27 november 2002
Ruim helft patiënten geholpen met bypassoperatie
Hartfalen is een veel voorkomende aandoening waarbij het hart het
bloed niet goed meer door het lichaam pompt. Sommige patiënten kunnen
baat hebben bij een bypass-operatie waarbij de doorbloeding van het
hart verbetert en de pompfunctie beter wordt. Deze operatie heeft
echter risicos. Niet alle patiënten knappen er van op. Tot op heden
was niet bekend bij hoeveel mensen de operatie effect heeft. Arend
Schinkel komt in zijn proefschrift Beeldvormend cardiaal stress
onderzoek: een klinische test is volwassen geworden, tot de conclusie
dat ruim de helft van de patiënten met hartfalen voordeel heeft van
een bypassoperatie. Schinkel promoveert op woensdag 27 november aan de
Erasmus Universiteit Rotterdam.
Single photon emission computed tomography (SPECT) is een scan waarmee
de glucoseopname van het hartspierweefsel wordt gemeten. Met deze
methode is aangetoond dat ruim de helft van de patiënten met
hartfalen, hartspierweefsel heeft dat in rust niet meer pompt, maar
nog wel glucose opneemt. Een bypass-operatie kan de klachten
verminderen en de prognose bij deze patiënten verbeteren.
Er wordt vaak gedacht dat bij patiënten met hartfalen waarbij het
elektrocardiogram een hartinfarct laat zien, een bypassoperatie geen
verbetering zal bieden. Dit berust volgens dit proefschrift op een
misverstand. Als er met een elektrocardiogram of hartfilmpje een
hartinfarct wordt vastgesteld in een gebied met een verminderde
pompfunctie, kan het zijn dat dit hartspierweefsel in een rusttoestand
verkeert.
Bij deze patiënten is een dobutamine stress echocardiogram of scan
nodig om te kijken of er verbetering van de pompfunctie te verwachten
is na een bypass-operatie. De promovendus onderzocht ook de waarde van
een SPECT- scan voor het voorspellen van de prognose bij patiënten met
mogelijke vernauwingen in de kransslagaders. Een grote groep patiënten
werd gedurende 8 jaar na een scan gevolgd. Patiënten met een normale
scan hebben een goede prognose, die vergelijkbaar is met de normale
bevolking. Bij een afwijkende scan is de prognose duidelijk slechter.
Deze patiënten moeten dus intensief gecontroleerd worden. Ook bij
patiënten met suikerziekte kan een scan belangrijke informatie bieden
over de prognose van de patiënt.
Promotor: prof.dr. J.R.T.C. Roelandt, Klinische echocardiografie
Noot voor de pers
Promotie: woensdag 27 november 2002
Tijd: 13.45 uur
Plaats: Erasmus MC, faculteitsgebouw, collegezaal 7
Info: bij de promovendus, tel. (010) 463 5994
e-mail: arendschinkel@hetnet.nl
INLINE] INLINE]