http://www.evo.nl
Transportcommissie Europees Parlement kiest voor opening spoormarkt
De transportcommissie van het Europees Parlement heeft gisteren
ingestemd met een versnelde opening van de Europese spoormarkt. Het
Parlement kiest voor een geleidelijke overgang naar een vrije markt
voor het goederenvervoer per spoor. Deze vrije markt moet per 1
januari 2006 een feit zijn. EVO is blij met dit besluit en verwacht
een positief effect voor de klant. Het vergroot de keuze in
spoorvervoerders en er kunnen nieuwe vervoersdiensten ontstaan. Het
eindresultaat voor de klant is een betere service tegen een lagere
prijs.
EVO voorziet dat het vertrouwen van de klant in het spoorvervoer
hierdoor toeneemt. Dit is op dit moment internationaal gezien erg
laag door de vele vertragingen. Ter illustratie: Het percentage
containertreinen dat dit jaar op tijd bij de klant kwam bedroeg
slechts 47%. Het marktaandeel van het goederenvervoer per spoor is de
afgelopen jaren teruggelopen van 21% in 1970 naar slechts 8% in 2001.
Opening van de spoormarkt voorkomt verdere terugloop van het
marktaandeel van goederenvervoer per spoor in Europa. Daarnaast is het
essentieel voor de rentabiliteit van een project als de Betuweroute.
Nu moet het voltallige Europese Parlement de voorstellen nog
goedkeuren. Er wordt op 17 december gestemd. De opening van de
spoormarkt is echter pas een feit als ook de Raad van
Transportministers hier mee instemt. Het Nederlandse standpunt hierin
is gelijk aan dat van het Europees Parlement. Dat geldt echter niet
voor Frankrijk en België waar veel weerstand is tegen het openbreken
van de beschermde thuismarkt.
Vanaf 15 maart 2003 wordt de eerste stap gezet met het openen van de
Europese spoormarkt op een speciaal netwerk. Dit zogeheten
Trans-Europese netwerk bestaat uit de huidige hoofdverbindingen tussen
de EU lidstaten. Concreet betekent dit dat vanaf maart volgend jaar
buitenlandse goederentreinen in Nederland rijden. Die stoppen niet
meer bij de grens maar rijden direct door naar Rotterdam. Andersom
kunnen Nederlandse spoorvervoerders zich ook op het internationale net
begeven. Spoorvervoerder Railion bijvoorbeeld, bereidt zich al voor
met de aanschaf van nieuwe locomotieven, die ook op Belgische en
Duitse net kunnen rijden.
Vanaf 1 januari 2006 zal ook de rest van het Europese spoornetwerk
open zijn voor internationale en nationale diensten. Deze datum valt
toevallig samen met de opening van de Betuweroute. Door de vrijmaking
van het netwerk voor internationaal en nationaal vervoer verwacht EVO
dat de rentabiliteit van de Betuweroute aanzienlijk zal verbeteren. De
doelstelling van een verdriedubbeling van het huidige volume in 2015
is daarmee zeker haalbaar.
De transportcommissie heeft ook besloten wie capaciteit op het spoor
mag aanvragen. Tot nu toe was dit voorbehouden aan de
spoorwegmaatschappijen. De belangenafweging tussen reizigerstreinen en
goederentreinen stond hierbij centraal. Vanaf 2006 zijn echter ook
verladers en logistieke dienstverleners geautoriseerd om capaciteit
aan te vragen. Bedrijven als DSM, BASF en AKZO kunnen in de toekomst
dus zelf capaciteit op het net reserveren en zijn dus niet meer
aangewezen op de vervoerder. Omdat een treinpad niet langer gekoppeld
is aan een vervoerder is het ook makkelijker om van vervoerder te
wisselen.
De transportcommissie is akkoord gegaan met het voorstel om een
Europees spoorwegbureau op te richten. Dit bureau gaat zorgen voor een
snelle harmonisatie van allerlei technische aspecten van het spoor. Zo
moet er binnen de EU één veiligheidssysteem komen en gelijke
seingevingsystemen. Dit betekent een hoop aanpassingen in het huidige
systeem. In het bestuur van het Europese spoorwegbureau is naast de
expertise uit de sector ook een zetel ingeruimd voor de klant. Die
moet er op toezien dat de technische maatregelen niet alleen goed
werken, maar ook betaalbaar blijven. Immers, een mooi spoornetwerk dat
in de hele EU hetzelfde werkt is leuk, maar heeft weinig nut als het
gebruik ervan onbetaalbaar is.