---

Brieven aan de Kamer
---

Verslag van de bijeenkomst van de EU-defensieministers op 19 november 2002

25-11-2002

Ministerie van Defensie

Postbus 20701

2500 ES Den Haag

Telefoon (070) - 3 18 81 88

Fax (070) - 3 18 78 88

Aan

De Voorzitter van de

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Plein 2

2511 CR Den Haag

Afschrift aan

De Voorzitter van de

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Binnenhof 22

2513 AA Den Haag

Datum

Ons kenmerk

Onderwerp

25 november 2002

Verslag van de bijeenkomst van de EU-defensieministers op 19 november 2002 in het kader van de Raad Algemene Zaken en Externe Betrekkingen

Op 19 november 2002 kwamen de EU-ministers van Defensie bijeen in het kader van de Raad Algemene Zaken en Externe Betrekkingen. Hierbij informeer ik u over de resultaten van deze bijeenkomst. Het verslag van de bijeenkomst van de ministers van Buitenlandse Zaken, waaraan ook de EVDB-conclusies zijn toegevoegd, wordt u separaat toegestuurd. Opnieuw vormde de versterking van de Europese militaire capaciteiten het voornaamste gespreksonderwerp. Daarnaast is van gedachten gewisseld over de financiering van defensie-investeringen en werd kort stil gestaan bij de ontwikkeling van snelle reactie elementen, gemeenschappelijke training en de Mediterrane dimensie. De gemeenschappelijke opvattingen over deze onderwerpen zijn vastgelegd in de EVDB-conclusies, die aan het slot van de bijeenkomst zijn aangenomen. Militaire capaciteiten In het algemeen heerste tevredenheid over de voortgang binnen de ECAP-panels maar werd tevens geconstateerd dat nog veel werk verzet moet worden om tot praktische en concrete voorstellen te komen voor de verschillende tekortkomingen. Uiterlijk 1 maart zullen de panels hun eindrapport uitbrengen. Vervolgens kunnen concrete projecten ter hand worden genomen. Voor mei 2003 wordt een nieuwe Capabilities Conference voorzien. Verder is besloten om de "National Armaments Directors" nauwer bij de werkzaamheden van de ECAP-panels te betrekken. Verschillende ministers en ook SG/HV Solana hebben aangegeven dat politieke sturing door de ministers van Defensie voor de voortgang in het ECAP-proces onontbeerlijk is. Zelf heb ik aangekondigd dat ik mij hiervoor persoonlijk zal inspannen, zeker wat betreft de panels die Nederland (mede) voorzit. Namens de andere partners ( België, Duitsland, Frankrijk, Italië, Spanje en het Verenigd Koninkrijk) heb ik de European Airlift Co-ordination Cell (EACC) aangeboden voor opneming in de Headline Goal Force Catalogue. In de EACC, gevestigd op de luchtmachtsbasis Eindhoven, coördineren de genoemde landen de inzet van hun capaciteiten op het gebied van luchttransport en "air-to-air refuelling". Nederland zal tevens nagaan welke capaciteiten die in het kader van het "Prague Capability Commitment" zijn aangeboden, tevens voor de Headline Goal Force Catalogue kunnen worden aangemeld. Vermoedelijk zal dit voor (vrijwel) alle aangeboden capaciteiten het geval zijn. Financiering defensie-investeringen Zoals bekend leven binnen de Europese Unie verschillende ideeën over de manier waarop extra financiële middelen kunnen worden vrijgemaakt voor defensie-investeringen, waaronder het aanpassen van de begrotingsregels van het Stabiliteitspact. Nederland voelt in het geheel niet voor het uitzonderen van defensie-investeringen van het Stabiliteitspact. Het Griekse voorzitterschap stelde de oprichting van een informeel forum voor de financiering van defensie-investeringen voor. Ik heb aangegeven dat Nederland een dergelijk forum niet de aangewezen weg acht om dit onderwerp te lijf te gaan. Creatieve financiële oplossingen als leasing en pooling genieten de voorkeur en moeten binnen de bestaande overlegkaders worden onderzocht. Over het Griekse voorstel bleek geen overeenstemming te bestaan. Wel is besloten alternatieve financiële oplossingen in beschouwing te nemen voor de capaciteitenopbouw. Overige onderwerpen De ministers verwelkomden de voortgang bij de ontwikkeling van het "EU Military Rapid Response Concept", dat kan bijdragen aan de vergroting van de mogelijkheden voor snelle EU-acties in internationale crisissituaties, in het bijzonder wat betreft humanitaire en evacuatie-operaties. Nederland steunt het voornemen de ontwikkeling van dit concept zo spoedig mogelijk af te ronden. Tenslotte werd het belang van gemeenschappelijke training en de Mediterrane dimensie onderstreept, zonder dat dit overigens tot concrete besluiten leidde.

DE MINISTER VAN DEFENSIE,

Nieuws Ministerie van Defensie