"Naar een nieuw Bosch Museumkwartier"
Presentatie voorstel voor een vernieuwende huisvesting voor het Noordbrabants Museum, Museum Het Kruithuis en acht Brabantse erfgoedinstellingen in het Noordbrabants Museum op dinsdag 10 december om 14.00 uur
De Provincie Noord-Brabant heeft in december 2000 de gebouwen van de voormalige provinciale griffie aan de Waterstraat te 's-Hertogenbosch aangekocht om hier de uitbreiding te realiseren voor het Noordbrabants Museum en er tevens acht Brabantse erfgoedinstellingen, verenigd in het Erfgoedhuis Noord-Brabant, te kunnen huisvesten. Samen met de Rijksgebouwendienst (de voormalig eigenaar van het pand) is vanaf januari tot augustus 2002 onderzocht hoe dit monumentale kantoorpand voor dit doel aangepast zou kunnen worden. De mogelijkheden bleken echter (te) beperkt. Het pand bood onvoldoende m2's, de investeringen waren (te) hoog en er waren serieuze juridische problemen ten aanzien van de uitvoering. Tegelijkertijd werd van de zijde van het Noordbrabants Museum aangedrongen op een onderzoek naar de mogelijkheden van huisvesting van het Museum voor Hedendaagse Kunst te 's-Hertogenbosch (Museum Het Kruithuis) in de directe nabijheid van dit complex. Dit laatste leidde echter niet tot concrete acties. Toen uitbreiding en aanpassing van de huisvesting van het Noordbrabants Museum in een impasse dreigde te raken en nieuwbouw voor Museum Het Kruithuis op de huidige locatie onlangs door de gemeenteraad van 's-Hertogenbosch werd afgeblazen, heeft het museum het initiatief genomen voor het plan dat a.s. dinsdag gepresenteerd zal worden.
Dit plan is bedoeld om de impasse rondom de eigen huisvesting te doorbreken en aan te tonen dat eventuele scepsis voor het concept "Kruithuis bij het Noordbrabants Museum" niet terecht is. Dit door Ingenieursbureau DHV in opdracht van en samen met het Noordbrabants Museum ontwikkelde plan voldoet aan alle gestelde ruimtelijke en functionele eisen en past binnen de gestelde financiële kaders. Tevens laat het zien dat uitvoering mogelijk is op een bij de verschillende karakters van de twee musea passende wijze. Beide musea kunnen profiteren van grote schaalvoordelen en winnen door de combinatie enorm aan aantrekkelijkheid. Deze grotere aantrekkelijkheid zal zich uiten in meer bezoekers, hogere inkomsten en structureel lagere exploitatiekosten dan bij twee afzonderlijke musea het geval zal zijn.
Dit plan sluit ook aan bij de actuele kijk op de ontwikkeling van de musea in de komende decennia. Daarbij speelt clustering van museale voorzieningen en vestiging nabij andere culturele voorzieningen, erfgoedinstellingen en winkelcentra een wezenlijke rol, zoals onder meer blijkt uit het deze week door de Nederlandse Museumvereniging gepubliceerde verslag van het in 2002 gehouden slotdebat over de toekomst van de Nederlandse musea.
Kern van het plan is dat voor de expositieruimten van zowel het Noordbrabants Museum als het Museum voor Hedendaagse Kunst nieuwbouw zal worden gepleegd, hetgeen goedkoper is dan het verbouwen van een monumentaal kantoorgebouw tot museum. De monumentale gebouwen van de voormalige griffie worden dan niet meer verbouwd tot museale ruimten, maar behouden hun oorspronkelijke functie van kantoorgebouw en worden alleen flink opgeknapt. In dit gerenoveerde gebouw kunnen dan alle kantoor- en aanverwante ruimten van de acht erfgoedinstellingen en van de beide museumorganisaties worden gehuisvest. Voor de nieuwbouw van de twee musea is een zodanige situering gekozen dat beide hun eigen gezicht en karakter behouden. Door beide musea echter op een aantrekkelijke manier met elkaar te verbinden, worden de bezoekers in staat gesteld om - indien gewenst - het gehele complex te bezoeken. Deze onderlinge verbindingen zijn zodanig gekozen dat grote en kleine expositiezalen in diverse samenstellingen kunnen worden gecombineerd. Zo ontstaat ook de mogelijkheid dat beide musea indien nodig gebruikmaken van elkaars ruimten. Op deze wijze kunnen niet alleen zeer grote exposities worden georganiseerd maar ook tegelijkertijd meerdere kleine. Daarnaast bestaat de mogelijkheid om gezamenlijke museale voorzieningen te realiseren. Al met al voor beide musea een grote verrijking aan mogelijkheden.
Raad van Toezicht en Directie van het Noordbrabants Museum willen deze studie graag aanbieden aan de Provincie Noord-Brabant en de Gemeente 's-Hertogenbosch. Dit gaat vergezeld van het verzoek aan de Provincie om het museum op basis van deze studie op korte termijn de mogelijkheden en de middelen te verstrekken waarmee de verdere planontwikkeling voor de uitbreiding van het Noordbrabants Museum in gang kan worden gezet.
Tevens kan de Gemeenteraad van 's-Hertogenbosch in januari 2003 mede op basis van deze studie de optie van huisvesting van het Stedelijk Museum voor Hedendaagse Kunst bij het Noordbrabants Museum beoordelen en daar mogelijk over beslissen. De Raad van Toezicht en Directie van het Noordbrabants Museum zouden het bijzonder waarderen als Provincie en Gemeente in deze planontwikkeling samen zouden kunnen optrekken.
Aan de redacties:
Indien u meer informatie wilt, kunt u contact opnemen met Jan van Laarhoven, directeur Noordbrabants Museum, tel. 073 - 6877 801 of per e-mail jvanlaarhoven@noordbrabantsmuseum.nl Als u digitale afbeeldingen wilt bestellen, kunt u contact opnemen met de afdeling communicatie, Rick Vercauteren, tel. 073 - 6877 807, b.g.g. met Ingrid van Berlo, tel. 073 - 6877 808
De Vier Jaargetijden, in de kunst van de Nederlanden 1500-1750.
In het Noordbrabants Museum te 's-Hertogenbosch
Te zien van 21 december 2002 t/m 21 april 2003
Internet: www.noordbrabantsmuseum.nl l
Ingrid van Berlo
Afdeling communicatie
Noordbrabants Museum
Postbus 1004, 5200 AB 's-Hertogenbosch
tel. 073- 68 77 808.