Rijksuniversiteit Groningen

17 dec 2002

Nummer 157 18 december 2002

Persoonlijke service wordt hoog gewaardeerd

Eenderde van de ouderen mijdt geldautomaat


Ongeveer eenderde van de ouderen neemt nooit geld op uit een geldautomaat. Dat blijkt uit een onderzoek dat Wetenschapswinkel Economie van de Rijksuniversiteit Groningen uitvoerde onder 283 ouderen in de stad Groningen. Veel van de ouderen die de geldautomaat mijden, doen dat omdat ze pinnen onveilig vinden. Maar uit het onderzoek komt ook duidelijk naar voren dat de behoefte aan sociaal contact een belangrijke rol speelt. Het Stedelijke Overleg Ouderenbonden Groningen (SOOG) biedt het rapport met de onderzoeksresultaten donderdag aan aan de Groningse wethouder Paas van seniorenbeleid.

Ouderenbonden in de stad Groningen, samenwerkend in het SOOG, vinden dat het streven naar efficiëntie van banken te ver gaat. Ouderen hebben forse kritiek op het dwingende pinbeleid, de sluiting van bankfilialen en de afname van persoonlijke service aan de balie. Zij voelen zich als trouwe klant aan de kant gezet en hebben het idee niet meer over hun eigen geld te kunnen beschikken.

Face-to-face contact

Uit het onderzoek dat de wetenschapswinkel op verzoek van het SOOG uitvoerde, komt naar voren dat het 'face-to-face' contact tussen bankmedewerkers en ouderen een belangrijk onderdeel is van de kwaliteit van de dienstverlening van banken. Door de giralisering en automatisering van het betalingsverkeer komt juist dit contact onder druk te staan. Het onderzoek heeft via twee groepsinterviews en een enquête de houding van ouderen in kaart gebracht en geeft antwoord op de vraag wat ouderen motiveert om wel of geen gebruik van nieuwe financiële diensten te maken.

Verschillende groepen

Aan het onderzoek deden ouderen mee tussen de 60 en 90 jaar oud. Iets meer dan de helft van de deelnemers was tussen de 70 en 80. Uit het onderzoek blijkt dat 62 procent van de respondenten regelmatig pint. Die groep bestaat uit evenveel mannen als vrouwen en is jonger en hoger opgeleid zijn dan de gemiddelde respondent. Van de ouderen die pinnen kan 16 procent dit niet zelfstandig of zonder problemen. Dit is tien procent van alle respondenten. Deze groep bestaat voor tweederde uit vrouwen en is van alle respondenten gemiddeld het oudst en het laagst opgeleid. Van alle respondenten geeft 22 procent aan niet te pinnen wegens onveiligheid. Die groep bestaat voor driekwart uit vrouwen en is ouder en lager opgeleid dan de gemiddelde respondent. Twaalf procent pint niet vanwege het ontbreken van sociaal contact. Ook hier gaat het voor zeventig procent om vrouwen van hogere leeftijd. Het opleidingsniveau is in deze groep gemiddeld.

Baliemedewerker weer centraal

Het oplossen van het toegankelijkheidsprobleem kan op verschillende manieren. Onder andere kan de ergonomie van de geldautomaat worden verbeterd en kunnen geldautomaten naar binnen worden verplaatst. Bankmedewerkers kunnen ouderen helpen bij het opnemen van geld. Bankdiensten in winkels, buurtbalies, bankbussen en geldbezorgdiensten kunnen de beschikbaarheid en bereikbaarheid verbeteren.

Het rapport beveelt de banken aan om verschillende groepen ouderen te onderscheiden en de oplossingen beter op de specifieke behoeften van de individuele ouderengroepen af te stemmen. Maar het belangrijkst bij dit alles is de baliemedewerker, die in de communicatie een sleutelrol moet blijven spelen. De mens, en daarmee de balie, moet weer centraal worden gesteld in het bedieningsconcept van de bank.

Noot voor de pers


* Meer informatie: Elise Kamphuis(Wetenschapswinkel Economie), tel. (050)363 71 82 (werk) e-mail: wewi@eco.rug.nl of Rinze Anne van der Sluis (uitvoerder van het onderzoek) e-mail: rinze_anne@yahoo.com

* Het rapport 'Tussen Mens en Machine, Over de toegankelijkheid van het betalingsverkeer in relatie tot ouderen', 2002, EC 127, door Rinze Anne van der Sluis, ISBN 90-5803-022-9 is vanaf 20 december te vinden op www.eco.rug.nl/wewi . Het rapport is ook op te vragen via tel. (050)363 71 82 of e-mail: wewi@eco.rug.nl.
* De aanbieding van het onderzoeksrapport aan wethouder Paas vindt plaats in het stadhuis van Groningen, Grote Markt 1, donderdag 19 december 11.00-12.30 uur.