Openbaar Ministerie

Terreurproces eindigt in vrijspraak

---

De rechtbank in Rotterdam heeft woensdag vier mannen vrijgesproken, die werden verdacht van betrokkenheid bij het voorbereiden van een terroristische aanslag in Parijs en het vervalsen van paspoorten en betaalpassen.
De rechtbank is van oordeel dat er onvoldoende bewijs tegen de verdachten is geleverd. Voor zover er al bewijzen waren, zijn deze op onrechtmatige wijze verkregen.

De rechtbank legt in zijn vonnis uit dat één van de belangrijkste beginselen in het Nederlandse strafrecht is, dat iemand niet zonder meer als verdachte kan worden aangemerkt. Er moeten feiten en omstandigheden bekend zijn waar een redelijk vermoeden van schuld aan een strafbaar feit uit voortvloeit. De informatie die het Openbaar Ministerie van de veiligheidsdienst BVD had ontvangen was daarvoor op zich onvoldoende. Het OM had eerst een strafrechtelijk onderzoek moeten beginnen en niet 'louter en alleen op grond van BVD-informatie' meteen tot aanhoudingen en huiszoekingen moeten overgaan.
Ook al is door de rechter-commissaris toestemming verleend voor de huiszoeking, blijft het aldus verkregen bewijs onrechtmatig, oordeelt de rechtbank.
Het Openbaar Ministerie zal het vonnis nauwkeurig bestuderen, alvorens te besluiten al dan niet in beroep te gaan.

De officier van justitie in Rotterdam had gevangenisstraffen geëist die variëerden van 360 dagen tot zes jaar.
De rechtszaak tegen de vier verdachten werd begin december gehouden in de extra beveiligde rechtszaal in Rotterdam. Drie van de verdachten werden kort na de aanslagen in Amerika op 11 september 2001 aangehouden. De vierde verdachte werd enkele maanden geleden in Canada gearresteerd.