Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

MINISTERIE VWS
http://minvws.nl

VWS: Brief Tweede Kamer VTV-rapport

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG

Onderwerp: Samenvattend rapport Volksgezondheid

Mede namens de Staatssecretaris, mevrouw C. Ross-van Dorp, zend ik u hierbij het samenvattend rapport van de Volksgezondheid Toekomst Verkenning (VTV) dat ik op 21 november 2002 van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) in ontvangst heb genomen.

13)'In Nederland leven we steeds langer, en steeds langer in goede gezondheid. Toch zakt Nederland wat betreft levensverwachting af naar de middenmoot van Europa. Bovendien blijven de verschillen in gezondheid hardnekkig.' Met deze kernboodschappen begint de VTV 2002. De VTV wordt iedere vier jaar in mijn opdracht opgesteld door het RIVM. Het bevat een analyse van trends op het gebied van gezondheid en de gevolgen voor de zorg. Bovendien biedt het scenario's voor de toekomst.

De VTV 2002 is een rapport over Nederland op een tweesprong. De VTV schetst dat de volksgezondheid tot nu toe steeds is verbeterd, maar geeft tegelijkertijd aan dat er andere wegen moeten worden ingeslagen om het doel - lang en gezond leven - te kunnen vasthouden. Er is een nieuwe aanpak van de preventie nodig en er moet meer, maar vooral ook andere zorg komen. Met dergelijke boodschappen is de VTV-2002, die ik u hierbij aanbied, een zeer lezenswaardig en buitengewoon bruikbaar document geworden. In deze brief geef ik u mijn reactie op hoofdlijnen.

Nota preventiebeleid
Een belangrijk deel van de aanbevelingen uit het rapport heeft te maken met preventie. In de Wet collectieve preventie volksgezondheid (Wcpv) is aangegeven dat er voor eind 2002 een nota over preventiebeleid zal verschijnen, waarin landelijke prioriteiten op het gebied van preventie worden gesteld. Veel van de conclusies en aanbevelingen van de VTV zullen in deze nota in ogenschouw worden genomen. Het is aan een missionair kabinet hierover uitspraken te doen. Als gevolg van de demissionaire status van het huidige kabinet is daarom besloten de nota preventiebeleid door een volgend kabinet te laten uitbrengen. U ontvangt dan eveneens een nota over infectieziektenbestrijding. Hierover heb ik u reeds geïnformeerd met mijn brief van 5 november 2002 (actualisatie van de planningsbrief).

REACTIE OP BELANGRIJKE BEVINDINGEN

Levensverwachting stagneert
Hoewel de levensverwachting in Nederland nog goed is, schetst de VTV een aantal minder positieve ontwikkelingen. Nederland behoorde wat betreft levensverwachting heel lang tot de internationale top, maar die situatie is aan het veranderen. De levensverwachting van mensen in andere landen van de Europese Unie neemt op dit moment sneller toe dan de levensverwachting van Nederlanders. De levensverwachting van Nederlandse vrouwen ligt inmiddels zelfs onder het EU-gemiddelde. Als voor de belangrijkste doodsoorzaken de gunstigste sterfteniveaus uit andere EU-landen zouden gelden, zou de levensverwachting voor Nederlandse mannen nog met zes jaar, en voor Nederlandse vrouwen nog met vier jaar kunnen verbeteren. Deze cijfers sluiten aan bij de gegevens in het World Health Report 2002 van de World Health Organization, dat op 30 oktober 2002 verscheen. Voor burgers met een lage opleiding, waaronder veel allochtonen, is er nog meer winst te halen. De laagstopgeleide mannen leven 5 jaar korter dan de hoogstopgeleide mannen. Bij vrouwen is het verschil 2,6 jaar. Verder leven laagopgeleide burgers gemiddeld 15 jaar minder lang in goede gezondheid dan hoogopgeleide burgers.

De VTV benoemt ongezond gedrag als belangrijkste oorzaak van de stagnerende levensverwachting. In vergelijking met andere Europese landen scoort Nederland slecht met roken en overmatig alcoholgebruik. Nederlandse vrouwen blijken de afgelopen jaren veel van het ongezonde gedrag van mannen te hebben overgenomen. Ongezond gedrag nú leidt tot ziekte en sterfte straks. Het is daarom zorgwekkend dat juist jongeren zich steeds ongezonder gaan gedragen.

Meer en andere zorg nodig
Gezondheidszorg draagt bij aan een goede gezondheid. In de VTV is berekend dat het volume van de gezondheidszorg jaarlijks met tenminste 2,4% moet toenemen om de zorg op het huidige niveau te handhaven. Voorts stelt de VTV dat voor het wegwerken van wachtlijsten en andere knelpunten een extra investering nodig is van tenminste 0,6% per jaar gedurende 4 jaar. Daarnaast stelt de VTV voor om een verschuiving van genezing naar verzorging te realiseren.
Inderdaad neemt het aantal ouderen, gehandicapten en chronisch zieken dat een beroep doet op verzorging toe, maar het zijn tegelijkertijd deze groepen die juist ook een groot en groeiend beroep doen op de curatieve zorg. Een volgend kabinet zal nog eens kritisch moeten kijken naar de raming van de groei alsmede naar de verdeling van de groei over beide sectoren.

Garanties voor kwaliteit
De VTV benadrukt dat er niet alleen meer zorg moet zijn, maar dat zorg ook van goede kwaliteit moet zijn zodat de burger er alle vertrouwen in kan hebben dat die zorg veilig is. Ik benadruk dat op grote schaal al vele jaren is geïnvesteerd in het ontwikkelen en implementeren van standaarden, protocollen en richtlijnen. Daarnaast is de afgelopen tijd gewerkt aan het versneld invoeren van 'best practices'. Benchmarking, de komst van Diagnose Behandel Combinaties (DBC's), de toepassing van informatie- en communicatietechnologie, verbeterde (publieke) beschikbaarheid van betrouwbare informatie en de verbetering van de organisatie van de zorgverlening (herontwerp van zorgprocessen in onder meer ziekenhuizen, de eerstelijnszorg en bij zorgketens) vormen een impuls voor versnelling van dit proces. Maar dat niet alleen.
Er moet nog hard gewerkt worden aan de ontwikkeling en toepassing van prestatie-indicatoren. Deze indicatoren zijn niet alleen de drager voor de eigen verbeterprocessen, maar dienen ook om verantwoording af te leggen over de bijdrage aan het gezond krijgen en houden van de bevolking. Aanbieders zullen worden aangespoord als primair verantwoordelijken helderheid te geven over de normen die zij hanteren ten aanzien van de geleverde kwaliteit.
Een belangrijk aspect van kwaliteit van zorg is ook de toegankelijkheid van de zorg, in het bijzonder voor mensen met een lage opleiding, waaronder veel allochtonen.

De staatssecretaris van VWS bereidt op dit ogenblik een brief aan u voor over een verdere profilering van de kwaliteit in de zorg. Ik verwacht deze brief binnen vier weken aan u toe te zenden.

Investeren in preventie absoluut noodzakelijk
De VTV geeft duidelijk aan dat zorg alleen voor een goede volksgezondheid maar een beperkte betekenis heeft. Investeren in preventie is volgens de VTV absolute noodzaak. Juist door middel van preventie is nog een aanzienlijke gezondheidswinst te boeken, vooral via het bevorderen van gezond gedrag. De VTV beveelt aan niet alleen het gedrag van burgers, maar ook hun leefomgeving onder de loep te nemen. Ook kan er veel winst worden geboekt als preventie beter wordt ingebed in de zorg. De VTV stelt dat juist adviezen over gezond gedrag die tijdens consulten bij artsen, paramedici of verpleegkundigen worden gegeven, een groot effect hebben.

Ik denk dat het een goede zaak is om, zoals de VTV ook suggereert, in het beleid in de komende jaren een aanpak te volgen waarbij de burger (meer) centraal staat. In zo'n aanpak gaat de overheid op zoek naar plaatsen waar de burger met een integrale boodschap kan worden bereikt: thuis, op school, op het werk, op plaatsen waar mensen zich vermaken (recreatie en sport), in de wijk en in de zorg. Deze benadering biedt ook de gelegenheid om preventie te richten op laagopgeleide burgers en allochtonen, groepen die anders niet zo gemakkelijk kunnen worden bereikt. Naar mijn mening is de inzet van gemeenten, gemeentelijke gezondheidsdiensten, thuiszorg en andere lokale organisaties hierbij uiterst noodzakelijk. Ik reken dan ook op ieders bijdrage.
De landelijke en de lokale aanpak dienen goed op elkaar te worden afgestemd. De rollen van rijk en gemeenten daarbij zullen door het nieuwe kabinet moeten worden vormgegeven. Deze zullen in de nota preventiebeleid verder worden uitgewerkt.

Om daadwerkelijk de gezondheid te verbeteren is volgens de VTV echter meer nodig. Burgers moeten gestimuleerd worden tot gezonde keuzen. Zo kunnen bij het bevorderen van gezonde voeding ook productaanpassingen een sterk instrument zijn. Daarbij heeft het bedrijfsleven overigens een eigen verantwoordelijkheid.

Eveneens veel winst kan worden behaald met het verankeren van preventie in de zorg. In de geestelijke gezondheidszorg maakt preventie al deel uit van de zorgketen. Ook op andere terreinen is dit mogelijk. De VTV beschrijft preventie, genezing en verzorging als opeenvolgende stappen in het ziekteproces, en concludeert dat het eigenlijk niet goed mogelijk is preventie van zorg te scheiden. In de huisartsenpraktijk krijgt preventie de komende jaren meer aandacht. Vooral groepen met een lage opleiding en een laag inkomen kunnen via de huisartsenpraktijk goed worden bereikt.

Gezondheidsbescherming neemt een aparte plaats in. Er is op dit gebied de afgelopen jaren het nodige bereikt. Het is zaak de hier geboekte winst ook in de toekomst te blijven vasthouden. Daarnaast blijven voedselinfecties onverminderd om waakzaamheid vragen. In een aparte toekomstverkenning van het RIVM zal specifiek op deze problematiek ingegaan worden.

Preventie vaak goedkoper
De VTV wijst erop dat de kosten van preventieve en curatieve maatregelen per gewonnen levensjaar sterk uiteen kunnen lopen. De VTV concludeert dat voorkómen vaak niet alleen beter is dan genezen, maar ook goedkoper. Preventieve interventies kunnen veel opleveren, tegen vaak lage kosten. Ik heb met interesse kennis genomen van de VTV-gegevens over de verhouding tussen kosten en baten van maatregelen. Ik vind het een goede gedachte om in de toekomst bij dergelijke overwegingen eens wat langer stil te staan, en gegevens over kosten en opbrengsten intensiever te gaan gebruiken om de besluitvorming beter te onderbouwen en transparanter te maken.

Gezondheid is de verantwoordelijkheid van velen De VTV wijst erop dat veel partijen samen verantwoordelijkheid dragen voor de gezondheid van burgers. Investeren in gezondheid is dan ook niet alleen een taak van de overheid. Ook anderen hebben daarbij een rol. Dat geldt in de eerste plaats voor de burger zelf. De burger is zelf primair verantwoordelijk voor een gezonde leefstijl, en zal daarop ook worden aangesproken. Niet alleen sociale normen zijn aan herwaardering toe in onze maatschappij. Ook gezondheidsnormen verdienen veel meer aandacht. Maar de gezondheid van mensen is niet alléén afhankelijk van hun eigen doen en laten. Ook maatschappelijke organisaties, werkgevers, scholen, zorgaanbieders en verzekeraars, het bedrijfsleven en overheden dragen verantwoordelijkheid. Ook die andere partijen zullen op hun verantwoordelijkheid moeten worden aangesproken.

Informatievoorziening
VWS én het veld hebben behoefte aan een goede en continue informatievoorziening. Met het RIVM ben ik van mening dat de integrale informatievoorziening verder kan worden verbeterd. Allereerst om de zorgverlening met goede en betrouwbare informatie te ondersteunen. Ten tweede om betere informatie te krijgen voor onderzoek, beleid en evaluatie. Deze twee redenen zijn voor mij aanleiding geweest om in de Zorgnota 2003 specifieke aandacht aan het informatiebeleid in de zorg te besteden. De activiteiten die in de zorgnota zijn benoemd, hebben als oogmerk de betrouwbaarheid, toegankelijkheid, volledigheid en tijdigheid van de informatievoorziening in en over de zorgsector te verbeteren. Voor de concrete actiepunten verwijs ik u naar bladzijde 54 tot en met 58 van de Zorgnota.

Een aantal activiteiten ten behoeve van de verdere verbetering van de informatievoorziening is al in gang gezet. Zo is 15 november 2002 het brancherapport Preventie uitgebracht, als onderdeel van een serie brancherapporten over de terreinen van VWS. Het brancherapport Preventie, dat evenals de VTV is opgesteld door het RIVM, geeft een beeld van het terrein preventie over de afgelopen vier jaar. De VTV biedt de mogelijkheid de 'momentopname' van het brancherapport in een langetermijnperspectief te plaatsen. Ik vind het bijzonder belangrijk dat overheden en het veld over producten zoals de VTV en het brancherapport kunnen beschikken, maar ook over on-linegegevens van de 'zorgatlas', het 'nationaal kompas volksgezondheid' en de 'kosten van ziekten'op de website van het RIVM, om een voortdurende kritische reflectie op het eigen beleid mogelijk te maken en direct te kunnen bijsturen wanneer onze gezondheid dat noodzakelijk maakt. Daarnaast vind ik het een goede zaak dat ook kritische burgers in de VTV-producten informatie kunnen vinden om te bekijken wat de effecten zijn van het beleid van rijk en gemeenten.

Tot slot
Er is nog heel wat gezondheidswinst te behalen. Dat heeft de VTV ons duidelijk gemaakt. De VTV heeft aangeduid waar knelpunten bestaan, en heeft aan de hand van de situatie in andere landen laten zien dat de volksgezondheid in Nederland op onderdelen beter kan. Zoals ik al aan het begin van deze brief aangaf, ligt het voor de hand dat een volgend kabinet een passend vervolg geeft aan de conclusies en aanbevelingen van de VTV, mede in het licht van de financiële mogelijkheden. Binnen de begroting 2003 van mijn departement is er thans geen ruimte om extra middelen hiervoor vrij te maken.

De Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,

mr. A.J. De Geus

21 nov 02 17:28