Persbericht 02/188
Ministerie van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid Directie
Communicatie
19 december 2002
Nr. 02/188
Bij 138 pensioenfondsen sprake van onderdekking
De onderdekking bij pensioenfondsen bedraagt volgens opgaven van de fondsen circa 2 miljard euro. Dit staat gelijk aan 0,5 procent van het vermogen van alle pensioenfondsen. Op 1 december van dit jaar bleek dat 138 van de ongeveer duizend pensioenfondsen volgens eigen opgave te maken hadden met onderdekking. Van deze fondsen hadden er 81 een dekkingsgraad tussen de 100 en 105 procent, bij de andere was de dekking lager. Drie van de fondsen met onderdekking hebben de afgelopen vijf jaar geld teruggestort naar de werkgever.
Dit blijkt uit een rapportage van de Pensioen- en Verzekeringskamer (PVK) die demissionair staatssecretaris Rutte van Sociale Zaken en Werkgelegenheid naar de Tweede Kamer heeft gestuurd.
Pensioenfondsen moeten te allen tijde over zoveel vermogen beschikken dat zij in één keer aan al hun toekomstige verplichtingen kunnen voldoen (voldoende dekkingsgraad). Zo wordt voorkomen dat een pensioenfonds in financiële problemen raakt als de werkgever failliet gaat en er geen premie meer binnenkomt, terwijl tot in de verre toekomst pensioenen moeten worden betaald. Daar bovenop moeten fondsen financiële buffers aanhouden om tegenvallers op te vangen.
Als gevolg van dalende rendementen op de aandelenmarkten zijn de
beleggingsresultaten van pensioenfondsen de afgelopen jaren sterk
onder druk komen te staan. Dit heeft direct invloed gehad op hun
financiële positie. Voor de PVK was dit aanleiding de pensioenfondsen
met een onvoldoende dekkingsgraad te vragen maatregelen te nemen om
hun financiële positie te herstellen. Hiervoor moeten de
pensioenfondsen herstelplannen opstellen die door de PVK individueel
zullen worden beoordeeld.
Half december bedroeg de daling van de aandelenkoersen 30 procent ten
opzichte van 1 januari 2002. De PVK had eerder aangegeven dat bij een
daling van 20 procent van de AEX de onderdekking 2 miljard euro zou
bedragen en bij een daling van 40 procent 23 miljard. Bij een daling
van 30 procent van de AEX hoort volgens die berekening een tekort van
8 miljard euro. De toezichthouder tekent daarbij aan dat een aantal,
met name grotere, fondsen betere beleggingsresultaten heeft behaald en
een aantal zwakkere fondsen inmiddels maatregelen heeft genomen om de
risico's te beperken. Dit draagt ertoe bij dat de huidige situatie van
de fondsen beter is dan met de eerdere, globale berekeningen kon
worden voorzien. Verder heeft een beperkt aantal fondsen nog geen
opgave gedaan. De PVK merkt op dat de telling berust op de eigen
opgave van de fondsen en dat na een beoordeling en doorrekening van de
plannen de noodzaak van correctie van de cijfers zou kunnen blijken.
Ook onderstreept de toezichthouder de zorgelijke situatie waar het de
buffers betreft. Dat koersschommelingen zo direct doorwerken in de
dekkingsgraad, geeft aan dat veel fondsen geen noemenswaardige buffers
hebben.
Uit de inventarisatie van de PVK blijkt dat 138 fondsen volgens eigen
zeggen op 1 december van dit jaar een dekkingsgraad hadden van minder
dan 105 procent. Het gaat om 20 bedrijfstak- en beroepspensioenfondsen
en 118 ondernemingspensioenfondsen met een totaal van 480.000
werknemers, ex-werknemers en gepensioneerden. Naast drie fondsen met
onderdekking die in de afgelopen vijf jaar geld hebben teruggestort
naar de werkgever, zijn er 14 fondsen die terugstortingen hebben
gedaan en die nu melding maken van tekorten in hun reserves die
bedoeld waren om tegenvallers op te vangen.
Van de 138 fondsen hebben de meeste (81) een dekkingsgraad tussen de
100 en 105 procent. 37 fondsen hebben een dekkingsgraad tussen de 95
en 100 procent, bij 16 fondsen ligt de dekkingsgraad tussen de 90 en
95 procent en bij 4 fondsen tussen de 85 en 90 procent.
Het tekort van ongeveer twee miljard euro komt overeen met een half
procent van het totale vermogen van de pensioenfondsen. In verhouding
tot de betaalde premies in de afgelopen jaren is dit volgens de PVK
een aanzienlijk bedrag en voor de betreffende fondsen kan het om zeer
aanzienlijke gevolgen gaan.
De PVK constateert dat op dit moment pas een beperkt aantal
pensioenfondsen een herstelplan heeft ingediend. Wel is bekend dat er
stevig aan wordt gewerkt. De plannen moeten voor het merendeel voor
eind januari 2003 in bezit zijn van de toezichthouder.
Tot slot stelt de PVK dat in deze tijden van tegenvallende
beleggingsrendementen scherper naar voren komt dat al langer geen
kostendekkende premies zijn betaald. De werkelijke prijs voor goede
pensioenen is op de achtergrond geraakt, mede door de hoge
beleggingswinsten die tot enkele jaren geleden werden gemaakt, aldus
de PVK.
Staatssecretaris Rutte zal in januari 2003 een gesprek voeren met de
Stichting van de Arbeid op basis van het totaalbeeld van de ingediende
herstelplannen.