OGGZ-monitor GG&GD: Aantal opiaatverslaafden stabiel
28 november 2002 - Herbert Raat en Martin Hommenga
Het aantal problematische opiaatverslaafden in Amsterdam is de
afgelopen jaren gestabiliseerd tot een groep van naar schatting 4250
personen. De gemiddelde leeftijd steeg wederom en ligt nu op veertig
jaar. De meeste harddrugverslaafden gebruiken al ruim twintig jaar,
Surinaamse gebruikers gemiddeld ruim vijfentwintig jaar. De sterfte
door overdosis en AIDS is relatief constant, in 2001 ging het om
respectievelijk 32 en 21 personen.
Het aantal aanvragen in 2001 voor ambulancehulp in verband met het
gebruik van drugs is aanzienlijk. Alcoholgebruik was met 1173
meldingen verreweg het belangrijkste middel, gevolgd door cannabis
(289), heroïne, cocaïne en bepaalde soorten pillen - de zogenaamde
roesopiaten - (208). Relatief nieuw zijn de alarmmeldingen van het
narcosemiddel GHB (69).
Dit staat in de vandaag (dinsdag 26 november) verschenen OGGZ-monitor
Amsterdam, een rapport van de GG&GD met trends en cijfers over de
openbare geestelijke gezondheidszorg (OGGZ) in Amsterdam. Het rapport
beschrijft de ontwikkelingen over de jaren 1999-2001 van de
opiaatverslaafden en hun behandelingen. De jarenlange registratie door
de GG&GD maakt het mogelijk om een actueel beeld te geven van de
verslaafden in Amsterdam, inclusief hun problematiek, hun gebruik en
het effect van de hulpverlening. De rapportage geeft verder actuele
informatie over ongevallen met uitgaansdrugs, de medische zorg voor
dak- en thuislozen en de crisishulp en ondersteuning aan personen of
gezinnen in maatschappelijke of geestelijke nood.
Enkele punten uit het verslag:
Aantal verslaafden
Het aantal problematische opiaatverslaafden in Amsterdam is de
afgelopen jaren verminderd tot een stabiele groep. In 2001 ging het
naar schatting om 4250 personen (Nederlandse nationaliteit: 1750;
Suriname, Marokko en de Nederlandse Antillen: 1000; buitenlanders:
1500).
Gemiddelde leeftijd
De gemiddelde leeftijd was in 2001 veertig jaar. De Surinaamse
verslaafden die door de GG&GD worden behandeld via de poliklinieken
waren met zesenveertig jaar het oudste. De gemiddelde duur van de
verslaving bedraagt bij de Nederlandse gebruikers inmiddels twintig
jaar, bij de Surinaamse gebruikers meer dan vijfentwintig jaar.
Nieuwe verslaafden
Nieuwe opiaatverslaafden in Amsterdam zijn meestal buitenlandse
passanten die in de politiecel worden behandeld. Nieuwe buitenlanders
komen niet zozeer meer uit Duitsland of Italië, maar vaker uit
Engeland (16 procent) of Algerije (12 procent). Het gaat hier vooral
om passanten die slechts kort in Amsterdam verbleven. Er zijn geen
aanwijzingen voor aanwas van heroïneverslaafden van autochtone dan wel
allochtone culturele herkomst.
Sterfte
Met het ouder worden van de drugsverslaafden neemt de sterfte onder
hen toe. De sterfte door overdosis en AIDS is relatief constant, in
2001 ging het om respectievelijk 32 en 21 personen. De totale sterfte
buiten deze twee oorzaken stijgt de laatste jaren aanzienlijk. In 1999
ging het in totaal (alle doodsoorzaken) om 100 gevallen, in 2000 107.
In 2001 overleden 144 personen die bij de GG&GD bekend waren met een
opiaatverslaving. Opvallend is de toename van sterfte veroorzaakt door
longproblemen.
AIDS
Per eind 2001 zijn in totaal 907 HIV-positieve druggebruikers bekend.
In totaal is bij 444 van hen bekend dat zij overleden zijn. Het aantal
sterfgevallen en ziekenhuisopnamen is de laatste jaren verminderd door
betere medicatie. De combinatie intensieve medische behandeling voor
HIV en verslavingsbehandeling met methadon is daarbij essentieel
gebleken.
Cannabis, psychedelica en uitgaansdrugs
Het aantal alarmmeldingen in 2001 bij de Centrale Post
Ambulancevervoer in verband met het gebruik van drugs (alle middelen)
is aanzienlijk, in totaal 1876. Alcoholgebruik was met 1173 verreweg
het belangrijkste middel, gevolgd door cannabis (289) en vervolgens
ongevallen door roesopiaten (combinatie gebruik van o.a. heroïne,
cocaïne en tranquillizers) bij verslaafden (208).
Opvallend is de wisseling in het aantal alarmmeldingen bij de
recreatieve middelen: in 1997 waren er 258 cannabisgevallen, in 2000
141 en in 2001 289 gevallen. Ook de geleidelijke stijging van het
paddogebruik valt hier op: van 2 gevallen in 1995 tot 49 gebruikers
die onwel werden in 2001. Relatief nieuw zijn de alarmmeldingen van
het narcosemiddel GHB. In 2000 25 gevallen, in 2001 69. In de eerste
helft van 2002 ging het vooralsnog om 25 gevallen, daarmee lijkt deze
trend over het hoogtepunt heen te zijn.
Overlastpreventie c.q. crisishulp
In 2001 werden 3216 verschillende personen op verzoek van politie,
stadsdeelbestuur etc. bezocht door verpleegkundigen van de afdeling
Vangnet & Advies. Rond de meldpunten extreme overlast ging het daarbij
om 1550 personen, in de 24-uurs crisisdienst om 1514 personen. Bij 451
personen werd de woonomgeving gesaneerd door een GG&GD-inspecteur. Het
betreft in tweederde van de gevallen mannen; meer dan 85 procent is
alleenstaand. De belangrijkste medische aandoening is daarbij
verslaving (drugs: 492, alcohol: 465), gevolgd door psychotische
stoornissen: 930 personen.
Nieuwe hulpvormen
* Medische heroïnebehandeling
De recente evaluatie van de medische heroïnebehandeling maakt
duidelijk dat veel mogelijk is met deze behandeling bij een
aanzienlijk aantal chronische, zich verwaarlozende
straatdruggebruikers. Amsterdam streeft naar een medische
heroïnebehandeling in combinatie met maatschappelijke opvang.
* Support
De GG&GD coördineert de mentoren die zijn aangesteld voor
problematische personen die chronische gezondheidsproblemen hebben en
in beeld zijn bij de politie in verband met orde (criminaliteit) op
straat. Herstel c.q. behoud van redelijk maatschappelijk functioneren
blijkt te werken bij Support-cliënten die blijvend contact met hun
mentor onderhouden (in 2001 273 van in totaal 437 Support-cliënten).
* Vangnet Jeugd
Problematische gezinnen die in beeld komen via de consultatiebureaus
jeugdgezondheidszorg, dan wel via de politie door criminaliteit van
een gezinslid, worden door de GG&GD in zorg genomen. De GG&GD brengt
de problemen in kaart en zorgt voor doorverwijzing naar de reguliere
zorg.
© Gemeente Amsterdam