Wim van Velzen

Christen Democratisch Appel European People's Party European People's Party and European Democrats Group

Persbericht

UITBREIDING - Debat met 198 parlementsleden uit de kandidaat-lidstaten, Straatsburg 19 november 2002

Datum: 21 November 2002 Bron: EP

UITBREIDING Debat met 198 parlementsleden uit kandidaat-lidstaten

Buitengewoon debat over de toekomst van de uitgebreide Europese Unie met deelneming van parlementsleden van de kandidaatlanden

Debat : 19 november 2002

EP-Voorzitter EP-Voorzitter Patrick COX (ELD, IRL) opent het historische debat en verwelkomt de parlementariërs uit Bulgarije, Cyprus, Estland, Hongarije, Letland, Litouwen, Malta, Polen, Roemenië, Slovenië, Slowakije en Tsjechië. Het was het Parlement dat als eerste het tijdspad uitzette en wilde dat de uitbreiding een feit zou zijn vóór de verkiezingen van 2004. Het EP wil dat de Europese Raad van Kopenhagen de Unie bindt aan 2007 als het jaar van toetreding van Bulgarije en Roemenië. Met betrekking tot Cyprus heeft de secretaris-generaal van de VN, Kofi Annan, een plan gepresenteerd voor een alomvattende vredesregeling die het mogelijk kan maken dat het eiland als verenigd land tot de Unie toetreedt. Later deze week wordt de heer Erdogan, leider van de Turkse partij AKP, voor besprekingen in Straatsburg verwacht. Tenslotte meldt voorzitter Cox dat het Parlement de kandidaatlidstaten zal uitnodigen waarnemers te sturen die het recht krijgen deel te nemen aan de werkzaamheden in de politieke groepen, de commissies en de Plenaire Vergadering. Zij zullen alleen niet mogen stemmen.

Raad De Deense premier Anders FOGH RASMUSSEN is verheugd het Parlement toe te spreken over datgene wat bovenaan de prioriteitenlijst van het Deense voorzitterschap staat, de uitbreiding. Hij dringt er bij alle partijen op aan om snel een oplossing te vinden voor de nog openstaande kwesties. De twee gemeenschappen op Cyprus worden opgeroepen hun geschillen bij te leggen, zodat Cyprus als herenigd land kan toetreden. Bulgarije en Roemenië zullen naar verwachting in 2007 kunnen toetreden. Het lidmaatschap van de Unie staat verder open voor alle andere Europese landen die aan de voorwaarden voldoen, ook voor Turkije. Dat land heeft al vele hervormingen doorgevoerd en wordt aangemoedigd om daarmee door te gaan. In Kopenhagen zullen verdere beslissingen over Turkije worden genomen.

Commissie Volgens Commissievoorzitter Romano PRODI moet er een debat komen over de verhoudingen tussen de Unie en de nieuwe buurstaten. Het is in dit opzicht van belang het gezamenlijke buitenlandse beleid te versterken. Hoewel de voorkeur uitgaat naar de toetreding van een verenigd Cyprus, is de vereniging van het eiland geen voorwaarde voor die toetreding. De Unie ziet verder uit naar de toetreding van Bulgarije en Roemenië op een latere datum. Turkije heeft al veel hervormingen doorgevoerd, maar wacht ook nog een grote inspanning. De Commissie heeft zich er al wel toe verbonden om in 2003 een versterkte pretoetredingsstrategie voor Turkije voor te stellen.

Fractievoorzitters Volgens Hans-Gert POETTERING (EVP/ED, D) behoren de wreedheden zoals die van het nationaal-socialisme en het communisme op het continent niet langer tot de mogelijkheden. De uitbreiding weerspiegelt de aspiraties van de Hongaarse opstand in 1956, de Praagse lente in 1968 en de Poolse solidariteitsbeweging in de jaren 80. Poettering verwelkomt in het bijzonder Otto Von Habsburg als toehoorder bij dit debat, omdat von Habsburg als voormalig europarlementariër veel aan de vereniging van Europa heeft bijgedragen.

Enrique BARÓN CRESPO (PES, E) wijst erop dat de nieuwe lidstaten geen nettobetalers aan de Unie mogen worden en roept op tot een hervorming van het gemeenschappelijke landbouwbeleid en het structuurbeleid. Graham WATSON (ELD, UK) heeft kritiek op het feit dat Turkse parlementsleden niet kunnen deelnemen aan het debat. Giscard d'Estaing heeft ongelijk als hij zegt dat Turkije nooit lid mag worden van de Unie. Europa is geen exclusieve club voor christenen. Daarnaast is Watson van mening dat de nieuwe lidstaten vóór 2007 geen nettobetalers aan de Unie mogen zijn. Volgens Francis WURTZ (EVL/NGL, F) mag er geen Europa van eerste- en tweedeklas lidstaten ontstaan. Er mogen geen restricties aan het vrije verkeer van personen worden opgelegd. Daniel COHN-BENDIT (GROENEN/EVA, F) vraagt zich af of de bestaande lidstaten en de instellingen van de EU wel klaar zijn voor de uitbreiding. Het is een grote uitdaging voor de landen die nog maar recent onafhankelijk zijn om hun soevereiniteit met de Unie te delen. Men kan zich afvragen of de lidstaten gereed zijn om een Europese Grondwet te accepteren. Volgens Charles PASQUA (UEN, F) hebben de landen in Oost-Europa zich op eigen kracht, zonder de hulp van de Unie, van het communisme bevrijd. Deze nieuw verworven vrijheid moet niet zomaar aan een technocratisch Europa worden opgeofferd. Jens-Peter BONDE (EDD, DK) vraagt zich af waarom er geen hervorming van het gemeenschappelijk landbouwbeleid heeft plaatsgevonden. Gezien de verschillen in grondprijzen tussen de lidstaten en de kandidaten moeten de toetredende landen niet gedwongen worden in te stemmen met de verkoop van hun grond. Er worden te veel besluiten achter gesloten deuren in de Raad genomen, het wordt tijd voor een echt democratisch Europa.

Rapporteur Rapporteur Elmar BROK (EVP/ED, D) van de commissie buitenlandse zaken die verantwoordelijk is voor het verslag over de onderhandelingen voor de toetreding, prijst Helmut Kohl voor zijn bijdrage aan de eenwording van Europa. Europa is nooit een louter economische onderneming geweest, maar is altijd een motor voor politieke eenwording geweest waardoor de Unie nu een bepaalde autonomie op het internationale toneel heeft. Volgens Jozef OLESKY (PES, regeringspartij, Polen) heeft Polen het recht om toe te treden omdat het al duizenden jaren een onderdeel van Europa is. Om de transparantie en de legitimiteit van de Unie te vergroten, moet de rol van het Europees Parlement worden versterkt. Viorel HREBENCIUC (PES, regeringspartij, Roemenië) verwelkomt de conclusie van de Top van Brussel dat Roemenië in 2007 zou kunnen toetreden. Er bestaat een sterk bewustzijn in Roemenië dat de strijd tegen de corruptie, hervorming van de rechtspraak en audits van de aanwending van EU-fondsen prioriteiten zijn. Lubomir ZAORALEK (PES, regeringspartij, Tjechië) wijst erop dat een gelijke behandeling van lidstaten en kandidaatlidstaten essentieel is om het vertrouwen van de Tjechische burgers in de EU te handhaven. Verder is het noodzakelijk dat de kandidaatlidstaten deelnemen aan de intergouvernementele conferentie die wellicht al in 2003 plaatsvindt. Bela KATONA (PES, regeringspartij, Hongarije) vindt dat Hongarije werk moet maken van de positie van de Roma. Hij verwelkomt het feit dat met de uitbreiding de Hongaarse minderheden in de buurlanden ook in de Unie worden opgenomen. Ognyan GERDJIKOV (Onafhankelijk, regeringspartij, Bulgarije) hoopt dat de Top van Kopenhagen leidt tot toetredingsonderhandelingen in 2003 en feitelijke toetreding van Bulgarije in 2007. Bulgarije moet een oplossing vinden voor de kwestie van het gebruik van kernenergie. Volgens Jan FIGEL (EVP/ED, regeringspartij, Slowakije) kunnen er op de gebieden van de landbouw en de begroting wel acceptabele oplossingen worden gevonden, maar wordt daarbij wel begrip van de bestaande lidstaten verwacht. De kandidaatlidstaten moeten kunnen deelnemen aan de komende intergouvernementele conferentie. Gintaras STEPONAVICIUS (ELD, oppositie, Litouwen) is van mening dat Litouwen op hetzelfde moment als de andere toetredende staten onderdeel moet gaan uitmaken van het Schengengebied. Anta RUGATE (EVP/ED, oppositie, Letland) is voorstander van een Europees Parlement dat uit één kamer bestaat. De rol van de nationale parlementen moet worden versterkt, met name in de fase voordat er beslissingen worden genomen door het EP. Roman JAKIC (ELD, regeringspartij, Slovenië) vindt dat het overeengekomen voorstel goed gebalanceerd is en ervoor zorgt dat de nieuwe lidstaten gelijkwaardige partners in de Unie zijn. Peeter KREIZBERG (ELD, regeringspartij, Estland) verwelkomt het idee van een Europese Unie, maar wijst op de nationale verschillen. Voor een versterking van de Commissie en een uitbreiding van het stemmen met gekwalificeerde meerderheid moet een goede rechtvaardiging zijn. De ervaring van Estland heeft geleerd dat de term federalisme voorzichtig gebruikt moet worden. Andreas CHRISTOU (GUE/NGL, oppositie, Cyprus) zegt dat het VN-vredesvoorstel voor Cyprus door de meerderheid van de partijen goed ontvangen is. Zowel de Grieks- als Turks-Cyprioten zijn voor de toetreding. Hopelijk kan Cyprus als een federatie toetreden. Michael FRENDO (EVP/ED, regeringspartij, Malta) vindt dat geen enkel land in de Unie mag achterblijven. Malta hoort volledig mee te doen in de Unie, het maakt deel uit van Europa blijkens zijn 6000 jaar oude geschiedenis en de ontmoeting van de presidenten Bush sr. en Gorbatsjov die op Malta het einde van het communisme bezegelden. Janusz WOJCIECHOWSKI (EVP/ED, regering, Polen) benadrukt dat de kandidaatlanden als gelijke partners gezien moeten worden en niet als tweederangs lidstaten. Hij vreest dat de steun onder de Poolse bevolking voor het lidmaatschap afneemt als gevolg van de recente ontwikkelingen op het punt van de landbouwsubsidies. Marian PANA (PES, oppositie, Roemenië) verklaart dat Roemenië alles in het werk zal stellen om aan de toetredingscriteria te voldoen zodat het in 2007 kan toetreden tot de EU. Volgens Vaclav KLAUS (EVP/ED, oppositie, Tsjechische Republiek) is Tsjechië klaar voor toetreding. Maar niet iedereen in Tsjechië is het met elkaar eens over het institutionele kader van de EU. Zo is Klaus het niet eens met de standpunten van de regeringspartijen. De lidstaten moeten ervoor zorgen dat de voordelen van toetreding voor de kandidaatlanden groter zijn dan de kosten. De Hongaren zijn volgens Jozsef SZAJER (EVP/ED, oppositie, Hongarije) groot voorstander van toetreding. Szajer is licht teleurgesteld over de vrijwaringsclausules, die een blijk van wantrouwen jegens de kandidaatlanden zijn. Volgens Yunai LUTFI (ELD, regering, Bulgarije) is Bulgarije momenteel een voorbeeld waar het gaat om minderheidsrechten in een vrije samenleving. De Bulgaren zijn klaar voor de uitdaging maar behoeven een duidelijk tijdspad met voorwaarden die gelijk zijn aan die voor de eerste golf toetredingslanden. Robert FICO (PES, oppositie, Slowakije) wijst erop dat 70% van de Slowaken voorstander zijn van toetreding en dat sommigen zelfs een oplossing van de EU verwachten voor interne problemen. Er is echter onvoldoende informatie over wat de uitbreiding daadwerkelijk inhoudt. Een voorlichtingscampagne is nodig, omdat anders te veel ruimte ontstaat voor extremistische politieke bewegingen. Hij pleit voor een versterking van de bevoegdheden voor het Europees Parlement. Kazys BOBELIS (EVP/ED, oppositie, Litouwen) vraagt het Parlement om steun en begrip op drie punten: de problemen met de kerncentrale Ignalina, de landbouwsubsidies en de kwestie-Kaliningrad. Arturs KARINS (PES, regering, Letland) wijst erop dat Letland veel problemen heeft geërfd uit de communistische periode, waaronder een grote bevolkingsgroep die geen Lets spreekt. Maar Letstaligen en anderen leven nu in vrede met elkaar. De lange overgang tussen het communisme en de markteconomie is ten einde. Bohut PAHOR (PES, regering, Slovenië) is een groot voorstander van toetreding maar hoopt dat de verschillen tussen de diverse nationaliteiten in de toekomst zullen voortbestaan. De EU kan de interne problemen van Slovenië niet oplossen, dat moeten de Slovenen zelf doen. De Esten, zegt Janno REILJAN (UEN, oppositie, Estland), zijn nog niet klaar voor de geleidelijke overgang naar het federalisme dat naar voren komt uit het voorstel voor een nieuwe Europese grondwet. Dat kan de Estse steun voor het lidmaatschap van de EU ondermijnen. De landbouwsubsidies voor Estland moeten hoger worden. DEMETRIOU (EVP/ED, regering, Cyprus) ziet zijn land als een van de best voorbereide kandidaatlanden en meent dat het zo snel mogelijk moet toetreden. De Cypriotische regering wil een oplossing voor de tweedeling van het eiland die overeenkomt met het internationaal recht en met het EU-recht. Toetreding tot de EU, aldus Christian CARDONA (PES, oppositie, Malta), is een gevoelige kwestie in Malta. De regering en de oppositie verschillen van mening over een volledig lidmaatschap. Hoewel Cardona's partij het niet eens is met toetreding tot de EU, is men wel bereid de banden met de EU aan te halen en actief mee te werken in de Conventie. Cardona is tegen een lidmaatschap uit economische motieven en vreest dat integratie ernstige gevolgen voor Malta zal hebben. Andrzej LEPPER (NI, oppositie, Polen) haalt fel uit naar de ontmanteling van de Poolse industrie en landbouw, die tot 5 miljoen werklozen heeft geleid. Met de subsidiëring van de export haalt de EU miljoenen dollars ten koste van Polen naar binnen. Lepper waarschuwt Brussel en Straatsburg dat als Polen door manipulatie van de politieke elites tegen de wil van de bevolking tot de EU toetreedt, dat het begin van het einde is van de huidige EU, waarin de rijken zich voeden met het bloed van de armen. Daniel KROUPA (EVP/ED, regering, Tsjechische Republiek) huldigt de mensen die hun leven hebben gegeven voor de vrijheid van Tsjechië en vraagt steun voor hen die nu door autoritaire regimes worden vervolgd, zoals in Wit-Rusland. De besluitvormingsprocedures moeten effectief worden, ook voor het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid, dat van groot belang is voor de vrede. De Europese instellingen behoeven een grotere legitimiteit en daarom moet de Commissie verantwoording verschuldigd zijn aan het Europees Parlement. Roumen OVCHAROV (PES, oppositie, Bulgarije) hoopt dat de Europese regeringsleiders in Kopenhagen 2007 als toetredingsdatum voor Bulgarije en Roemenië zullen noemen. Ovcharov vindt het onjuist dat de zetels in het Parlement die aan deze twee landen zijn voorbehouden, intussen zullen worden verdeeld onder de overige lidstaten. Hij kant zich tegen voorwaarden vooraf voor toetreding, met name waar het gaat om de kerncentrales.

EP-voorzitter Pat COX verklaart dat Bulgarije en Roemenië zich geen zorgen hoeven te maken, omdat de opdeling van hun zetels in het Parlement slechts tijdelijk is. Stasys KRUZINAUSKAS (PES, regering, Litouwen) vindt de infasering van de rechtstreekse inkomenssteun aan de boeren met 25% niet de meest aanvaardbare oplossing. Als geen rekening wordt gehouden met de Litouwse wensen, zullen de verschillen op het platteland toenemen. Kruzinauskas pleit voor hogere melk- en suikerquota en voor een overgangsperiode voor de verkoop van grond. De bestuurlijke capaciteit om gebruik te kunnen maken van de cohesiefondsen moet versterkt worden. Mihael BREJC (EVP/ED, oppositie, Slovenië) is blij met het voorstel voor een Europese grondwet, waarin veel nadruk ligt op de mensenrechten. Slovenië moet volledig lid worden van de EU, op voet van gelijkheid. De uitbreiding is een proces van twee kanten: de kandidaatlanden hebben de EU nodig en de EU heeft de kandidaatlanden nodig. Marios MATSAKIS (ELD, oppositie, Cyprus) heeft gemengde gevoelens. Hij voelt voldoening omdat na een lang proces van hard werken de toetreding nabij is. Maar hij is onzeker omdat de toetreding ondanks herhaalde verzekeringen nog steeds ongewis is. Matsakis doet een beroep op de EU haar beloften gestand te doen en niet voor een nieuwe uitdaging terug te deinzen. Dat zal een proeve van Europa's geloofwaardigheid zijn. Jerzy JASKIERNIA (PES, regering, Polen) erkent dat de Poolse industrie een herstructurering ondergaat, maar ontkent dat dat door de EU wordt opgelegd. Herstructurering is essentieel wil Polen moderniseren. Jaskiernia hoopt dat het kleinzielige gekibbel de eurosceptici niet in de kaart speelt. Het begrip onder de bevolking voor wat de EU is moet groter worden en het moet duidelijk zijn dat toetreding van Polen tot de EU in het belang van het land is. Ekaterina MIHAYLOVA (EVP/ED, oppositie, Bulgarije) verwacht van de Europese Raad in Kopenhagen een tijdspad voor de Bulgaarse toetreding in 2007, zonder nieuwe voorwaarden. Het meest controversieel is de nucleaire veiligheid. Myhailova verwacht een gelijke behandeling op dat punt voor Bulgarije. Jelko KACIN (ELD, regering, Slovenië) hoopt dat het aantal toetredingslanden nog kan worden uitgebreid. Hij prijst de enorme inspanningen van Bulgarije, Roemenië en Turkije. De landen in Zuidoost Europa moeten geholpen worden bij het verbeteren van hun markteconomie en democratische normen, zodat ook zij later kunnen toetreden. Voor Mari-Ann KELAM (EVP/ED, oppositie, Estland) biedt toetreding de kans op een dubbele identiteit: een Estse en een Europese. Kelam huldigt het Europees Parlement, omdat het twintig jaar geleden een resolutie heeft aangenomen waarin het recht op onafhankelijkheid voor de Baltische landen werd erkend. Dat getuigde toen al van solidariteit. Met betrekking tot de Conventie beklemtoont Kelam dat de toekomstige lidstaten volledig moeten kunnen deelnemen aan de intergouvernementele conferentie, die over een toekomstig Europees verdrag zal besluiten. De uitbreiding, zegt Georges VARNAVAS (PES, oppositie, Cyprus), zal een versterking zijn van het gemeenschappelijk defensie- en veiligheidsbeleid. Hij hoopt op een werkbare oplossing voor de kwestie-Cyprus. Het VN-plan is door de Griekse zijde aanvaard als basis voor onderhandelingen. De oplossing moet wel het "acquis communautaire" behelzen, evenals het recht voor vluchtelingen om naar huis terug te keren en een ongedeelde soevereiniteit. Janusz LEWANDOWSKI (EVP/ED, oppositie, Polen) meent dat de stijl en de inhoud van de laatste weken van onderhandelingen over de toetreding van groot belang zullen zijn voor het referendum dat volgend jaar in Polen wordt gehouden. Gelijke kansen en solidariteit zijn nu meer dan ooit geboden. Lojze PETERLE (EVP/ED, oppositie, Slovenië) vindt de steun van de publieke opinie onontbeerlijk. Onverwijlde toetreding is noodzakelijk voor het succes van het project van een verenigd Europa. Peterle hoopt op consensus in de Conventie over de toekomst van Europa en waarschuwt tegen polarisatie tussen de huidige en de toekomstige lidstaten, tussen grote en kleine landen en tussen het communautaire en het intergouvernementele. Georges PERDIKES (Groenen/EVA, oppositie, Cyprus) is blij dat er met de toetreding van Cyprus een eind komt aan het verleden als slachtoffer van grote mogendheden. Hij doet een oproep tot solidariteit met het oosten. De EU biedt garanties voor vrede en overleving. Perdikes gelooft in Europa die door Zeus werd ontvoerd en nu weer terugkeert naar het Oosten via Cyprus. Genowefa GRABOWSKA (PES, regering, Polen) is teleurgesteld dat hoewel Polen in de Conventie samenwerkt met de huidige en andere toekomstige lidstaten om een nieuwe EU tot stand te brengen, het land geen rol heeft in de goedkeuring van een nieuwe grondwet. Dat druist tegen alle logica in. Het lijkt erop dat de lidstaten maar weinig kennis hebben over Polen. Daarom moet 2003 een jaar van Europees onderricht worden, waarin de kennis over landen zonder stereotypen wordt vergroot. Androula VASSILIOU (ELD, regering, Cyprus) ziet Cyprus als een uitvalsbasis voor het Midden-Oosten en Afrika. Cyprus heeft veel geleden, maar heeft een benijdenswaardig niveau van democratie en welvaart weten te bereiken. Het streeft nu actief een werkbare oplossing na om de twee bevolkingen bijeen te brengen, zodat alle Cyprioten een levende cel kunnen worden in het organisme van de EU. Kazimierz UJAZDOWSKI (EVP/ED, oppositie, Polen) wijst erop dat Solidariteit de naam was van de belangrijkste vrijheidsbeweging in Europa. Solidariteit nu betekent dat de toetredingslanden rechtvaardig behandeld moeten worden en dat de EU niet slechts een club van economische belangengroepen hoort te zijn. De financiële voorwaarden die aan de toetredingslanden worden gesteld, moeten anders worden, zowel wat betreft de cohesiefondsen als de landbouw. Andrzej AUMILLER (PES, regering, Polen) vraagt zich af of het alleen de Polen zijn die bang zijn voor de EU, of dat de EU ook bang is voor de Polen. Goede informatie kan de angsten verdrijven. Ondanks financiële tekortkomingen kent Polen een jonge, dynamische bevolking die klaar staat om te concurreren. Toetreding zal geen verlies aan soevereiniteit betekenen; dat komt door de mondialisering. In de huidige wereld bestaan geen soevereine landen meer. Zbigniew CHRZANOWSKI (EVP/ED, oppositie, Polen) wil dat de gelijkheid bewaard blijft en dat het gemeenschappelijk landbouwbeleid werkelijk gemeenschappelijk blijft, met gelijke voorwaarden en gelijke inkomens voor alle boeren in Europa.

Fractiewoordvoerders Ilkka SUOMINEN (EVP/DE, FIN) vindt dat de nieuwe Unie in sommige opzichten een onbekende entiteit blijft. Veel hangt af van de resultaten van de Europese Conventie. De parlementariërs van de kandidaatlanden worden opgeroepen de burgers van hun landen ervan te overtuigen bij de referenda voor de uitbreiding te stemmen. De Unie brengt niet het paradijs, de landen zullen zelf hard moeten werken om van de deelname aan de Unie een succes te maken. Gary TITLEY (PES, VK) vindt het belangrijk om in te zien hoeveel vooruitgang er in relatief weinig tijd is geboekt. Onenigheid over onbelangrijke zaken moet plaatsmaken voor een erkenning van de voordelen van het lidmaatschap van de Unie. Het is belangrijk om de burgers in de lidstaten te informeren. Ole ANDREASEN (ELD, DK) wijst erop dat de EU niet alleen over landbouwsubsidies of visquota gaat, maar ook over belangrijker zaken als gemeenschappelijke waarden, mensenrechten en de rechten van minderheden. Pernille FRAHM (GUE/NGL, DK) waarschuwt tegen het gevaar het IJzeren Gordijn door een Zilveren Gordijn te vervangen. Het landbouwbeleid moet hervormd worden en elke vorm van discriminatie van de nieuwe landen moet worden weggenomen. Frahm ziet ernaar uit om eerst de aanvraag van Turkije in behandeling te nemen en daarna die van andere landen. Nelly MAES (GROENEN/EVA, B) zegt dat de EU veeleer een gemeenschap dan een gemeenschappelijke markt is. Het is belangrijk de culturele diversiteit zowel binnen als buiten de Unie te beschermen. Jens-Peter BONDE (EDD, DK) waarschuwt de nieuwe toetreders dat zij in een andere Unie terecht zullen komen dan zij misschien vermoeden, omdat de Conventie de Unie fundamenteel zal veranderen. Er moet geen systeem van roterende Commissarissen komen, dit zal ten koste gaan van de kleine lidstaten. De voor- en tegenstanders van de uitbreiding moeten in referenda in de kandidaatlidstaten evenveel aandacht krijgen. Jean-Marie LE PEN (NI, F) wijst erop dat West-Europa tegen het kwaad van het communisme heeft gevochten. De EU is echter geen verbond van nationale staten, maar een Rijk onder Amerikaanse bescherming. De kandidaatlidstaten moeten oppassen geen vazalstaten in een uitgebreid Europa te worden.

Nogmaals de Raad Anders FOGH RASMUSSEN ziet geen eerste- en tweedeklas lidstaten ontstaan. Overgangsperioden en vrijwaringsclausules zijn slechts bedoeld om landen de mogelijkheid te geven zich aan te passen. De Raad en de Commissie stellen nu om technische redenen een toetredingsdatum van 1 mei 2004 voor. De nieuwe lidstaten zullen mee kunnen doen aan de verkiezingen van juni 2004.

Nogmaals de Commissie Günter VERHEUGEN zegt dat zijn rol bijna is uitgespeeld. Het is noodzakelijk zich rekenschap te geven van de onderdrukking waaronder de meeste nieuwe lidstaten hebben geleden. De oude lidstaten kunnen op het gebied van respect voor de mensenrechten nog van de nieuwe lidstaten leren. Nogmaals de EP-voorzitter EP-voorzitter Patrick COX (ELDR, IRL) bedankt alle aanwezigen, onder wie de tolken die vandaag in 23 talen, zijnde 506 combinaties van talen, hebben gewerkt. Uit de werkwijze van vandaag blijkt het respect voor de culturele diversiteit en de gelijkheid van alle landen.