Ministerie van Algemene Zaken


1red11950
2002-11-22, NOS, Gesprek met de minister-president, N.3, 22.55 uur

VICE-PREMIER REMKES, NA AFLOOP VAN DE WEKELIJKSE MINISTERRAAD, OVER DE UITLATINGEN VAN MINISTER NAWIJN OVER DE DOODSTRAF, EMILE RATELBAND EN HET VERBOD OP CHOCOLADESIGARETTEN DOOR HET EUROPEES PARLEMENT


- UITSPRAKEN NAWIJN -
VAN DER GRAAF:
Hoe heeft u zelf de opmerking over de doodstraf van collega Nawijn ervaren?

REMKES:
Die uitspraak was natuurlijk buitengewoon ongelukkig. In zijn algemeenheid geldt, en daar is in de afgelopen paar maanden natuurlijk wel eens vaker de hand mee gelicht, eenheid van kabinetsbeleid. Nu is het zo dat naarmate je dichter bij verkiezingen komt, mensen ook geleidelijk aan een andere rol gaan vervullen, kandidaat Kamerlid voor hun politieke partij, en dat je dus zo af en toe ook de vrijheid neemt om in die rol bepaalde uitspraken te doen. Daar is ook helemaal niets mis mee. Maar collega Nawijn sprak niet als lid van het kabinet, sprak niet als beoogd lijsttrekker van zijn politieke partij en werd dus buitengewoon kwetsbaar. Waarbij het overigens wat mij betreft op zichzelf zo is dat als kandidaat Kamerleden de behoefte hebben om hun maatschappelijk thema aan de orde te stellen, dat dat moet kunnen.

VAN DER GRAAF:
Hij verwoordde volgens een onderzoek 40% van de Nederlandse bevolking.

REMKES:
Daar zijn wel eens vaker onderzoeken naar gedaan. Dat blijft redelijk stabiel en dat is ook precies de reden waarom ik zeg: "Als een kandidaat voor een politieke partij een thema aan de orde wil stellen, dan heeft hij wat mij betreft de volle vrijheid om dat te doen."

VAN DER GRAAF:
Waarom dan dit tumult? Verder vond niemand dat hij die vrijheid had.

REMKES:
Omdat hij dat dus deed in een buitengewoon onduidelijke rol. Hij bracht zelf een scheiding aan tussen zijn lid-zijn van het kabinet en Nawijn als persoon. En dat kan dus niet. Je moet je uitspraken altijd doen in een bepaalde jas, om daarmee ook aan te geven in de richting van de bevolking: dat is de betekenis van mijn uitspraken.

VAN DER GRAAF:
Uiteindelijk heeft hij een politieke doodzonde begaan?

REMKES:
Onder normale politieke omstandigheden noem je dit een politieke doodzonde.

VAN DER GRAAF:
Dit is de tweede, want hij had een paar maanden geleden al geroepen dat we Marokkanen met een Nederlands paspoort uit gaan zetten naar Marokko.



REMKES:
Daar heeft hij later trouwens wel weer wat op teruggenomen. Maar hij heeft ook dingen aangekaart waarop ook commentaar kwam, en waarvan ik zeg: "Dat is zijn verantwoordelijkheid, ook als lid van het kabinet, om dat wel te doen waar het gaat om bijvoorbeeld subsidies aan allochtone organisaties."

VAN DER GRAAF:
Was u tevreden over de manier waarop hij uiteindelijk dinsdag omging met de verantwoordelijkheid?

REMKES:
Ik vond het plaatje niet mooi.

VAN DER GRAAF:
Is dat Gronings understatement?

REMKES:
Zo is het.

VAN DER GRAAF:
100% dus. Dinsdag verschijnt hij met de minister-president in de Tweede Kamer. Wist u van wat de minister-president daar ging zeggen?

REMKES:
Ik had wel een bepaald vermoeden, maar het was niet afgestemd. Voor die tijd, omdat er toevallig een vergadering van een onderraad was, was de verklaring ook in de onderraad voorgelezen en de minister-president heeft daar ook enige waarderende woorden van zijn kant aan toegevoegd. Dus de goede luisteraar in politiek opzicht kon al ongeveer nagaan wat er in de Kamer zou gaan gebeuren.

VAN DER GRAAF:
Politieke doodzonde van een lid van het kabinet, die het voor de tweede keer doet en met de vice-premier van de VVD is de tekst niet afgestemd?

REMKES:
Die tekst is niet met mij afgestemd.

VAN DER GRAAF:
Zou u hem zelf krachtiger hebben aangescherpt?

REMKES:
Ik had in die verklaring niet dat onderscheid tussen persoon en lid van het kabinet gemaakt. Daar zat tegelijkertijd de zwakheid van de verklaring.

VAN DER GRAAF:
Maar als u dat niet had gedaan en u was streng geweest, dan zou uw conclusie hebben moeten zijn dat hij had moeten hangen?

REMKES:



Het demissionaire karakter van kabinet maakt natuurlijk dat die discussie ook niet meer op die manier zo scherp wordt gevoerd, ook gegeven de politieke turbulentie van de afgelopen maanden.

VAN DER GRAAF:
Iedereen zegt: "Waarom heeft Balkenende niet gewoon de knoop doorgehakt? Iemand die twee keer zo de regels schendt, internationaal politiek een figuur slaat. We hebben jaren tegen de Turken gezegd: "Niks in de EU zolang je de doodstraf hebt", en dan roepen we zelf: "De doodstraf"." Zo'n man kun je toch niet handhaven in het kabinet?

REMKES:
Die vraag moet u niet aan mij stellen, die vraag moet u aan de heer Balkenende stellen.

VAN DER GRAAF:
De vraag was: zou u het anders verwoord hebben? U zegt: "Ik zou dat onderscheid tussen mens, lijsttrekker en politicus niet zo hebben gemaakt." Toen vroeg ik: zou u dan niet automatisch tot de conclusie zijn gekomen dat de heer Nawijn zou hebben moeten opstappen?

REMKES:
Ik heb mij mentaal niet in die positie verplaatst. Dus die vraag heb ik voor mijzelf niet beantwoord.

VAN DER GRAAF:
U vind niet dat ik een logische conclusie trek uit wat u net zei?

REMKES:
Nee, maar echt logische conclusies bestaan niet altijd als het om dit soort subtiliteiten gaat.

VAN DER GRAAF:
U zit volgens mij al dertig jaar in de politiek. Kunt u nou aan de kijker uitleggen waarom integraal de Tweede Kamer over meneer Nawijn heen valt, een heel kabinet valt over de heer Nawijn heen en in het kabinet wordt niet op zijn ontslag aangedrongen en in het parlement is zelfs niemand die om zijn ontslag vraagt. Is dat nou duidelijkheid?

REMKES:
Nee, dat is niet duidelijk. Maar misschien ligt ook een andere vraag voor de hand. Wat zou je gedaan hebben als je in de schoenen van Nawijn zou hebben gestaan? Bewindslieden kunnen ook zelf het initiatief nemen.

VAN DER GRAAF:
Vindt u dat hij dat beter had kunnen doen?

REMKES:
Die vraag moet u aan de heer Nawijn stellen, maar ik zou het gedaan hebben.

VAN DER GRAAF:
Vindt u niet dat de Kamer en het kabinet tezamen, om welke reden dan ook naar de kiezer en de burgers van dit land een zwak signaal hebben afgegeven?

REMKES:



Ik denk dat er iets anders aan de orde is en dat is een wat breder verschijnsel. Het gaat mij in brede zin om het aanzien van de politiek van de afgelopen maanden. Dat is natuurlijk allemaal niet fraai. Ik ervaar dat zelf ook soms met een gevoel van schaamte, omdat je ook bij burgers merkt: de politiek maakt er een potje van, jij behoort ook tot Den Haag en jij zult er dus ook wel een potje van maken. Dan kom je in een hopeloze positie te zitten, maar je kunt er dus niets aan doen.

VAN DER GRAAF:
De hamvraag: Houdt u de mogelijkheid open dat na de verkiezingen de VVD in een coalitie terecht komt waar ook de LPF aan deelneemt?

REMKES:
Die kans is er niet groter op geworden. Die was al niet groot. Ik sluit voor de verkiezingen niets uit. Dat is mijn algemene instelling omdat ik dat politiek niet goed vind, maar de kans op coalitievorming met de LPF is niet groter geworden, maar het hangt er wel vanaf hoe het politieke plaatje er op 22 januari uitziet. Ik sluit niets uit, maar de kans is niet groot.


- RATELBAND -
VAN DER GRAAF:
Ratelband als lijsttrekker van Leefbaar Nederland. Wat doet dat voor het vertrouwen in de politiek?

REMKES:
Ik kwam vanmorgen in een persbericht een uitspraak van de heer Ratelband tegen: Tsjakka, en morgen zijn de files opgelost. Toen ik dat las dacht ik: wederom wordt er geen bijdrage geleverd aan een serieuzer aanzien van de politiek. Iedere burger met gezond verstand weet dat dat niet kan. Ik vind dat politici in zijn algemeenheid nooit verwachtingen mogen wekken waarvan ze van te voren weten dat ze niet waar te maken zijn.

VAN DER GRAAF:
Ik merk in Den Haag onmiddellijk een soort tegendraadsheid tegen zijn lijsttrekkerschap. Je zou ook kunnen zeggen dat de Nederlandse burger niet achterlijk is en die gaat daar gewoon niet op stemmen.

REMKES:
Daar ga ik ook vanuit.

VAN DER GRAAF:
Toch bevalt het u niets dat hij lijsttrekker wordt?

REMKES:
Omdat hij dit soort uitspraken doet. De heer Ratelband mag wat mij betreft lijsttrekker worden. Daar heb ik allerminst bezwaren tegen, als hij met serieuze uitspraken komt. Ik wens met collega-politici op een serieuze manier in debat te kunnen gaan. Dat kan ik op deze manier niet.


- CHOCOLADESIGARETTEN -
VAN DER GRAAF:



U zit volgens de huidige politieke opvattingen in Den Haag hier in vier verschijningsvormen. U bent namelijk vice-premier, minister van Binnenlandse Zaken, tweede man op de lijst van de VVD en u bent ook nog de mens Remkes. In alle vier uw verschijningsvormen bent u een zware roker. Het Europees Parlement heeft vandaag besloten op te roepen tot een verbod op chocoladesigaretten. Wat vindt u daarvan?

REMKES:
Ik heb het Europees Parlement wel eens vaker uitspraken horen doen over de mate van kromheid van bananen, de ingrediënten die in een gehaktbal horen te zitten. Kortom, doe gewoon op een serieuze manier je werk en hou je bezig met de vragen waar het werkelijk om gaat.
(Letterlijke tekst, ongecorrigeerd, RD)