Partij van de Arbeid

PERSBERICHT

Den Haag, 23 december 2002

PvdA wil noodvoorziening bij surseance of faillissement kabelbedrijven

De situatie bij UPC, dat inmiddels in surceance van betaling is gegaan, roept vragen op. Op surseance van betaling kan immers faillissement volgen. Het is niet duidelijk wat dan te doen. Het PvdA-Kamerlid Tineke Netelenbos vindt dat de regering te luchthartig doet over de afhankelijkheid van de mediaconsument ten opzichte van de kabel. Er moet een vangnetvoorziening komen, zodat ook in geval van faillissement de doorgifte voor 100% gegarandeerd blijft. Netelenbos heeft daarom vandaag een amendement (wijzigingsvoorstel) op de Telecommunicatiewet ingediend, zodat de doorgifte van signalen wettelijk geregeld wordt en de TV-schermen niet op zwart gaan.

Deze regeling zou door de regering nader uitgewerkt moeten worden in lagere regelgeving. Men kan denken aan een regeling die analoog is aan de Electriciteitswet, waar hoogspanningsnetbeheerder (en overheids-nv) TenneT kan ingrijpen. Een andere mogelijkheid is dat de Rijksoverheid of de gemeente(n) die het aangaat zelf een tijdelijke bewindvoerder aanstellen, die het publieke belang veiligstelt. Ook is mogelijk dat de Rijksoverheid een aanwijzingsrecht krijgt, waarbij andere kabelbedrijven tijdelijk worden verplicht om de doorgifte te waarborgen.

Het PvdA-Kamerlid Netelenbos heeft nog twee andere wijzigingsvoorstellen op de Telecommunicatiewet ingediend. Netelenbos pleit ervoor dat aanvullende overeenkomsten die gemeenten ooit hebben gesloten met de kabelbedrijven, voorlopig in stand mogen blijven. Via deze aanvullende overeenkomsten hebben gemeenten in het verleden voorkeursrechten bedongen, zoals extra invloed op welke zenders via de kabel te zien zijn. Het zou niet juist zijn om deze voorkeursrechten verbieden, omdat het bedingen van deze voorkeursrechten een aantal jaren geleden vaak de doorslag gaf bij de beslissing om tot privatisering van de kabel over te gaan. De voorkeursrechten zouden op termijn (bv. over 10 jaar) kunnen vervallen, als er geen schaarste meer is op de kabel.

Verder moet gestimuleerd worden dat er meer digitaal wordt aangeboden i.p.v. analoog. Hiermee kan veel ruimte op de kabel uitgespaard worden. Om deze ontwikkeling te versnellen moet de mogelijkheid gecreëerd worden om analoog aanbod op termijn (eveneens over zo'n 10 jaar) te verbieden.