Persbericht
26-11-2002
Omlegging Stougjesdijk stapje dichterbij
Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland (GS) gaan Provinciale Staten
vragen het Planstudiebesluit te nemen zodat zij verder kunnen met de
uitwerking van een omlegging Stougjesdijk. Dat schrijven zij in een
brief aan de bewoners van de Stougjesdijk.
GS hebben ingestemd met de Informatienota over de Stougjesdijk in de
gemeente Oud-Beijerland. Deze informatienota is het resultaat van de
verkeerskundige én de ruimtelijke verkenning naar de
leefbaarheidproblemen veroorzaakt door het verkeer op de Stougjesdijk.
Op basis van deze informatienota willen GS dat Provinciale Staten (PS)
het Planstudiebesluit nemen, zodat een omlegging Stougjesdijk verder
kan worden uitgewerkt door provincie in samenwerking met de gemeente
Oud-Beijerland.
In september 2002 is de verkeerskundige verkenning al besproken in de
Statencommissie 'Zuid'. Uit die gedetailleerde verkeerskundige analyse
volgde de conclusie, dat een omlegging Stougjesdijk verkeerskundig
gezien de voorkeursoplossing is om de huidige problematiek op de
Stougjesdijk op te lossen.
verstedelijking
Door realisatie van een omlegging Stougjesdijk zal de neiging om het
gebied tussen de bestaande en omgelegde Stougjesdijk met nieuwe
functies op te vullen, toenemen. Echter, het is voor de provincie geen
automatisme dat een omlegging ook verstedelijking inhoudt. De
afgelopen maanden is gestudeerd op een ruimtelijke inpassing cq.
onderbouwing van een omlegging Stougjesdijk. In het geval Stougjesdijk
lijkt het logisch eventuele verstedelijking juist los te koppelen van
de aanleg van infrastructuur. Dit vanwege het huidige ruimtelijke
beleid, zoals dat is vastgelegd in het streekplan Zuid-Holland Zuid.
Maar ook omdat uit een financieel-economische verkenning, uitgevoerd
door de gemeente Oud-Beijerland, blijkt dat een bijdrage uit de
exploitatie van het gebied in de kosten van de aanleg van de omlegging
niet aannemelijk is. Voor de financiering van de aanleg is het dus
niet van belang.
Daarom stellen GS dat het onjuist is om het ruimtelijke vraagstuk te
koppelen aan een "incident" in de vorm van een omlegging. Een
eventuele invulling cq. verstedelijking van het gebied tussen de
bestaande en omgelegde Stougjesdijk, betekent een wijziging van
bestaand ruimtelijke beleid die een streekplanherziening vereist. In
dat kader hoort dan ook de discussie thuis over een eventuele
ruimtelijke invulling van het gebied.
Omlegging
Voor nu wordt allereerst ingezet op een omlegging Stougjesdijk temeer
dat daar nu is vastgesteld, dat het huidige streekplan de ruimte biedt
om de omlegging zonder streekplanherziening te realiseren. Bij een
besluit tot aanleg kan deze dus snel(ler) worden gerealiseerd zonder
een discussie over een ruimtelijke invulling.
Overigens geeft de ingezette "marsroute" nog geen garantie op een
snelle aanleg. Daarom wordt ook verder gewerkt aan maatregelen voor de
korte termijn. Zo is onlangs de maximumsnelheid op de dijk
teruggebracht van 60 km/u naar 50 km/u.
Procedure
Van een idee tot daadwerkelijke realisatie van een infrastructureel
project, zoals een omlegging Stougjesdijk, is in een provinciale
procedure vastgelegd. Deze systematiek is opgedeeld in een aantal
beslismomenten die weer onderdeel zijn van bepaalde projectfasen. Om
boven aan de trap te komen is het nodig alle treden te nemen.
Met het planstudiebesluit wordt de zogeheten verkenningenfase
afgesloten. En start de volgende fase, namelijk de planstudiefase. In
deze planstudiefase wordt een m.e.r.- procedure doorlopen en wordt een
definitief tracé gekozen, ook wordt een voorlopig ontwerp gemaakt.
Hiernaast moet bedacht worden, dat met een planstudiebesluit wel weer
een stap wordt genomen, maar dat financiële dekking van een omlegging
Stougjesdijk nog niet is geregeld.
Aan het eind van de planstudiefase, als er meer duidelijkheid is over
de projectkosten en de dekking ervan, kan het project financieel
worden ingepast. Na het planstudiebesluit gaan provincie en gemeente
samen het project uitwerken, het besluit is een noodzakelijke stap
richting uitvoering.