Oratie prof. Lardinois
Spanning tussen wetenschap en literatuur in klassieke oudheid
Dat spanning tussen wetenschap, zoals bedreven op de universiteit, en
literatuur, zoals ervaren door gewone lezers, bestond reeds in de
klassieke oudheid. Prof. dr. André Lardinois, hoogleraar Grieks aan de
KU Nijmegen, illustreert dat in zijn oratie donderdag 28 november. Hij
doet dat aan de hand van een klassieke tekst over een wedstrijd tussen
de Griekse leerdichter Hesiodus (vertegenwoordiger van de wetenschap)
en de volksdichter Homerus (vertegenwoordiger van de verhalende
literatuur) om te bepalen wie van hen de beste dichter en daarmee de
wijste man van Griekenland was.
De nieuwe hoogleraar begint zijn verhaal met een politiek getint
sprookje over koning Jan-Peter en een grote pot met geld, dat op
beeldende wijze verhaalt over het verschil in aanzien tussen
wetenschap en literatuur in onze moderne samenleving.
De oratie vindt plaats om 15.45 uur in de Aula van de universiteit,
Comeniuslaan 2.
De wedstrijd vindt plaats ten overstaan van koning Panedes en het
verzamelde volk van de stad Chalcis. Hesiodus stelt Homerus eerst een
serie moeilijke vragen die Homerus op behendige wijze beantwoordt.
Vervolgens moeten beide dichters de mooiste passage uit hun poëzie
voordragen. Homerus kiest voor enkele verzen uit de Ilias, Hesiodus
voor een passage uit zijn gedicht de Werken & Dagen. Beide gedichten
zijn ons uit de oudheid overgeleverd: de Ilias van Homerus verhaalt
over de Trojaanse oorlog, terwijl de Werken & Dagen van Hesiodus een
verhandeling bevat over de wijze waarop men rechtvaardig kan leveren,
onder andere door de landbouw te bedrijven.
Het volk spreekt zijn voorkeur uit voor de poëzie van Homerus, maar de
koning besluit de prijs toch aan Hesiodus te geven. Want het is juist,
zo verklaart hij, dat degene die tot landbouw en vrede oproept de
overwinning behaalt en niet de dichter die oorlogen en slachtpartijen
beschrijft.
Tegenstelling leerdicht - verhalende poezië
De tekst over deze wedstrijd zegt ons weinig over de dichters zelf,
maar des te meer over de receptie van hun werk in de oudheid: dus wat
de Grieken ervan dachten, zegt Lardinois. Kennelijk proefden de oude
Grieken een tegenstrijdigheid tussen deze twee dichters en tussen de
twee teksten die zij citeren. Dat is ook niet verwonderlijk, vindt
Lardinois, want de twee teksten vertegenwoordigen twee zeer
verschillende tradities in de Griekse en daarmee tegelijkertijd de
Europese literatuur. De Illias van Homerus behoort tot het genre van
het verhalende epos. Daaruit ontwikkelde zich later ondermeer het
klassieke drama en later de roman. De Werken & Dagen daarentegen is
een leerdicht, waarin de verteller een verhandeling houdt over een
bepaald onderwerp, in dit geval de landbouw. Het gedicht inspireerde
verschillende latere leerdichters, met name in de Hellenistische tijd.
De meeste navolging vond het echter in het filosofisch leerdicht en
daaruit volgend, het wetenschappelijk tractaat.
De tegenstelling tussen het leerdicht en de verhalende poëzie en de
implicaties daarvan voor de wetenschappelijke bestudering van
literatuur, vormt het centrale thema van de oratie.
Meer aandacht voor Homerisch geluid in wetenschap
Het Homerische epos leert ons dat alle mensen leren door lijden. Het
leert ons ook dat kennis die komt door lijden, diepgaander is dan
kennis die met woorden wordt overgedragen. De Homerische kennis gaat
niet uit van algemene regels, maar van een concreet geval, waarmee de
lezer zelf een analogie trekt vanuit de eigen levenservaring. Ten
tweede berust zij voor een belangrijk deel op een gevoel van
medeleven. Homerus wil met zijn didactische redevoeringen (zoals die
van Phoenix en Nestor) wellicht de beperkingen laten zien van het
leerdicht, doceert Lardinois. Het leerdicht houdt geen rekening met de
bijzondere kennis die door lijden komt en gaat met zijn algemene
beschouwingen voorbij aan de unieke eigenschappen van individuele
zaken.
Het Homerische geluid zou als bron van kennis meer serieus moeten
worden genomen, zowel in de brede maatschappij als in het
wetenschappelijk onderzoek, vindt Lardinois. Voor zover
wetenschappelijk onderzoek ook algemene regels probeert te formuleren
en zeer bewust de emoties van de onderzoeker buiten beschouwing laat,
is Homerus´ kritiek ook op dit wetenschappelijke bedrijf van
toepassing, zegt hij.
Recordaantallen studenten
André Lardinois, als docent Great Texts ook verbonden met het
universitaire Honours Programma, vindt dat zo´n programma eigenlijk
voor alle studenten verplicht zou moeten zijn, net als op
verschillende Amerikaanse universiteiten het geval is.
Met de komst van Lardinois is de Nijmeegse opleiding Griekse en
Latijnse taal en cultuur nu goed op sterkte. De opleiding heeft zich
het afgelopen jaar intensief ingezet onder meer voor onderwijs aan
niet-classici en een avondprogramma voor a.s. leraren klassieke talen.
Zowel deze cursussen als de opleiding Griekse en Latijnse Taal en
Cultuur trekken recordaantallen studenten.
Prof. dr. A.P.M.H. Lardinois (1961, Watford G.B.) studeerde Griekse en
Latijnse taal- en letterkunde aan de Vrije Universiteit Amsterdam, de
Universiteit Utrecht en Princeton University (Masters en Ph.D). Het
onderzoek van prof. Lardinois richt zich met name op de archaïsche en
klassieke Griekse poëzie.
`Wetenschap, literatuur en de wedstrijd van Homerus en Hesiodus',
oratie prof. dr. A.P.M.H. Lardinois, KU Nijmegen, 28 november 2002. De
tekst van de rede is na 28 november te raadplegen op
www.kun.nl/oraties
25-11-2002