Economisch Instituut voor de Bouwnijverheid

Actualiteit

Conjunctuurmeting bouwnijverheid november 2002


---

Enquête Bouwnijverheid niet goed voor orderportefeuille grond-, water- en wegenbouw

Uit de conjunctuurmetingen van het afgelopen jaar blijkt een achteruitgang van de conjunctuur in de bouwnijverheid. Deze daling hangt natuurlijk samen met de algemene economische depressie die in de bouw sterk wordt gevoeld. Naar de mening van de bouwbedrijven wordt de conjuncturele daling nu verergerd door de gevolgen van de negatieve publiciteit rond de bouwfraude en de parlementaire Enquête Bouwnijverheid. Omdat hierbij in het bijzonder de prijsvorming van projecten in de in de grond-, water- en wegenbouw ter discussie staat hebben vooral de gww-bedrijven deze mening: Ruim twee derde van de bedrijven in de gww geeft aan als gevolg van de bouwfraudeaffaire omzetverlies te lijden. De omvang van dit omzetverlies wordt voor de gww geraamd op ruim 4,5% in 2002 en op bijna 7,5% in 2003. De burgerlijke en utiliteitsbouw is minder dan de gww in de parlementaire Enquête Bouwnijverheid ter discussie gesteld. In de b&u zegt dan ook slechts 7,5 procent van de bedrijven omzetverlies te lijden. Voor de b&u wordt het omzetverlies geraamd op 0,4% in 2002 en op 0,8% in 2003.

Voor ruim 70% van de gww-bedrijven is de overheid een belangrijke opdrachtgever. Meer dan de helft van deze bedrijven vindt de relatie met de overheid verslechterd als gevolg van de bouwfraudeaffaire. Nog geen 2% vindt de relatie verbeterd. Deze verslechtering van de relatie zal het verkrijgen van overheidsopdrachten zeker niet vergemakkelijken. Dat de gww dringend om orders verlegen zit blijkt uit het feit dat een vijfde van de gww-bedrijven stagnatie in de voortgang van de werkzaamheden ondervindt als gevolg van een gebrek aan orders.
In de b&u is de overheid voor de helft van de bedrijven een belangrijke opdrachtgever. De b&u-bedrijven geven bovendien aan dat de relatie met de overheid niet is veranderd. De bouwfraudeaffaire heeft in deze sector naar verwachting minder gevolgen voor het verkrijgen van overheidsopdrachten dan in de gww. Gebrek aan orders is weliswaar ook voor de bedrijven in de b&u de belangrijkste stagnatieoorzaak maar niet in die mate als in de gww: een tiende van de b&u-bedrijven meldt deze stagnatieoorzaak.

Ook uit de overige uitkomsten van de conjunctuurtest blijkt de stagnatie in de bouwnijverheid. Meer bedrijven verwachten in personeelsomvang af te nemen dan in personeelsomvang toe te nemen. Een jaar geleden was dit ook het geval, echter toen was het verschil per saldo veel kleiner dan nu. Evenals vorige maand, meldt ook in november 2002 in de subsector wegenbouw geen enkel bedrijf een toename van de personeelsbezetting te verwachten.

Ook over het onderhanden werk oordeelt men in november 2002 negatiever dan een jaar geleden. Het aandeel bedrijven dat het onderhanden werk als klein beoordeelt is groter dan vorig jaar. Als gevolg van de slechte vooruitzichten en staan de prijzen met name in de gww onder druk. Bijna een kwart van de gww-bedrijven verwacht een daling van de afzetprijzen.

Figuur 1 laat zien dat in november 2002 de omvang van orderportefeuille in de b&u onveranderd is gebleken ten opzichte van verleden maand, namelijk 7,8 maanden. Met uitzondering van de maand september daalt de orderportefeuille in de gww al sinds maart 2002. In november 2002 is de omvang van de orderportefeuille in de gww verder gedaald en wel met 0,3 maand tot 5,5 maanden. Het niveau ligt nu gelijk aan dat van januari 2002 (figuur 2).

Evenals in de b&u is in de bouwnijverheid als geheel de omvang van de orderportefeuille in november 2002 gelijk gebleven aan die van oktober 2002 (7,3 maanden).

Deze gegevens blijken uit de conjunctuurmeting in de bouwnijverheid van november 2002 van het Economisch Instituut voor de Bouwnijverheid. Deze meting wordt uitgevoerd in opdracht van de Europese Commissie. Aan de conjunctuurmeting verlenen ruim 400 hoofdaannemingsbedrijven met meer dan tien personeelsleden hun medewerking.

Tabel 1

Zie het origineel http://www.eib.nl/ShowActualiteit.cfm?ID=137 .


bouwnij-

b&u

gww

verheid

Bedrijvigheid


+ *)

9

8

10

=

77

78

71


-

15

14

19

Onderhanden werk


+

8

8

12

=

69

73

54


-

23

20

34

Onderhanden werk in mnd productie

7,3

7,8

5,5

Voortgang onderhanden werk


- geen stagnatie

82

84

76


- stagnatie als gevolg van

. onvoldoende orders

12

10

20

. weersomstandigheden


1



1



1


. personeelsvoorziening


1



2



1


. materiaalvoorziening


1



1


0

. onderaannemers

0

0

0

. overige oorzaken


2



2



3


Verwachte personeelsbezetting


+


4


4


1


=


71



76



55



-


25



20



43


Verwachte prijsontwikkeling


+


25



29



13


=


67



67



63



-


8



4



24



*) + toename

= blijft gelijk


- afname

bron: EIB

Tabel 2

woning-

utiliteits-

wegen-

grond- en

bouw

bouw

bouw

waterbouw

Bedrijvigheid


+ *)


9



8



18



2


=


78



78



62



80



-


14



14



20



18


Onderhanden werk


+


7



8



12



12


=


75



71



57



51



-


18



21



31



37


Onderhanden werk in mnd productie


8,3



7,3



4,8



6,1


Voortgang onderhanden werk


- geen stagnatie


84



84



73



78



- stagnatie als gevolg van

. onvoldoende orders


10



10



22



17


. weersomstandigheden


1



1



1



1


. personeelsvoorziening


2



1


0


2


. materiaalvoorziening


1



1


0

0

. onderaannemers

0

0

0

0

. overige oorzaken


2



3



4



2


Verwachte personeelsbezetting


+


4



4


0


3


=


76



75



52



59



-


20



21



48



39


Verwachte prijsontwikkeling


+


31



26



8



17


=


65



70



68



59



-


3



4



24



24



*) + toename

= blijft gelijk


- afname

bron: EIB

omhoog
omhoog