Rijksuniversiteit Groningen

Rechter moet rekening houden met het eigen karakter van religieuze genootschappen

Hoewel Nederland een scheiding tussen kerk en staat kent, houdt de overheid zich niet geheel afzijdig. Soms moet zij zich actief opstellen om randvoorwaarden te scheppen, mede om de vrijheid van godsdienst te kunnen realiseren. Ook wordt de burgerlijke rechter wel ingeschakeld om verloop en uitkomst van kerkelijke geschillen te toetsen. Men kan hierbij denken aan kerkscheuringen waarbij ruziënde partijen elkaar de eigendom van kerkelijke goederen betwisten, of aan individuele kerkleden die van mening zijn dat functionarissen van de kerk zich onrechtmatig jegens hen hebben gedragen. Promovendus Betty Santing-Wubs onderzocht hoe de burgerlijke rechter kerkelijke geschillen dient te toetsen en welke aanknopingspunten hij hierbij kan hanteren. Zij richtte zich niet alleen op de 'traditionele' kerkgenootschappen, maar ook op de nieuw gevestigde religieuze gemeenschappen, met name moskeeorganisaties. Doorgaans hebben de godsdienstige genootschappen een eigen vorm van tuchtrecht en eigen statuten om geschillen te beslechten. Volgens Santing-Wubs horen ook voor dergelijke rechtsgangen veel fundamentele beginselen van het burgerlijk procesrecht te gelden. Het gaat daarbij bijvoorbeeld om beginselen van hoor en wederhoor, gelijke proceskansen en onpartijdige 'rechtspraak'. Daarnaast heeft Santing-Wubs nog andere aanknopingspunten voor de toetsing van kerkelijke geschillen in kaart gebracht, namelijk het statuut, de wil van de partijen, de redelijkheid en billijkheid en zorgvuldigheidsnormen. Juridisch gezien is 'de wil van partijen', aldus de promovendus, geen bruikbaar criterium. Het statuut geldt wel als een belangrijk aanknopingspunt. Voorts heeft men zich ook binnen het kerkgenootschap aan eisen van redelijkheid en billijkheid en zorgvuldigheidsnormen te houden, al zijn dergelijke normen niet absoluut: evenals bij andere 'subculturen' dient bij de invulling ervan rekening te worden gehouden met de eigen aard van het kerkgenootschap.

Betty Santing-Wubs (Vlagtwedde, 1963) studeerde rechten aan de Rijksuniversiteit Groningen. Zij verrichtte haar promotieonderzoek als oio (in dienst van NWO) bij de vakgroep Privaatrecht en Notarieel Recht van de Faculteit der Rechtsgeleerdheid. Zij is thans werkzaam als universitair docent Burgerlijk Procesrecht bij de vakgroep Privaatrecht en Notarieel Recht bij de RUG.

Datum en tijd

donderdag 19 december 2002, 11.00 uur

Promovendus

mw. A.H. Santing-Wubs, tel. (050)363 72 59, fax (050)363 73 34, e-mail: a.h.santing-wubs@rechten.rug.nl (werk)

Proefschrift

Kerken in geding; de burgerlijke rechter en de kerkelijke geschillen

Handelsuitgave

Boom Juridische Uitgevers, ISBN 90-5454-242-x, 49 euro

Promotor

prof.mr. G.R. Rutgers

Faculteit

rechtsgeleerdheid

Plaats

Aula Academiegebouw, Broerstraat 5, Groningen

Promotie