Provincie Utrecht

Persbericht

Provincie Utrecht bestrijdt verdroging effectief

10-12-2002
Door middel van verschillende verdrogingsbestrijdingsprojecten in de provincie Utrecht wordt gewerkt aan het herstel van verdroogde gebieden. Uit de rapportage van de inspanningen in 2002 blijkt dat de doelstellingen voor de komende jaren gerealiseerd kunnen worden. De koers voor de komende jaren is een aanpak waarin niet alleen gekeken wordt naar de oplossing voor de verdroging in het gebied, maar ook naar andere belangen die er spelen.

Sinds de totstandkoming van het Plan van Aanpak Verdrogingsbestrijding in 1999 is er door alle partijen veel werk verzet. De betrokken partijen zijn het rijk, de provincie, waterschappen, terreinbeheerders, gemeenten, belangenorganisaties en het drinkwaterbedrijf.
Er lopen verschillende projecten, van lokaal tot regionaal, van planvorming tot concrete uitvoering. Er is op dit moment 11 % herstel bereikt. Het gaat om 416 hectare gebied dat geheel hersteld is en 1791 hectares die gedeeltelijk hersteld zijn. De doelstellingen (25% in 2005 en 40% in 2010) zijn haalbaar, maar er is wel een integrale aanpak voor nodig.

Alle belangen afwegen
Alle partijen zijn het er namelijk over eens dat het probleem verdroging niet meer als afzonderlijk item moet worden gezien, maar dat het onderdeel is van een geheel: de inrichting en het beheer van het landelijke gebied. En daarin spelen verschillende belangen en aspecten een rol. Om die reden wordt er steeds vaker voor een integrale aanpak gekozen. Niet alleen het natuurbelang wordt dan meegenomen in het bepalen van maatregelen, maar ook de landbouw, of recreatie. Vooral bij de wat grotere regionale projecten zijn veel mogelijkheden voor deze aanpak.
Provincie en waterschappen werken samen bij de regionale, integrale benadering: de provincie stelt kaders, de waterschappen zorgen voor de invulling. Een voorbeeld is het project Langbroekerwetering. Voor het Langbroekerweteringebied wordt nu uitgezocht welke slootpeilen gehanteerd moeten worden in de natuurgebieden en welke in de aangrenzende landbouwpercelen. Die peilen beïnvloeden elkaar. De peilen worden uiteindelijk zo gekozen dat beide functies zo goed mogelijk bediend worden.

Op lokaal niveau gaan partijen ondertussen door om die maatregelen uit te voeren die mogelijk zijn zonder nadelige gevolgen buiten het natuurgebied. Dat is bijvoorbeeld gebeurd op de landgoederen Over Holland en Sterrenschans. Nadat daar verschillende maatregelen zijn genomen, gaan de provincie en DWR de grondwaterstanden, het oppervlaktewaterpeil en de kwaliteit van het grond- en oppervlaktewater twee jaar lang monitoren. Het Utrechts Landschap inventariseert eenmalig de aquatische en terrestrische vegetatie.

Meer informatie: Annemieke van Leeuwen, telefoon 030 258 31 51 of Annemieke.van.Leeuwen@provincie-utrecht.nl