Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer


---
Actieprogramma aanpak 50 wijken: Kamp wil leefbaarheid wijken verbeteren (23-12-2002)
---
Demissionair minister Kamp van VROM wil haast maken met de verbetering van de leefbaarheid van wijken in de steden. Het proces van achteruitgang van de leefbaarheid en het daarmee samenhangende gevoel van onveiligheid moet worden gekeerd. Door middel van grootschalige binnenstedelijke vernieuwing moet de leefomgeving aantrekkelijker worden, vooral ook voor midden- en hogere inkomensgroepen. Kamp heeft nu een samenhangende pakket maatregelen bekend gemaakt om dit proces te versnellen. De maatregelen worden vooral geconcentreerd op de aanpak van ongeveer 50 wijken die te kampen hebben met een (dreigende) opeenstapeling van ernstige fysieke en sociale problemen. De minister schrijft een en ander in een brief over het zogenoemde 'Actieprogramma Herstructurering' aan de Tweede Kamer.

Er is een aantal redenen om op korte termijn te komen tot een gerichte wijkaanpak. Zo is het wijkniveau vaak het niveau waarop de burger zijn problemen ervaart. Daar zijn zij het meest tastbaar voor hem en daar wil hij ook meedenken over de aanpak van zijn buurt of wijk. Op wijkniveau kunnen ook plannen worden ontwikkeld voor een concrete, resultaatgerichte aanpak waarbij concrete samenwerkingscontracten worden gesloten tussen gemeenten en lokale partijen, zoals woningcorporaties Door de aandacht verder te concentreren op ongeveer 50 wijken kunnen de betrokken partijen hun inspanningen richten op deze urgente kernopgave om zo tot een maximaal tempo en resultaat te komen. Op deze manier kunnen de gemeenten, aldus de minister in zijn brief, inspelen op de terechte zorgen van de burgers.

Maatregelen
Op het punt van regelgeving wil Kamp net als bij de experimenten 'Stad en Milieu' gemeenten de mogelijkheid geven om onder voorwaarden bij de aanpak van zo'n wijk van de regels af te wijken.Verder stelt VROM zonodig interne en/of externe deskundigen beschikbaar ('Impulsteams') die de gemeenten moeten helpen bij de uitvoering van de herstructurering in de geselecteerde wijken.Vaak gaat bij het opstellen van plannen voor de aanpak van een wijk veel tijd verloren aan het maken van afspraken tussen gemeente, woningcorporaties en marktpartijen over de verdeling van de kosten en risico's. Het opzetten en hanteren van een breed aanvaard afsprakenkader moet dit tijdverlies voorkomen. Het gaat dan bijvoorbeeld over de inbrengwaarde van het woningbezit van de woningcorporaties, de betrokkenheid van marktpartijen, de inzet van onderhoudsreserveringen en verhuiskostenvergoeding. Naar analogie van de ruilverkaveling voor de landelijke gebieden wordt onderzocht of gemeenten herverkaveling kunnen toepassen bij projecten van stedelijke vernieuwing. Bijvoorbeeld als woningeigenaren overeenkomen om bij de sloop van hun woningen de grond waarop nieuwe woningen worden gebouwd, opnieuw te verkavelen.

Woningcorporaties
Minister Kamp gaat ook een groter beroep doen op de bereidheid van de woningcorporaties -vaak eigenaar van de woningen in de betreffende wijken - om meer bij te dragen aan de financiering van de stedelijke vernieuwing. De betrokken corporaties worden (via het Besluit Beheer Sociale Huursector) verplicht de noodzakelijke investeringen in de 50 wijken in kaart te brengen. En als een corporatie een te geringe draagkracht heeft in verhouding tot de noodzakelijke investeringen, dan moet zij een beroep doen op de bestaande mogelijkheden van projectsteun via het Centraal Fonds Volkshuisvesting. Ook steun van rijkere collega- corporaties die een minder zware bouwopgave hebben, is mogelijk. Verder wordt gedacht aan een landelijke investeringsmaatschappij voor de herstructurering, zoals ook de VROM -raad heeft gesuggereerd in zijn advies over de stedelijke herstructurering. Zo'n fonds zou dan gevoed moeten worden via heffingen van het Centraal Fonds.Kamp wil zonodig via aanpassing van de regels in individuele gevallen dwingend op kunnen treden om voldoende inzet van corporaties bij de stedelijke vernieuwing van de grond te krijgen.

Andere wijken
Een aantal maatregelen die worden uitgewerkt, zijn niet alleen bedoeld voor de circa 50 wijken, maar ook voor andere wijken die op de schop moeten om de kwaliteit van de woonomgeving te verbeteren. Daarbij gaat het om maatregelen zoals het stimuleren van wijkontwikkelingsmaatschappijen (WOM's). Deze WOM's kunnen opgericht worden om bij wijkvernieuwing de samenwerking tussen publieke en private organisaties goed te regelen. Met het ministerie van Financiën is afgesproken dat voor het inbrengen van woningen in zo'n WOM en het na de ingreep er weer uithalen van die woningen maar één keer overdrachtbelasting betaald hoeft te worden.Samen met het ministerie van VWS start VROM een programma voor het ontwikkelen van kennis over de aanpak van wijken waarbij de samenhang tussen sociale en fysieke ingrepen centraal staat.Verder wordt gekeken - naar analogie van de wijziging van de Wet Ruimtelijke Ordening met een rijksprojectenprocedure - of zo'n procedure ook ingevoerd kan worden voor gemeenten. Dit om verschillende wettelijke procedures te bundelen om op die manier tijd te winnen.

Selectie wijken
Gezien de relatie met het grotestedenbeleid (GSB) wordt bij de selectie van de wijken gekeken naar de dertig gemeenten (G-30) die het geld voor het GSB en voor de stedelijke vernieuwing rechtstreeks van het rijk krijgen. In elk van de G-30 is minstens één probleemwijk waarop het Actieprogramma Herstructurering zich op gaat richten. De belangrijkste criteria voor de selectie zijn de (dreigende) opeenstapeling van fysieke en sociale problemen in samenhang met de herstructurering. Met een gecombineerde aanpak van fysieke en sociale problemen wordt ook voorkomen dat problemen alleen maar verplaatst worden naar andere wijken in plaats van opgelost. Een belangrijk onderdeel hierbij is de inspraak en betrokkenheid van bewoners en andere belanghebbenden.Bij de uitwerking van de plannen moet er een brede aanpak komen waarbij de raakvlakken worden gelegd met relevante beleidsterreinen van andere ministeries, zoals sociale en veiligheidsaspecten en het benutten van economische potenties. Binnen VROM wordt verder gekeken naar eventuele raakvlakken met milieu, zoals bodemverontreiniging, geluid- en luchtkwaliteit (met hierbij speciale aandacht voor de zogenoemde 'hotspots' waar in stedelijk gebied de normen voor luchtkwaliteit worden overschreden) en de relatie met zogeheten sleutelprojecten. Eind januari moet er met de G-30 overeenstemming zijn over de geselecteerde wijken.

( bron: http://www.vrom.nl/pagina.html?id=10103&site=persbericht )


---