Persbericht 02/165
Ministerie van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid Directie
Communicatie
28 november 2002
Nr. 02/165
Minister De Geus wil reintegratiemarkt verder verbeteren
Minister De Geus en staatssecretaris Rutte van Sociale Zaken en Werkgelegenheid willen de markt voor reïntegratie van werklozen en gedeeltelijk arbeidsongeschikten verder verbeteren. Uitgangspunten zijn dat de markt maximale ruimte krijgt om zich te ontwikkelen, overheidsingrijpen tot het minimum wordt beperkt en reïntegratiebedrijven op termijn zoveel mogelijk worden afgerekend op resultaat. Plaatsingen op de arbeidsmarkt moeten duurzaam zijn, aldus de minister en de staatssecretaris. Dit is het geval als de betrokken klant na afloop van een traject ten minste een half jaar een reguliere baan vervult. Er is voldoende ruimte voor de contractpartijen om te voorkomen dat moeilijk te bemiddelen groepen langs de kant blijven staan. Zij kunnen daarmee in de prijs rekening houden.
Dit blijkt uit de notitie Naar een werkende reïntegratiemarkt die demissionair minister De Geus en staatssecretaris Rutte vandaag naar de Tweede Kamer hebben gestuurd, tegelijk met het trendrapport reïntegratiemarkt van Regioplan Beleidsonderzoek. In het kader van de nieuwe structuur voor de uitvoering van werk en inkomen (SUWI) is de reïntegratiemarkt met ingang van dit jaar volledig geprivatiseerd. Dit betekent dat gemeenten, het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) en werkgevers opdrachten geven aan private reïntegratiebedrijven voor het opnieuw aan de slag helpen van werkloze, zieke en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werknemers.
Het kabinet streeft nadrukkelijk naar een open markt zonder toetredingsbelemmeringen, zo staat in de notitie van de minister en de staatssecretaris. Een dergelijke markt kan in de visie van het kabinet geleidelijk tot stand komen. Voor privatisering van de reïntegratiemarkt is gekozen omdat wordt verwacht dat de marktwerking partijen zal prikkelen om uitkeringsgerechtigden weer aan het werk te brengen. Vooral mensen aan de onderkant van de arbeidsmarkt die nog onvoldoende gekwalificeerd zijn voor werk kunnen daar baat bij hebben.
Het onderzoek van Regioplan Beleidsonderzoek gaat uitvoerig in op de
huidige stand van zaken op de reïntegratiemarkt en vergelijkt deze met
de situatie van twee jaar geleden. De markt is - mede dankzij de
bedrijven dat reïntegratiediensten aanbiedt, is in drie jaar tijd
verdubbeld en tien procent van de bedrijven is gefuseerd. Naar
schatting hebben gemeenten, UWV en private opdrachtgevers in 2001
160.000 trajecten voor werklozen en gedeeltelijk arbeidsongeschikten
ingekocht bij reïntegratiebedrijven.
De trendrapportage schetst een beeld van een markt die zich in de
goede richting ontwikkelt. Er is sprake van verzakelijking en van
groei. Er is echter nog geen sprake van volledig vrije marktwerking en
volledige transparantie. Zo laat de beschikbare informatie over
resultaten van reïntegratie-inspanningen, de verhoudingen tussen prijs
en kwaliteit en de relevante kenmerken van cliënten nog te wensen
over. De wijze van bekostiging vindt veelal plaats op basis van de
inspanningen die moeten worden geleverd; afrekenen op resultaten komt
aarzelend op gang.
Bedrijven die mensen (weer) aan het werk helpen, moeten met elkaar
kunnen concurreren op een vrij toegankelijke, eerlijke en goed
werkende markt, zo stellen minister De Geus en staatssecretaris Rutte
in hun notitie. Beschikbaarheid van goede en onafhankelijke
marktinformatie moet deze reïntegratiemarkt verder niet alleen
overzichtelijk maken voor de reïntegratiebedrijven, maar ook voor
cliënten en voor de opdrachtgevers: gemeenten, het
Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) en private
opdrachtgevers (met name werkgevers).
Bedrijven die via goed vormgegeven aanbestedingprocedures publieke
opdrachten krijgen, zouden uiteindelijk volledig op hun resultaten
afgerekend moeten worden. Ook zou er ruimte moeten zijn voor extra
beloning van meer permanente plaatsingsresultaten. Verder moet het
door hogere vergoedingen voor reïntegratiebedrijven lonen om aan de
slag te gaan met moeilijk bemiddelbare groepen zodat deze niet langs
de kant blijven staan.