Vlaamse overheid

Op voorstel van de Vlaamse ministers Dirk VAN MECHELEN en Marleen VANDERPOORTEN besliste de Vlaamse regering principieel over de toekomstige steunmodaliteiten voor het Strategisch Basisonderzoek.

Strategisch Basisonderzoek situeert zich tussen het fundamenteel algemeen kennisverruimend onderzoek aan de universiteiten en het meer specifiek gericht toegepast onderzoek bij de bedrijven. Bedoeling is om strategisch belangrijke kennis te ontwikkelen met ruime economische of maatschappelijke toepassingsmogelijkheden. Alle mogelijke domeinen kunnen hierbij aan bod komen. Zowel in de wetenschappelijk-technologische sfeer als in het eerder maatschappelijk onderzoek (sociaal-economisch, recht, linguïstiek, enz.). De projecten zullen dan ook geselecteerd worden op zowel hun wetenschappelijke kwaliteit als op hun maatschappelijk en/of economische strategische relevantie.

Dit Strategisch Basisonderzoek steunkanaal betekent een belangrijke verruiming in vergelijking met een voorloper, nl. het programma Generisch Basisonderzoek aan de Universiteiten (GBOU):


- Naast het wetenschappelijk-technologisch onderzoek, wordt vanaf 2004 ook ruimte gemaakt voor andere wetenschapsdisciplines met economische of maatschappelijke relevantie.


- Naast universiteiten kunnen voortaan ook bedrijven projecten indienen. Ook de grote Onderzoeksinstellingen als IMEC, VITO en VIB kunnen projecten indienen als ze samenwerken met een universiteit. Zij blijven daarnaast ook nog genieten van belangrijke jaarlijkse overheidsdotaties. Hogescholen binnen hun associatie kunnen aan bod komen mits samengewerkt wordt met een andere Vlaamse O&O-actor.


- De projecten kunnen zeer omvangrijk zijn, wil men een voldoende 'kritische massa' bereiken, competitief op internationaal niveau. Voorwaarde is dan wel dat men bereid is onderzoeksconsortia uit te bouwen over instellingsgrenzen heen. Dit wordt structureel aangemoedigd in de modaliteiten van het programma. Voor projecten die slechts door één onderzoeksgroep worden ingediend is het maximumbudget beperkt tot 500.000 euro per jaar en dit voor maximaal 4 jaar. Voor consortia wordt dit maximumbedrag vermenigvuldigd met het aantal partners binnen het consortium.


- Onderzoeksploegen buiten Vlaanderen worden toegelaten binnen consortia, tot maximum 20% van het globale projectbudget. Het is immers de bedoeling om de expertise te halen waar ze zich bevindt. De begrenzing is ook ingegeven door de betrachting om in de eerste plaats deskundigheid in Vlaanderen uit te bouwen.

Voor de eerste oproep met selectie in juli 2003 wordt 35 miljoen euro gebudgetteerd. Dat is meer dan het dubbele dan wat was voorzien voor het Generisch Basisonderzoek aan de Universiteiten in 2002. Het IWT (Instituut voor de aanmoediging van Innovatie door Wetenschap en Technologie) wordt belast met het beheer in 2003. De oproepmodaliteiten worden kenbaar gemaakt op 20 december 2002 (www.iwt.be).

De Vlaamse regering besliste tevens om zes reserveprojecten uit de selectie voor het GBOU-programma extra te steunen. Dit ten bedrage van 9 miljoen euro.

Vlaams minister Dirk Van Mechelen wil hiermee duidelijk maken dat het de Vlaamse regering ernst is met de versterking van het strategisch basisonderzoek in Vlaanderen. Dat moet immers een belangrijke voedingsbodem vormen voor het economisch en maatschappelijk innovatievermogen en dus voor de welzijn en welvaart in Vlaanderen. Het moet ook toelaten dat onderzoekers zich vormen rond strategische relevante onderzoeksonderwerpen. Dat vormt een bron bij uitstek voor hooggekwalificeerd personeel in bedrijven en overige actoren.

Deze beslissing brengt de doelstelling dichterbij om ook voor Vlaanderen de Europese aanbeveling van Barcelona in te vullen, waarbij gesteld wordt dat 3% van het BNP in de lidstaten jaarlijks in O&O zou geïnvesteerd worden tegen 2010. Momenteel bereikt Vlaanderen circa 2%, wat overeenkomt met het Europees gemiddelde.

De actie vormt ook een eerste antwoord op de doelstelling van Europees Commissaris Philippe Busquin met zijn 'Europese Onderzoeksruimte'. Nationale en regionale overheden worden hierbij onder meer verzocht hun steunprogramma's ook open te stellen voor andere Europese onderzoeksgroepen.

Dit Vlaams programma moet tevens aan Vlaamse onderzoeksgroepen toelaten om in de toekomst met meer succes mee te dingen in de Europese O&O-Kaderprogramma's.

Het principieel goedgekeurde besluit zal nu nog voor advies worden voorgelegd aan de Raad van State.

persinfo : Philippe Heyvaert, woordvoerder van minister Van Mechelen - tel. 02 553 64 11 e-mail: persdienst.vanmechelen@vlaanderen.be


---