Ingezonden persbericht


28 november 2002

Nederlands fotomuseum een feit

Per 2003 is het Nederlands fotomuseum een feit. Bijna tien jaar nadat het Nederlands Foto Instituut, het Nederlands Fotoarchief en het Nationaal Fotorestauratie Atelier zich vestigden aan de Witte de Withstraat in Rotterdam gaan zij gezamenlijk onder een nieuwe naam verder. Het Nederlands fotomuseum richt zich op de fotografie in de breedste zin van het woord. Met de tentoonstelling De Ramp van '53 door het oog van de media, die opent op 19 januari 2003, zal het fotomuseum zich voor het eerst presenteren aan het publiek. Voorlopig zal het fotomuseum nog te vinden zijn aan de Witte de Withstraat. Eind 2004 is de verwachting dat het de deuren zal openen in het gebouw Las Palmas op de Kop van Zuid.

Drie nationale foto-instellingen gaan vanaf januari 2003 samen in het Nederlands fotomuseum: het Nederlands Fotoarchief (nfa), beheerder van het grootste aantal negatievenarchieven in ons land, het Nationaal Fotorestauratie Atelier (NFrA), het enige in fotoconservering en -restauratie gespecialiseerde atelier in Nederland en het Nederlands Foto Instituut (NFI), dat de historische en eigentijdse fotografie een platform biedt. Het Nederlands fotomuseum is niet simpelweg een optelsom van bestaande activiteiten, maar juist het resultaat van een inspirerende wisselwerking tussen collecties en presentaties.

Eind 2001 hebben de drie instellingen het initiatief tot oprichting van een Nederlands fotomuseum kenbaar gemaakt in de 'Blauwdruk voor het Nederlands fotomuseum'. Deze blauwdruk is voorgelegd aan het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, de gemeente Rotterdam en de Wertheimer Stichting. De stichting Nederlands fotomuseum werd op 1 maart 2002 opgericht. De bestuurders van de drie afzonderlijke instellingen vormen in een personele unie het algemeen bestuur, dat bestaat uit zes personen. Het dagelijks bestuur bestaat uit Ronald Vles, Ronald Vecht en Mattie Boom.

Het Nederlands fotomuseum houdt zich bezig met de fotografie in de breedste zin van het woord: fotohistorie, de ontwikkeling van de hedendaagse fotografie, professionele en amateurfotografie, de grensgebieden van de fotografie (bijv. met de beeldende kunst, de media, en de film) etc. Deze onderwerpen worden op verschillende manieren benaderd en behandeld, gepresenteerd in tentoonstellingen, publicaties, webpages, lezingen, fotokijkdagen, workshops en symposia. Onderzoek zal bij al deze activiteiten een belangrijke rol spelen. Het fotomuseum wordt tevens een krachtige stimulator van de Nederlandse fotografie in het buitenland. De koerswijziging was afgelopen periode al zichtbaar in het tentoonstellings- en activiteitenprogramma van het NFI.

Het Nederlands fotomuseum presenteert zich voor het eerst aan het grote publiek met de tentoonstelling De Ramp van '53 door het oog van de media. Deze presentatie is een goed voorbeeld van de meerwaarde die een combinatie van historisch onderzoek en een eigentijdse presentatievorm kan opleveren. De tentoonstelling brengt voor het eerst fotoreportages, kranten, tijdschriften, radioverslagen, het Polygoonjournaal, uiteraard de fotografische impressies en de speciale uitgave voor het rampenfonds - het boek De Ramp - samen. Naast aangrijpende foto's worden al deze verslagen van de eerste dagen na de ramp gepresenteerd in een supersonische interactieve presentatie met (bewegend) beeld en geluid. De nieuwe Engraph multimedia machine maakt met één druk op de knop razendsnel dit uiteenlopende materiaal zichtbaar. Op deze wijze kan de bezoeker voor het eerst kennisnemen van zoveel bekend en onbekend materiaal. De presentatie wordt gerealiseerd in samenwerking met Frank den Oudsten en Lenneke Büller (Amsterdam).