kennis over ethische en juridische richtlijnen en gedragsregels en kennis over richtlijnen voor andere medische disciplines. Ruim een kwart (28%) van de artsen is er niet zeker van dat ze de meest recente richtlijn gebruiken.

Op dit moment achterhalen de artsen informatie met betrekking tot richtlijnen vooral via hun wetenschappelijke of beroepsvereniging, collega's en vaktijdschriften. Ook het internet wordt vaak (door 41%) genoemd als bron voor richtlijnen.In het algemeen zoeken artsen - meestal zelf - enkele malen per maand naar een richtlijn. Ze doen dat vaker vanuit de werkplek dan vanuit huis, maar toch nog een derde van de artsen zoekt altijd of vaak vanuit de privé-situatie.

Relatief weinig artsen (25%) vinden het momenteel gemakkelijk om richtlijnen te zoeken: het kost veel tijd en men weet vaak niet waar men moet zoeken. Ook heeft bijna de helft (43%) op het werk geen toegang tot internet; huisartsen (63%) hebben vaker op de werkplek geen toegang tot Internet dan specialisten (27%). Thuis hebben negen van de tien artsen wel toegang tot Internet. Het hebben van toegang tot internet in de thuissituatie vergemakkelijkt volgens artsen het zoeken.

Welke richtlijnen op internet?
Vrijwel alle artsen vinden dat de richtlijnen van hun eigen medische discipline toegankelijk moeten zijn via internet. Een meerderheid vindt dat de richtlijnen toegankelijk moeten zijn binnen de zorgsector, d.w.z. voor alle artsen, gezondheidszorginstanties, paramedici, verpleegkundigen en ook (volgens een krappe meerderheid) voor zorgverzekeraars. Daarentegen vinden de meeste artsen (60%) dat niet iedere geïnteresseerde derde deze richtlijnen zal mogen inzien. Volgens de meeste artsen moeten ook ethische/juridische richtlijnen en gedragsregels via Internet toegankelijk zijn, evenals richtlijnen voor paramedici en verpleegkundigen.

Verwachtingen van internetloket
Artsen verwachten dat richtlijnen via een digitaal loket gemakkelijk te vinden zijn en dat het gemakkelijk is om te zien of de richtlijn actueel is. Als bijkomend voordeel zien zij dat ze de richtlijnen niet zelf hoeven te bewaren. Een krappe meerderheid verwacht ook dat het zoeken van een richtlijn minder tijd kost. Nadelen bij het gebruik van een digitaal loket ziet men nauwelijks, hooguit dat lezen van een beeldscherm niet prettig is en het veel tijd zou kunnen kosten.

Conclusie uit het onderzoek
Op dit moment is het voor artsen vaak niet gemakkelijk om richtlijnen te vinden. Er is dan ook grote behoefte aan informatie over (medische en ethische/juridische) richtlijnen via een digitaal loket op Artsennet. Van de ondervraagde artsen denkt 91% er gebruik van te gaan maken.

Hoe verder
Aangezien er duidelijk grote behoefte is aan een centraal loket op internet, wil de KNMG het loket op Artsennet realiseren. De KNMG houdt u, onder andere via Artsennet en Medisch Contact, op de hoogte over de voortgang.

Meer informatie?
Heeft u suggesties of vragen neemt u dan contact op met Wouter Meijer of Peter Ragetlie, beleidsmedewerkers van de KNMG, telefoon 030-2823792 of via e-mail w.meijer@fed.knmg.nl.