Ministerie van Buitenlandse Zaken

Aan de Voorzitter van de TweedeKamerderStaten-Generaal

Binnenhof4

Den Haag

Directie Azië en Oceanië

Bezuidenhoutseweg 67

Postbus 20061

2500 EB Den Haag

Datum

13 december 2002

Behandeld

Bas Brusche

Kenmerk

DAO/ZZ 0514-02

Telefoon

070 ­ 348 4108

Blad


1/3


Fax

070 ­ 348 5323

Bijlage(n)

Slotverklaring conferentie en decreet oprichting Afghaans nationaal leger

E-Mail

bas.brusche@minbuza.nl

Betreft

Afghanistan / verslag Petersberg II - conferentie

Hierbij bied ik u een verslag aan van de Petersberg II ­ conferentie van 2 december jl. Deze bijeenkomst stond in het teken van vrede en stabiliteit in Afghanistan en werd georganiseerd op initiatief van de Duitse minister van Buitenlandse Zaken Fischer. Doel van de conferentie was de balans op te maken van de uitvoering van het Bonn-akkoord (ondertekend in Petersberg op 5 december 2001) en daarnaast stil te staan bij de stappen die in de komende jaren zullen moeten worden genomen en de rol daarbij van de internationale gemeenschap. Daartoe waren de belangrijkste spelers inzake Afghanistan uitgenodigd.

Tijdens de bijeenkomst werd geconstateerd dat er sinds de val van de Talibaan in het afgelopen jaar in Afghanistan grote vooruitgang was geboekt. Zorgen over onder andere de veiligheidssituatie, het trage proces van wederopbouw en het tempo van noodzakelijke hervormingen werden echter breed gedeeld. De Afghaanse president Karzai onderstreepte dat Afghanistan zich aan de belangrijkste bepalingen van het Bonn-akkoord heeft gehouden. De eerste fase was afgesloten door de benoeming van hemzelf en zijn overgangsregering na de nood Loya Jirga. In de tweede fase waren de voorbereiding van verkiezingen en de opstelling van een nieuwe grondwet voorzien. Karzai gaf een toelichting op de ontwikkelingsstrategie van zijn regering op basis van het National Development Framework. Een belangrijke concrete taak is nu het creëren van een effectieve overheid die is gebonden aan de 'rule of law'. De veiligheid in het land had voor president Karzai op dit moment de hoogste prioriteit. De president deelde mede dat hij een decreet heeft ondertekend dat voorzag in de oprichting van een klein, effectief en relatief goedbetaald nationaal leger van maximaal 70.000 personen dat onder civiele controle staat. Huidige strijdgroepen zullen worden ontwapend en gereïntegreerd in de burgermaatschappij. Karzai sprak voorts in zijn interventie grote waardering uit voor de rol van ISAF en noemde daarbij in het bijzonder o.a. Nederland.

Ook de Speciale Vertegenwoordiger van de SGVN, Brahimi, en de meeste andere aanwezigen benadrukten dat het van belang is de Afghaanse veiligheidsstructuren te ontwikkelen en spraken steun uit voor het nieuwe decreet van de president. Uit de interventies bleek een grote mate van overeenstemming over het feit dat er in Afghanistan in het afgelopen jaar veel bereikt is. Aandachtspunten voor de komende tijd zijn ­naast verbetering van de veiligheidssituatie- de voorbereiding van de verkiezingen in 2004, de opstelling van een nieuwe grondwet, overheidshervormingen, opbouw van de rechtsstaat, wederopbouw, de positie van vrouwen en strijd tegen drugs. Veel aanwezigen benadrukten het belang van voortgezette humanitaire hulp en een langdurige betrokkenheid van de internationale gemeenschap bij de wederopbouw van Afghanistan.

Ik heb mij evenzeer in bovenstaande zin uitgelaten en heb gesteld dat verbetering van de veiligheidssituatie nu de meest belangrijke taak was. Nederland leverde in dit verband een bijdrage aan ISAF maar gaf ook steun aan de opbouw van het Afghaanse leger en de Afghaanse politie. In mijn interventie onderstreepte ik voorts het belang van alternatieve bronnen van inkomsten om drugsproductie en drugshandel in Afghanistan tegen te gaan. Daarnaast vroeg ik aandacht voor mensenrechten en in het bijzonder de rechten van vrouwen.

Nederland behoort tot de grote donoren van Afghanistan. Ik heb steun uitgesproken voor het voornemen van de Afghaanse autoriteiten om op basis van het National Development Framework invulling te geven aan 'ownership' op het gebied van wederopbouw. Daartoe was ook de instelling van een 'Consultative Group process' met donoren van groot belang. Ik bepleitte voorts dat Afghanistan, de voornaamste donoren en buurlanden regelmatig met elkaar spreken over politieke, militaire en humanitaire aspecten van de wederopbouw van Afghanistan in onderlinge samenhang.

De slotverklaring van Petersberg II bevat een opsomming van hetgeen is bereikt alsmede een aantal aansporingen aan het Afghaanse adres om ­naast de uitvoering van het Bonn-akkoord- hervormingen te bereiken op het gebied van veiligheid, administratie, justitie, financiën en sociaal-economische zaken. Daartoe wordt momenteel door de Afghaanse overheid in consultatie met de internationale gemeenschap een aantal concrete 'benchmarks' en 'timelines' opgesteld.

Ik meld u tenslotte dat de Staatssecretaris voor Ontwikkelingssamenwerking op 17 en 18 december a.s. in Oslo een bijeenkomst van de Afghanistan Support Group (ASG) zal bijwonen. Deze vergadering staat specifiek in het teken van wederopbouw- en humanitaire hulp, alsmede het opstarten van het 'Consultative Group process'.

In bijlage treft u de slotverklaring van de Petersberg II ­ bijeenkomst aan, alsmede het decreet van president Karzai inzake het Afghaans nationaal leger.

De Minister van Buitenlandse Zaken

Mr. J.G. de Hoop Scheffer

===