Kamervragen Karimi
gewelddadige gedrag tegen Palestijnse
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Binnenhof 4
Den Haag
Directie DAM
Afdeling Midden-Oosten
Bezuidenhoutseweg 67
Postbus 20061
2500 EB Den Haag
Datum
21 november 2002
Behandeld
Drs. M.J. van Deelen
Kenmerk
DAM-506/02
Telefoon
070-3485185
Blad
1/5
Fax
070-3486639
Bijlage(n)
1
E-Mail
DAM@minbuza.nl
Betreft
Beantwoording vragen van het lid Karimi over
het gewelddadige gedrag tegen Palestijnse burgers
Graag bied ik u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen
gesteld door het lid Karimi over het gewelddadige gedrag tegen
Palestijnse burgers. Deze vragen werden ingezonden op 25 oktober 2002
met kenmerk 2020302290.
De Minister van Buitenlandse Zaken
Mr. J.G. de Hoop Scheffer
Antwoord van de heer De Hoop Scheffer, Minister van Buitenlandse
Zaken, op vragen van het lid Karimi (GroenLinks) over het gewelddadige
gedrag tegen Palestijne burgers.
Vraag 1
Kent u het artikel "Palestijnse olijfplukkers dienen als
schietschijf"
Antwoord
Ja.
Vraag 2
Heeft de regering, al dan niet in EU-verband, Israël aangesproken op
het gedrag van de kolonisten nu deze gewelddadigheden steeds
frequenter plaatsvinden en als doel hebben de Palestijnen van hun
grond te verdrijven? Zo nee, waarom niet? Zo ja hoe luidde de reactie
van Israël?
Antwoord
Op 14 november jl. demarcheerde de EU-troika bij de Israëlische
autoriteiten om zorg te uiten over het onaanvaardbare gedrag van de
kolonisten ten opzichte van de Palestijnse boeren. De Israëlische
autoriteiten werden gewezen op hun verplichtingen als bezettende macht
om de orde te handhaven en werden opgeroepen er voor zorg te dragen
dat de veiligheidsdiensten de olijfplukkers beschermden. Benadrukt
werd dat de
gewelddadige acties niet pasten binnen de perceptie van Israël als een
democratische rechtsstaat en dat evenmin veiligheidsdoelen waren
gediend. De schuldige kolonisten dienden te worden berecht.
NRC Handelsblad, 22 oktober jl.
Israël accepteerde de verplichting om de orde te handhaven en stelde
dat de onwettige en moedwillige gewelddadigheden en de schade aan de
olijfoogst schadelijk en onacceptabel waren en moesten worden gestopt.
Leger en politie hadden duidelijke instructies terzake gekregen.
In EU-verband wordt Israël overigens regelmatig, in verklaringen en via démarches, aangesproken op het volgens internationaal recht illegale karakter van het nederzettingenbeleid.
Vraag 3
Deelt u de mening dat het gewelddadige gedrag van de kolonisten tegen
Palestijnse burgers de situatie doet escaleren?
Antwoord
Dergelijk gedrag tegen Palestijnse burgers verhoogt de spanningen.
Vraag 4
Wie beschermen de Palestijnse burgers tegen de aanvallen van
gewelddadige Israëlische kolonisten?
Vraag 5
Deelt u de mening dat het de taak is van de Israëlische regering de
Palestijnen te beschermen tegen de kolonisten, nu de Palestijnse
Autoriteit door de Israëlische acties ontmanteld is en niet in staat
is haar burgers te beschermen?
Antwoord 4 en 5
Het is de taak van Israël de orde te handhaven in de gebieden die het
bezet houdt. Voorzover conform de Oslo akkoorden deze bevoegdheid is
overgedragen aan de Palestijnse Autoriteit is Israël niettemin
verantwoordelijk waar er sprake is van herbezetting.
Vraag 6
Bent u bereid op korte termijn concrete initiatieven te presenteren
die ertoe bijdragen dat zo spoedig mogelijk een internationale
VN-waarnemersmacht in de bezette gebieden operationeel kan worden? Zo
neen, waarom niet? Ziet u andere mogelijkheden om in internationaal
verband (VN en EU) aan te dringen op internationale bemoeienis met de
situatie?
Antwoord
Momenteel worden de internationale inspanningen geconcentreerd in het
zogenaamde Kwartet (EU, VS, VN, Rusland). Deze hebben geresulteerd in
een "road map" die uitgaat van het uitroepen van een Palestijnse staat
binnen drie jaar. In deze road map is tevens een internationaal
monitoringsmechanisme voorzien. De Nederlandse inzet is er op gericht
zo spoedig mogelijk overeenstemming te bereiken over de totale road
map zodat met implementatie kan worden begonnen.
---