Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018
2500 EA Den Haag
uw brief van

uw kenmerk

ons kenmerk
GRR. 2002/1484
datum
28-11-2002

onderwerp
Financiën 2003 voor verwerving en inrichting landelijk gebied TRC 2002/10165

bijlagen

Geachte Voorzitter,

In mijn brief van 9 oktober jl., kenmerk DN. 2002/3026, ben ik ingegaan op de gevolgen van de ombuigingen op het budget voor natuuraankopen naar aanleiding van het Strategisch Akkoord.

Met onderhavige brief wil ik u informeren over de financiën die in 2003 beschikbaar zijn voor de gebiedsgerichte inrichting van het landelijk gebied. Zoals u bekend, hebben Rijk en IPO/provincies in het kader van het Sturingsmodel voor de gebiedsgerichte inrichting van het landelijk gebied afgesproken jaarlijks een uitvoeringscontract te sluiten over de door de provincies te realiseren rijksdoelen, alsmede de daarvoor beschikbare middelen. In de opmaat naar het Uitvoeringscontract 2003 zijn er verschillen gebleken tussen de financiële mogelijkheden van het Rijk, i.c. LNV, op het gebied van grondverwerving en inrichting en de verwachtingen van het IPO/de provincies terzake.

datum
28-11-2002

kenmerk
GRR. 2002/1484

bijlage

Grondverwervingsbudget 2003.

Het verwervingsbudget voor de EHS staat in 2003 onder grote druk. Conform het Strategisch Akkoord wordt het verwervingsbudget in 2003 met EUR 70 miljoen omgebogen.
Verder is er op het beleidsterrein natuur in 2002 sprake van hogere uitgaven die deels doorwerken in de begroting voor 2003. Het gaat daarbij om hogere uitgaven voor het Faunafonds en de uitvoering van de Flora- en Faunawet.
Dit jaar zijn er ook meer aanvragen voor agrarisch natuurbeheer gehonoreerd en is er sprake van hogere uitvoeringskosten voor het Programma Beheer. Bovendien komt een deel van de kosten voor agrarisch natuurbeheer niet in aanmerking voor cofinanciering uit Brussel, omdat de agrarische natuurverenigingen niet voldoen aan de EU-voorwaarden.

Geconstateerd moet worden dat er juist in 2002 veel mogelijkheden zijn geweest voor het realiseren van natuurdoelen. Vooral bij verwerving was er dit jaar sprake van een hoog grondaanbod van boeren.

Mede door de extra verwervingsmiddelen uit het Natuuroffensief kon veel grond voor natuur worden verworven.
In september dit jaar was het gehele budget voor grondaankopen voor de EHS reeds belegd.

In verband met het beperkte verwervingsbudget voor 2003 zal ik prioriteiten moeten stellen bij het aankopen van gronden voor de EHS. Ik kom tot de volgende prioriteitsvolgorde:
1. Aankopen uit de overloop 2002 van de Regeling subsidies particuliere terreinbeherende natuurbeschermingsorganisaties. 2. Aankopen waarop door DLG in 2002 geboden is en die niet meer zonder reële risico's op schadeclaims door de verkoper kunnen worden stopgezet.
3. Aankopen die onderdeel vormen van een onteigeningsprocedure, zoals die met steun van een ander departement, provincie of gemeente reeds is ingezet.
4. Aankopen waarbij de verkoper een beroep doet op de koopplicht. 5. Aankopen binnen een rijksproject/programma van andere departementen waarover politieke (termijn)afspraken zijn gemaakt en waarvan de voortgang c.q. afronding in het geding is. Het betreft onder andere de Nadere Uitwerking Rivieren Gebied (NURG, V&W) en Maaswerken (V&W).
6. Overige urgente aankopen met een hoge bestuurlijke urgentie en/of hoog natuurrendement.

Voorrang hebben allereerst juridisch harde verplichtingen (de categorieën 1 tot en met 4) en vervolgens bestuurlijke afspraken (categorieën 5 en 6), waarbij de betrouwbaarheid van de overheid in het geding is. Hierbij erken ik de verantwoordelijkheid van de provincies bij de sturing en programmering van de grondverwerving EHS. Zowel LNV als de provincies zijn echter in ieder geval gehouden de juridisch harde verplichtingen na te komen.
De exacte kwantitatieve omvang van bovengenoemde categorieën ben ik nog aan het inventariseren. Ik zal u hierover tijdens het wetgevingsoverleg op 2 december a.s. nader informeren.

In het overleg met het IPO is ook de mogelijkheid van voorfinanciering door de provincies aan de orde gekomen. Nu het Rijk vanwege de ombuigingen op het aankoopbudget alsmede hogere uitgaven op het beleidsterrein natuur in 2002, die deels doorwerken naar 2003, een tijdelijk financieringsprobleem heeft, hebben enkele provincies aangeboden de EHS-aankopen door het Rijk voor te schieten. Ik stel het aanbod op prijs en zal het in overweging nemen. Hiermee kunnen mogelijk de budgettaire gevolgen van het tijdelijke financieringsprobleem over meerdere jaren worden gespreid, waardoor de beleidsrealisatie van de EHS op koers kan worden gehouden. Er moet echter voor worden gewaakt dat hierdoor het financiële probleem alleen maar naar de toekomst wordt geschoven, waardoor een te groot beslag wordt gelegd op het toekomstige verwervingsbudget. Daarom zal de terugbetaling van de eventueel voorgeschoten middelen over een lange periode moeten plaatsvinden en zullen er geen rentelasten mee gemoeid moeten zijn. Op korte termijn zal ik met de provincies in overleg treden over hun aanbod.

Landinrichtingsbudget 2003.

Om de lopende landinrichtingsprojecten te financieren is op kasbasis in 2003 een bedrag van EUR 110 miljoen beschikbaar. Met deze projecten worden ook rijksdoelen gerealiseerd. Het budget is voldoende om in de kasbehoefte te voorzien en tegenvallende kostenstijgingen in lopende projecten en apparaatskosten op te vangen.

Samen met de provincies heb ik geconcludeerd, dat er in 2003 nauwelijks ruimte is om nieuwe projecten te kunnen starten. Voorbereiding van de verschillende landinrichtingsmodules zal in 2003 kunnen plaatsvinden, waarna begin 2004 direct met de uitvoering zou kunnen worden gestart. De feitelijke vertraging in de voortgang van projecten kan daarmee beperkt blijven tot enkele maanden. Verder wil ik nadere afspraken maken over het benutten van de D2-middelen uit de structuurfondsen van de EU en de in het verleden gemaakte afspraak over de inzet van D2-middelen ten behoeve van de reconstructie herbevestigen.

Het jaar 2003 wil ik gebruiken als een overgangsjaar: enerzijds om nieuwe afspraken met provincies te maken over het sturingsmodel voor de gebiedsgerichte inrichting van het landelijk gebied en anderzijds om de meerjarige financiële problematiek te reduceren

De minister van Landbouw, Natuurbeheer
en Visserij,

dr. C.P. Veerman


---