Gemeente Bergen op Zoom


Reactie burgemeester bij ontvangst rapport onderzoekscommissie

De onderzoekscommissie biedt heden haar bevindingen aan. Een eerste lezing heeft duidelijk gemaakt dat de commissie heeft beantwoord aan de vraag om middels een quick-scan onderzoek te verrichten naar verstrekking van donaties aan fracties uit de raad van onze gemeente. De commissie heeft conform mijn verzoek het besluitvormingsproces getoetst op de bepalingen van de Gemeentewet en de integriteitscode van onze gemeente. Zij heeft tevens in kaart gebracht op welke wijze politieke partijen omgaan met giften en de openbaarmaking daarvan. Tot slot heeft de commissie ook adviezen geformuleerd inzake aanscherping van integriteitscode. Ik wil de commissie hiervoor bedanken en mijn waardering uitspreken voor de diepgang van het rapport en zorgvuldige redactie.

Het rapport bevat een kritische analyse van het besluitvormingsproces en plaatst kanttekeningen bij de rol die het college heeft gespeeld, fracties en leden uit de raad, de burgemeester, en betrokken bedrijven. De evaluatie van het proces is, zowel in de richting van college en raad, maar ook in de richting van individuele betrokkenen, indringend. Het past de burgemeester niet om op dit moment een oordeel te geven over de conclusies, maar in algemene zin moet wel worden gesteld dat de commissie een hard oordeel uitspreekt over de bestuurscultuur in onze gemeente. De commissie stelt dat hiermee het belang van Bergen op Zoom onrecht wordt gedaan. Zij spreekt hier niet alleen over ons belang als bestuur, maar met name het belang van onze inwoners, de mensen voor wie ons dagelijks inzetten. Een harde uitspraak van de commissie die het bestuur zich ernstig moet aantrekken.

De commissie maakt indringend zichtbaar op welke wijze er door college en raad geworsteld is met het dilemma tussen enerzijds de drang om te komen tot snelle besluitvorming, en anderzijds de transparantie van het besluitvormingsproces en de verschijningsvormen daaromheen. Het is goed om te vernemen dat de commissie tot de conclusie komt dat de commissie geen reden heeft te geloven dat het besluit van de gemeenteraad anders zou zijn uitgevallen zonder de besproken kwesties rond de integriteit. Dit laat echter onverlet dat de commissie de gemeente een indringende les voorhoudt.

De door de commissie aangeboden aanbevelingen bieden perspectief om naar de toekomst toe tot een verbetering van het integriteitsbeleid, maar ook het besluitvormingsproces te komen.
Deze verbetering kan echter alleen wanneer de spelers op het veld bereid zijn om met elkaar tot goede afspraken te komen. Burgemeester, college en raad zullen daarbij bereid moeten zijn om gezamenlijk op te trekken, met ieder zijn eigen verantwoordelijkheid daarin. Ik hoop dat de discussies, die de komende periode op ons afkomen, er op gericht zullen zijn om gezamenlijk te werken aan een nieuwe aanpak. Dat zijn we niet alleen aan onszelf verschuldigd, maar in eerste instantie aan de inwoners van Bergen op Zoom.

Verwacht mag worden dat het rapport de nodige emoties los maakt; er worden immers personen en fracties kritisch beoordeeld. Het kan niet anders dan dat de noodzaak aanwezig is om verantwoording af te leggen. Ik doe echter een beroep op alle betrokkenen om elkaar niet af te rekenen maar eerder lessen te leren uit hetgeen is gebeurd.

In historisch perspectief gezien past het onderzoek in een reeks van ontwikkelingen die zeker met elkaar in verband staan: SR In het rapport van Prof. Tops e.a. van juli 2001 over het (S)Criem-project in Bergen op Zoom karakteriseren de onderzoekers Bergen op Zoom als een stad/gemeente met een van oudsher katholieke cultuur, die ondermeer wordt gekenmerkt door een bloeiend maatschappelijk leven en een daarbij behorend middenveld dat maatschappelijk, cultureel en politiek een belangrijke rol speelt. Een ander element is het belang van informele verbanden voor de communicatie en besluitvorming: inwoners en bestuurders van de stad zijn op informele wijze met elkaar verbonden.

De onderzoekscommissie sluit in feite in haar conclusies aan op deze karakeristiek.
SR In de loop van 2001 heeft de raad zich verdiept in het vraagstuk integriteit. Het mag duidelijk zijn dat we nog niet ver genoeg zijn met de ontwikkeling daarvan, maar een basis is gelegd. SR In juni 2002 ben ik begonnen met afzonderlijke gesprekken met de 9 fracties uit de raad, om van gedachten te wisselen over de bestuurscultuur in onze gemeente. Gebleken is dat er grote bereidheid bestaat om daarover door te praten. Bij de meeste fracties bestaat er echter onduidelijkheid over de wijze waarop de raad met elkaar invulling moet geven aan verbetering van die bestuurscultuur. Op korte termijn hoop ik met een rapportage te komen; de noodzaak daartoe is nu nadrukkelijk aanwezig.

Het rapport van de commissie bevestigt het belang van transparantie en integriteit. Het zou een gemiste kans zijn om dit rapport naast ons neer te leggen. Raad, college en burgemeester hebben genoeg ingrediënten om met elkaar aan de slag te gaan. Ik hoop dat iedereen zich zal inspannen om met mij hieraan te werken. Als voorzitter van de raad en het college wil ik laten zien dat het gemeentebestuur op een positieve en constructieve manier kan werken aan de verbetering van de bestuurscultuur en daarmee aan het belang van Bergen op Zoom.