Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018
2500 EA Den Haag
uw brief van

uw kenmerk

ons kenmerk
VVA. 2002/3882
datum
10-12-2002

onderwerp
Beleidsdraaiboek Mond- en Klauwzeer
TRC 2002/9710

bijlagen
1

Geachte Voorzitter,

Naar aanleiding van het verzoek van de vaste commissie voor Landbouw, Natuurbeheer en Visserij van uw Kamer van 13 november jl. (69-02-LNV) en zoals toegezegd in mijn brief van 10 oktober 2002 aan uw Kamer (Kamerstukken II, 2002-2003, 27 622 en 25 229, nr. 112), doe ik u hierbij het vastgestelde beleidsdraaiboek Mond- en Klauwzeer toekomen.

datum
10-12-2002

kenmerk
VVA. 2002/3882

bijlage

MKZ-draaiboek algemeen
In de afgelopen periode hebben diverse afstemmingsrondes plaatsgevonden over het concept-beleidsdraaiboek met verschillende betrokken organisaties. Het draaiboek bouwt verder op het u eerder in februari 2002 toegezonden concept-beleidsdraaiboek en is gebaseerd op de geldende Europese regelgeving. Uitgangspunt blijft derhalve nog steeds dat vaccinatie uitsluitend kan worden ingezet als noodvaccinatie, vooruitlopend op de ruiming van de betrokken dieren. Ten opzichte van de aanpak tijdens de afgelopen MKZ-crisis is wel gekozen voor een aanpak waarbij zo spoedig mogelijk noodvaccinatie wordt ingezet. Hierdoor kan een uitbraak zo snel mogelijk worden ingedamd.

Bij een draaiboek als het onderhavige is sprake van een complexe materie: enerzijds moet zorgvuldigheid van proces en afweging voorop staan, anderzijds moet het nemen van beslissingen waarbij soms tegenstrijdige belangen en wensen aan de orde zijn niet uit de weg worden gegaan. Een uitbraak van een besmettelijke dierziekte kan altijd plaatsvinden en een gedegen voorbereiding daarop is essentieel. Die voorbereiding vindt plaats in een dynamische omgeving: maatschappelijke normen en waarden, veterinaire kennis en techniek alsmede de betrokken regelgeving zijn voortdurend aan veranderingen onderhevig. De vorming en vaststelling van (beleids)draaiboeken zijn daarom, zoals meermalen aan u gemeld, geen statische processen.

In dit verband is met name relevant te melden dat de nieuwe MKZ-bestrijdingsrichtlijn naar verwachting meer mogelijkheden zal bieden voor een vaccinatiestrategie waarbij dieren na vaccinatie niet behoeven geruimd te worden. Binnenkort zal de nieuwe richtlijn in concept door de Europese Commissie gepresenteerd worden. Hoewel ik de inwerkingtreding daarvan, gelet op de inhoud en de te volgen procedure, zeker niet voor 2004 verwacht, streef ik ernaar het Nederlandse beleid waar mogelijk reeds te enten op dit nieuwe Europese initiatief.

In het kader van de integrale bespreking van het MKZ-beleidsdraaiboek die in de tweede helft van 2003 van start gaat, zal het daarin opgenomen MKZ-bestrijdingsbeleid dan ook nadrukkelijk ter discussie staan en worden beoordeeld tegen de inhoud en voortgang van de nieuwe MKZ-bestrijdingsrichtlijn. Over (de voortgang van) de nieuwe MKZ-bestrijdingsrichtlijn zult u nog nader worden geïnformeerd.

Besproken punten

Tijdens een viertal overlegrondes, waarvoor zowel organisaties uit het agrarisch middenveld (onder andere het Productschap voor Vee en Vlees, het Productschap Zuivel, LTO, NVV en het Actiecomité MKZ) als uit de niet-agrarische sector (onder andere de Nederlandse Belangenorganisatie voor Hobbydierhouders, de Dierenbescherming en de VNG) waren uitgenodigd, is een aantal punten besproken. Ondanks de complexiteit van de besproken onderwerpen en de uiteenlopende belangen van de verschillende deelnemers was sprake van zeer positief verlopen overleggen. Naast een aantal meer technische kwesties stonden in de overleggen de navolgende punten centraal:

1. Standstill-periode
In het beleidsdraaiboek is opgenomen dat direct volgend op een uitbraak van mond- en klauwzeer een algehele standstill van 72 uur voor heel Nederland afgekondigd wordt.
In de overlegrondes werd de noodzaak voor een standstill onderschreven, maar werd ook het signaal gegeven dat de standstill met name voor de agrarische sector aanzienlijke problemen oplevert. Deze problemen ontstaan onder andere bij het vervoer van producten als melk en diervoeder.

Met name de aanpak in de eerste uren na een uitbraak zijn cruciaal voor het verdere verloop van een MKZ-uitbraak. Veel is dan nog onduidelijk. Om die reden acht ik het dan ook onverantwoord versoepelingen aan te brengen op het standstill-regime.

2. Compartimentering
Naar aanleiding van de afgelopen mond- en klauwzeeruitbraak is besloten bij een toekomstige dierziektecrisis met compartimentering te werken. Daartoe is Nederland op voorhand 'op papier' opgedeeld in 24 compartimenten. Aldus zijn 'slapende' compartimenten gecreëerd die geactiveerd kunnen worden op het moment van een uitbraak. Op dat moment worden, al naar gelang de veterinaire situatie, compartimenten zoveel mogelijk samengevoegd, met bijbehorende maatregelenpakketten. Met deze aanpak wordt op voorhand maximale duidelijkheid geboden zodat zowel overheid als bedrijfsleven daarmee vertrouwd raken en daarop kunnen inspelen.

Het doel van deze compartimentering is het minimaliseren van het verslepen van het besmettelijke virus door heel Nederland. Compartimentering en het samenvoegen van de deelcompartimenten berust op een afweging tussen veterinair-epidemiologische veiligheid en werkbaarheid.
Besloten is dat na de standstill de compartimentering in zal gaan in een beperkt aantal geclusterde compartimenten, waarbij het aantal geclusterde compartimenten afhankelijk is van de duidelijkheid van de epidemiologische situatie. Wanneer dit verantwoord is kunnen in de loop van de crisis compartimenten verder samengevoegd worden tot grotere compartimenten waarbinnen minder restricties gelden.

3. Hobbymatig gehouden dieren
Tijdens de overlegrondes is nadrukkelijk stilgestaan bij de problematiek van de hobbymatig gehouden dieren. Centraal in die discussie stond de vraag of in de bestrijdingsstrategie een onderscheid kan worden gemaakt tussen hobbymatig gehouden landbouwhuisdieren en bedrijfsmatig gehouden dieren.

Hoewel ik mij de roep om een onderscheid kan voorstellen, moet ik concluderen dat, tegen de achtergrond van de huidige veterinaire regelgeving, aan die wens thans geen uitvoering kan worden gegeven.

4. Fokverbod
In het beleidsdraaiboek is opgenomen dat bij een uitbraak van mond- en klauwzeer per direct een fokverbod zal worden ingesteld in het beschermings- en toezichtsgebied. Overwogen is om niet automatisch een fokverbod in te stellen, maar deze beslissing te nemen op basis van de epidemiologische situatie: als vooraf de lengte van de crisis kan worden ingeschat, kan immers ook vooraf worden beoordeeld in hoeverre een fokverbod zinvol is. Op basis van het oordeel van diverse veterinaire deskundigen kom ik tot de conclusie dat dit helaas niet mogelijk is. Wel kan en zal op basis van het verloop van de epidemie periodiek beoordeeld worden of het fokverbod opgeheven kan worden.

Ten slotte

Met de vaststelling van het MKZ-beleidsdraaiboek wordt verder invulling gegeven aan een belangrijke les uit eerdere dierziektecrises en de MKZ-evaluatie, namelijk de noodzaak tot een goede voorbereiding. Een aantal zaken in dit beleidsdraaiboek zijn echter nog niet technisch uitgewerkt en daarmee niet op uitvoerbaarheid getoetst. Dit betreft onder andere de compartimentsgrenzen en het daaraan gekoppelde vaccinatie(ruimings)beleid. Aan deze aspecten zal de komende tijd invulling gegeven worden.
Teneinde de bekendheid van het MKZ-beleidsdraaiboek te vergroten zal dit op de LNV-site worden geplaatst en worden toegezonden aan alle betrokken organisaties.

De minister van Landbouw, Natuurbeheer
en Visserij,

dr. C.P. Veerman

Bijlage:
Beleidsdraaiboek Mond- en Klauwzeer (PDF-formaat, 377 Kb)
Voor downloaden van PDF-bestanden: Zie het origineel http://www.minlnv.nl/infomart...2002/par02392.htm .

---