LEI

persbericht / nr. 1716

16-december-2002

Koopkracht agrarisch bedrijf daalt dit jaar 15%

De inkomens van veel land- en tuinbouwbedrijven zijn in 2002 beduidend lager dan vorig jaar. Voor de sector als geheel zal het inkomen naar schatting 15% achterblijven bij dat in 2001, maar het beeld varieert per bedrijfstype. Vooral varkenshouders, vleeskuikenhouders, akkerbouwers en champignontelers zien hun inkomen drastisch dalen. De belangrijkste oorzaak vormen de lagere opbrengstprijzen voor veel producten; de kosten stegen in 2002 weliswaar ook, maar minder dan in het voorgaande jaar. De glastuinbouw vormt een gunstige uitzondering op het sombere plaatje. Vooral de bloemen- en potplantentelers deden het goed. Dit blijkt uit de raming van de inkomens in de land- en tuinbouw over 2002, die het LEI zoals ieder jaar in december publiceert.

Rundveehouderij: melkveehouders moeten inleveren

Melkveehouders zien hun resultaten in 2002 vooral door een lagere melkprijs teruglopen. De schaalvergroting van de bedrijven en de betere opbrengsten van verkocht vee maken dit niet ongedaan. De verhouding tussen opbrengsten en kosten verslechtert en per ondernemer levert het gemiddelde bedrijf een gezinsinkomen van 19.000 euro. De melkveehouder houdt hierdoor nauwelijks iets over om het eigen vermogen te versterken.

Voor vleesstierenhouders verbeteren de resultaten door een herstel van de prijzen en hogere Europese premies. In de vleeskalverhouderij is de situatie na de MKZ-malaise van vorig jaar nog niet verbeterd. De productiekosten stegen in 2002 sterker dan de opbrengsten. Schapenhouders boekten dit jaar door hogere EU-premies wel betere resultaten.

Intensieve veehouderij: forse inkomensdaling, behalve voor legpluimveehouders

In de varkenshouderij dalen de opbrengstprijzen dit jaar zo'n 15%. Bij ongeveer gelijkblijvende voerprijzen betekent dit dat er geen beloning resteert voor de arbeid van de ondernemer. Het inkomen per ondernemer loopt met bijna 40.000 euro terug en wordt daardoor sterk negatief (min 22.000 euro). De gemiddelde varkenshouder moet dan ook aanzienlijk op zijn vermogen moet interen. De financiële weerstand van veel varkensbedrijven was al verminderd door tegenvallers in eerdere jaren.

Ook de producenten van vleeskuikens hebben dit jaar te maken met een ongunstige prijsontwikkeling en een zeer sterke inkomensdaling, tot gemiddeld 38.000 euro negatief. Daardoor wordt ook hun vermogen fors aangetast.

De leghennenhouders profiteerden daarentegen van het op peil blijven van de eierprijzen. Zij konden daardoor hun inkomen in 2002 verder verbeteren en hun vermogen opnieuw versterken.

Akkerbouw: inkomens naar nieuw dieptepunt

De inkomens in de akkerbouw vallen dit jaar weer sterk terug, na een tijdelijk herstel in 2001. Vooral lagere prijzen van poot- en consumptieaardappelen zorgen voor een inkomensdaling van gemiddeld 24.000 euro per akkerbouwer. Dit leidt tot een ongekende aantasting van het bedrijfsvermogen in de akkerbouw, terwijl de weerstand van veel bedrijven ook in 1999 en 2000 al flink was verzwakt. Voor de Veenkoloniale akkerbouwbedrijven zal de inkomensdaling geringer zijn, vooral doordat de prijzen van zetmeelaardappelen op peil bleven.

Glastuinbouw: betere resultaten

In de glastuinbouw verbeteren de resultaten in 2002. Dat geldt vooral voor de sierteelt. Bloemen- en potplantentelers hebben daardoor een vrijwel kostendekkende bedrijfsexploitatie en kunnen dan ook een behoorlijk bedrag als besparing opzij zetten. Van belang voor de glastuinbouw is dat de gasprijzen na een forse stijging in 2001 in het afgelopen jaar zijn gedaald. Daar staat wel een aanzienlijke stijging van de loonkosten tegenover.

Bij de groentetelers is het beeld wisselend en blijft er gemiddeld onvoldoende over voor besparingen. De prijzen van komkommer en paprika daalden, terwijl de tomatenprijzen stegen.

Champignontelers zien de resultaten dit jaar sterk verslechteren door lagere prijzen voor hun producten. Hun inkomen daalt gemiddeld met ruim 30.000 euro per ondernemer, waardoor fors moet worden ontspaard.

Tuinbouw in de open grond: meeste takken scoren lager

De meeste takken van tuinbouw in de open grond hebben in 2002 te kampen met teruglopende resultaten. Alleen de groentetelers wisten hun bedrijfsuitkomsten waarschijnlijk iets te verbeteren, maar hun definitieve resultaten zijn nog afhankelijk van de lopende afzet van wintergroenten. Zomergroenten leverden meer op dan vorig jaar. De bloembollenteelt zal dit jaar wat beneden de gunstige resultaten van voorgaande jaren blijven, maar scoort niettemin redelijk. De fruitteelt behaalt in het afzetseizoen 2002/03 weliswaar hogere opbrengsten door herstel van de perenproductie en hogere appelprijzen, maar de fruittelers hebben ook met hogere kosten te maken. Per saldo daalt daardoor hun bedrijfsresultaat. Ook voor de boomtelers zijn de inkomensverwachtingen dit jaar iets lager dan in 2001.

Conclusie: forse inkomensdaling voor de sector als geheel

De gemiddelde opbrengstprijzen van alle land- en tuinbouwproducten samen liggen dit jaar ongeveer 0,5% lager dan vorig jaar. Vooral melk en varkensvlees droegen aan die daling bij. Het productievolume liep ook wat terug. Daardoor zakt de productiewaarde van de sector in 2002 met 1,5% tot ruim 20 mld. euro. De productiekosten stijgen ongeveer
1%. De stijging is gematigd door lagere kosten voor energie, kunstmest en veevoer. Het inkomen van de totale sector neemt per saldo af met ongeveer 0,5 mld. euro. Voor agrarische gezinnen betekent dit een reële inkomensdaling van ongeveer 15%, waardoor 2002 zal moeten worden te boek gesteld als het slechtste jaar sinds 1993.

Tabel:              Rentabiliteit en inkomen op agrarische bedrijven

Bedrijfstype Opbrengsten- Gezinsinkomen uit bedrijf

kostenverhouding (%) (x 1.000 euro per ondernemer)


---

---

2001 2002 Mutatie 2001 2002 Mutatie

(raming) (raming)

Melkvee 80 76 -4 25 19 -6

Vleeskalveren 83 80
-3 20 17 -3

Varkens 91 78 -13 17 -22 -39

Leghennen 98 99 1 39 45 6

Vleeskuiken 99 84 -15 37 -38 -75

Akkerbouw 91 76 -15 30,5 6,5 -24

Glastuinbouw 94 97 3 36,5 52,5 16

w.v. glasgroente 89 90 1 19 29 10

snijbloemen 97 100 3 47,5 64 16,5

pot- en perkplanten 96
99 3 42,5 63 20,5

Champignons 93 87 -6 38 7,5 -30,5

Opengrondsgroente* 87
88 1 37 39 2

Bloembollen* 100 96 -4 60 50 -10

Fruit* 90 86 -4 38 23 -15

Boomkwekerij* 92
90 -2 46 43 -3


* voor deze bedrijven zijn de resultaten in 2002 gebaseerd op een verkenning omgeven door een onzekerheidsmarge voor rentabiliteit en inkomens.

Bron: Bedrijven-Informatienet van het LEI.