Gemeente Ferwerderadiel

Nieuwjaarstoespraak van burgemeester mr. W. van den Berg van Ferwerderadiel

Geachte aanwezigen,

Als ik deze speech en ook het afgelopen en het komend jaar een thema zou willen meegeven dan is dat het volgende gezegde: "Sizzen is neat, dwaen is een ding".

In verband daarmee, zou ik eerst eens willen stilstaan bij hetgeen we in de afgelopen tijd gedaan hebben als College en als Raad.

Wat geweest is:

* In januari van het afgelopen jaar hebben wij de subsidieregeling zonnepanelen en zonneboilers vastgesteld. Die regeling kan worden gezien als een succesformule, inmiddels hebben wij reeds zon vijftien aanvragen voor een zonnepaneel dan wel een zonneboiler of een combinatie van die twee ontvangen en afgewerkt en degene die goed rond kijkt in de diverse dorpen ziet met enige regelmaat de zonnepanelen op de daken verschijnen. Wij vinden dat een hele goede zaak.

* In februari van 2002 boog de gemeenteraad zich over de subsidieverordening particuliere woningen en rieten daken voor boerderijen. Het speet ons college dat we eigenlijk hiervoor zo weinig geld hebben beschikbaar kunnen stellen om begrotingstechnische redenen. Tenslotte je kunt met elkaar heel veel willen maar het is ook van belang om de lasten voor de burger in dat opzicht in de gaten te houden. Toch zijn wij van oordeel, dat in de toekomst deze regeling meer gebruikt zal moeten gaan worden. In diezelfde raadsvergadering stemde de gemeenteraad in met het convenant betreffende de samenwerking voor het regionaal provinciebureau Noordwest. Inmiddels is de rapportage over dit onderwerp gereed en zal in de loop van dit jaar met de uitvoering van de taakstelling in het rapport worden begonnen, op die manier hopen we binnen een redelijke termijn van een aantal jaren de achterstand op de gebruiksvergunningen weg te kunnen werken.
* In maart van dit jaar hielden wij, en overigens in het gehele land, gemeenteraads-verkiezingen. Op 4 maart vond in dat kader een politiek café plaats in "Het Trefpunt" wat als omschrijving meekreeg: Ferwerderadielse Kringen. Nadenkend over die avond vond ik dat zeker een herhaling waard en uiteraard vonden in maart en in april onderhandelingen plaats als uikomst van de verkiezingen. Er werd een nieuw college gevormd waarbij het GBF de plaats innam van de Partij van de Arbeid en waar, evenals in vorig jaren, het CDA wederom vertegenwoordigd was. Daarnaast werd in maart het nieuwe Rampenplan vastgesteld en dat is belangrijk want het Rampenplan dient actueel te zijn en er dient ook regelmatig mee te worden geoefend. Ook verschafte de Raad een financiële bijdrage voor het Intergemeentelijk Sportproject GO4 Sport- Website. De bijdrage van 4 1815,00 maakt het mogelijk om in samenwerking met de andere gemeenten voor de sportverenigingen een goede Sport-Website op te zetten.

* Op 22 april om precies te zijn vond de installatie plaats van de nieuwe gemeenteraad en van het nieuwe college, dat voor het eerst duaal van start ging. Tevens werd het raadsprogramma vastgesteld, de vice-voorzitter van de gemeenteraad benoemd en de raadscommissie-verordening vastgesteld met voortaan 2 commissies, Wenjen en Wurkjen en Tsjinst-ferliening. De Stichting dorpshuis Marrum kreeg een subsidie van 4 150.000,00 voor de aankoop van het pand aan de Ringweg 21 te Marrum, beter bekend als het WOC gebouw. Eveneens stelde de gemeenteraad 4 11. 840, 00 beschikbaar voor het upgraden van de stroomvoorziening op het recreatiecomplex "Mûnehiem".

* In mei stelde de gemeenteraad een krediet beschikbaar voor het woonrijp maken van het Suderheech in Ferwert en - in juni werd zowel de voorjaarsnota als ook het college-programma van het nieuwe college behandeld, dat programma heeft de looptijd tot 2006. Ook kreeg het bestuur van het toekomstig multifunctioneel centrum in Hallum een bedrag van 4 226,900,00 aan subsidie beschikbaar gesteld voor de realisering van het multifunctionele centrum in Hallum. Beide dorpshuizen, zowel in Hallum als in Marrum vloeiden voort uit het rapport "Yne Line". Het is jammer dat met name vanaf de kant van de provincie niet wat meer toeschietelijkheid is betoond met betrekking tot de aanvraag voor dit multifunctionele centrum uit Hallum, maar ik kan u zeggen dat daar op verschillend niveaus vanuit het gemeentehuis met de provincie is en wordt gecommuniceerd.

* Op 5 september sprak de gemeenteraad over de benoeming van de leden van de Bestuurscommissie voor het Openbaar Onderwijs en werd o.a. een subsidieaanvraag van de Steekmuziekschool Noordoost Friesland behandeld.

* In september wordt de instructie van onze griffier vastgesteld, boog de Raad zich over de verordening voor de commissie Bezwaarschriften en werd een lening verstrekt voor het overnemen van de kerk in Jislum.

* In oktober spreekt de gemeenteraad over de subsidieverordening Godsdienstonderwijs en Levensbeschouwelijke Vorming en het leefbeschouwelijk-vormingsonderwijs voor de openbare scholen en stelt de Raad de verordening Voorzieningen Gehandicapten vast, tevens wordt als extra agendapunt toegevoegd het in gebruik geven van grond aan het transportbedrijf De Vries te Hallum. I
* In de afgelopen maand november behandelden we verder de begroting voor het dienstjaar 2003, op zichzelf kinnen we terugzien op een goede begrotingsbehandeling. Toch hebben we met elkaar geconstateerd dat voor wat betreft de behandeling van de begroting 2004 in het najaar van dit jaar wellicht een toch wat andere procedure de voorkeur geniet. Wij zullen daarover zonodig met nadere voorstellen komen.

* De raadsvergadering van december was wat men noemt een eindsprintvergadering, de legesverordening 2003 werd vastgesteld, er werd een krediet beschikbaar gesteld voor een lichtinstallatie op het sportcomplex in Ferwert, er werd gesproken over een subsidieaanvraag van het supportproject, het zogenaamde maatjesproject voor de politie in Noordwest Friesland en er werd een krediet beschikbaar gesteld voor het TROP, met betrekking tot dat laatste voorstel wordt planmatig voor de komende jaren invulling gegeven aan een verantwoord toeristisch, recreatief ontwikkelingsperspectief voor deze gemeente en duidelijk met relatie naar het omliggende gebied.

Onderwijs:

In die laatste raadsvergadering werd eveneens het bekostigingsplafond vastgesteld voor het program en het overzicht voor de onderwijshuis-vestingsvoorzieningen voor het jaar 2003. Dat programma bevatte bepaald niet niks, er zijn gelden in opgenomen voor de bouw van een nieuwe christelijke basisschool in Reitsum, voor een nieuwe openbare school in Ferwert, alsmede geld voor een flinke renovatie dan wel opknapbeurt voor de openbare school van Hallum. Op het gebied de voorzieningen voor het basis onderwijs in Ferwerderadiel gaat er de komende jaren dus echt iets gebeuren. Onderwijs is belangrijk en de school is een belangrijke voorziening binnen dorpskern, dat geldt niet alleen voor Reitsum dat geldt ook voor Ferwert en Hallum.Inmiddels is de eerste bespreking met de architect reeds gevoerd en we zullen met een gezwind tempo proberen één en ander binnen de planning te realiseren uiteraard in goede samenspraak met de BOOF en met het bestuur van het bijzonder onderwijs in deze gemeente.

Bestuurlijke toekomst:

2003 wordt wederom een belangrijk jaar niet alleen zullen dit jaar de Statenverkiezingen plaats vinden, maar in januari kan de kiezer direct aan de bak met de verkiezingen voor de Tweede Kamer, op basis daarvan zal wederom een nieuwe regering worden gevormd en ik spreek de wens uit dat deze regering inderdaad de volledige 4 jaar mag uit zitten en daadwerkelijk werk maakt van het beleid. Ook voor de regering geldt "Sizzen is neat, dwaen is een ding". Er moet in dit land veel gebeuren, binnen onze provincie wordt met betrekking tot de gemeenten gekeken naar zelf evaluatie van de gemeenten. Hoe bestuurkrachtig zijn we eigelijk met elkaar. Doen grote gemeenten het beter dan kleine gemeenten. In het verlengde daarvan zou ik eigenlijk de vraag eens op een hoger niveau willen leggen. Uitgaande van de gedachte dat je de trap van boven naar beneden schoon moet vegen zou in eerste instantie de vraag in een nieuw regeringsprogramma eens gesteld kunnen worden hoe bestuurskrachtig werken onze departementen, hoe is het gesteld met de coördinatie tussen de partementen en hoe werkt onze regelgeving uit naar provincies, naar gemeenten en waterschappen.

Eigenlijk zou men zich eens moeten afvragen of het niet zinvol is om in ieder jaar van de kabinetsperiode één dan wel twee departementen door bijvoorbeeld McKenzie eens door te lichten.Naast de rapportages van de rekenkamer die er ieder jaar, zijn zou zoiets denk ik eens verhelderend kunnen werken, in het verlengde daarvan zou eveneens de doelmatigheid en de doeltreffendheid van regelgeving kunnen worden meegenomen. Een dergelijke operatie zou evenwel niet alleen moeten gelden voor de Rijksoverheid ook het middenbestuur de Provincies zouden zich deze vraag eens moeten stellen. In dit verband wil ik verwijzen naar een bijdrage die is geleverd door de huidige minister van Onderwijs mevrouw Maria van der Hoeven in de bundel "Betrokken Besturen" die verschenen is in verband met het 25 jarig bestaan van de bestuurdersvereniging van het CDA. In die bijdrage getiteld "Binnenlandsbestuur, voortdurend in ontwikkeling" doet mevrouw van der Hoeven een aantal bijzonder interessante uitspraken. Zoals bekend was zij vele jaren raadslid en vervolgens ook lid van de Tweede Kamer en woordvoerder voor de CDA-fractie voor Binnenlandse Zaken.

Zij signaleert in haar bijdrage een aantal ontwikkelingen in het binnenlandsbestuur. Het betreft voornamelijk de renovatie van het bestuurlijk huis van Thorbecke de gemeentelijke herindelingen, de positie van de Provincie, de invoering van het dualisme in het gemeente-

bestuur en de gekozen burgemeester. Over het onderwerp gemeentelijke herindeling zegt zij dat te lang herindeling is gezien als een standaard oplossing voor gemeentelijk en gemeente- overschrijdende problemen of om concurrentie tussen buurgemeenten de kop in te drukken of om welgestelde burgers die uit de stad waren vertrokken en zich hadden gevestigd in randgemeenten weer terug te krijgen binnen de stadsgrenzen, of om in de regio ontwikkelde bedrijventerreinen onder de regie van de centrumstad te brengen. Vaak was en is de achterliggende beweegredenen financiële, de OZB opbrengsten de bruidsschat dus, maar schrijft zij de ervaring leert dat herindeling geen oplossing biedt voor grensoverstijgende problemen. Een stad groter maken leidt weer tot nieuwe grenzen met de daarbij behorende vraagstukken, leidt steeds weer tot verzet van burgers en tot steeds grotere loggere ambtelijke apparaten. Elk probleem heeft zijn eigen schaal, alleen al om die reden is schaal vergroting géén panklare oplossing voor alle problemen die gemeentegrenzen overstijgen. Maar wat geeft zij dan wel als oplossing? Naar haar mening moet de oplossing gezocht worden in differentiatie en in de samenwerking. Daarbij gaat het in de kern om kleinschaligheid waar het kan, grootschaligheid waar dat noodzakelijk is. In beide gevallen geredeneerd vanuit het probleem waarom het gaat en een daarbij passende oplossing vinden. Zij kiest dus voor maatwerk waarbij zij er wel vanuit gaat, dat gemeenten zich houden aan de gemaakte afspraken in de eventueel vernieuwde wet gemeenschappelijke regelingen, ook haar visie op het functioneren van de provincies is interessant, zij schrijft gemeenten worden om de haverklap door de provincies tegen het licht gehouden om hun bestuurskracht te meten. Dat behoort ook met provincies te gebeuren. Hierbij moet worden opgemerkt dat de bestuurskracht meer te maken heeft met de manier waarop men zijn bevoegdheden hanteert om zaken aan te pakken en op te lossen dan wel met de hoeveelheid bevoegdheden die men heeft. Op zichzelf zou een stukje zelfevaluatie voor provincies ook nog niet zon vreemde gedachte zijn. Wellicht dat in de komende periode na de verkiezingen hier eens ruimte voor komt binnen de provinciale politiek, daarbij moet evenwel wel gezegd worden dat ik de provincie als middenbestuurslaag heel goed zie zitten. Een goede provincie is in mijn ogen een partner, meedenker, initiator, makelaar, regisseur voor gemeenten bij de uitvoering van het beleid en de provincie Fryslân kan zich de komende jaren heel goed waarmaken.

Streekplan, wonen en werken:

Immers er staat wederom een nieuw streekplan voor Friesland op stapel. In dat streekplan zal de nadruk behoren te leggen op samenwerking met gemeenten en waterschappen, zal moeten worden getracht een basis te vormen om samen het beleid tot stand te brengen en daadwerkelijk te realiseren. In dat streekplan zal veel meer aandacht moeten zijn qua uitvoering van beleid voor het platteland. Leefbaarheid van dorpen kan niet alleen worden bevorderd door mooie woorden maar zal moeten worden gerealiseerd met daadkrachtig beleid.

In dat verband kan met name ook worden gewezen op extra woningbouwmogelijkheden bij de dorpen want voldoende woningbouw geeft immers voldoende menskracht om de voorzieningen in stand te houden. Bijzondere aandacht zal er van de provincie ook moeten zijn voor het gebied van Noordoost Friesland, niet voor niets hebben de burgemeesters uit de ANOF gemeenten het initiatief genomen om te komen tot een economische rapportage. Die economische rapportage is vervaardigd door professor van Sinderen en ook daaruit blijkt dat extra aandacht voor dit gebied op zijn plaats is, dat er nu daadwerkelijk uitvoering zal moeten worden gegeven aan de realisering van de centrale as en het Noordwest- Tangent rond Leeuwarden. Voor onze bedrijven en onze industrie is dat van eminent belang. Thans is de koers bepaald om vóór 2006 deze verbindingsroute rond Leeuwarden daadwerkelijk te realiseren. Ik wil u er aan herinneren dat dit Noordwest-Tangent reeds stond vermeld in het Streekplan 1994.

Als we die planning halen betekent het dat het toen vastgestelde beleid pas na 12 jaar daadwerkelijk is uitgevoerd. Ook zal het nieuwe streekplan voor Fryslân een bedding moeten zijn voor de planologische consequenties van de notitie over de berging en de afvoer van water in Fryslân. Vanuit de gemeente is door verschillende raadsleden tezamen met uw voorzitter deelgenomen aan de hoorzitting die daarover in het provinciehuis is gehouden, veiligheid tegen het water is belangrijk. Wateroverlast is de laatste jaren meer regel dan uitzondering en natuurlijk geldt dat wij in Fryslân meer waterberging hebben dan in vele gebieden in Nederland, elders, maar toch ook hier speelt de problematiek en daarbij moet ik waarschuwen voor een houding van "It komt wol goed hear", want als het zover is en het gaat een keer mis dan wordt door velen achter het oor gekrabd en gedacht van, hadden we maar, maar dan is het veelal te laat en zijn de schadeclaims veelal niet beperkt tot de tientallen maar tot de honderdtallen.

Water en Veiligheid:

Vandaar ook dat ik met bijzondere belangstelling de schaderegeling bij gecontroleerde inundatie eens heb bekeken. De schaderegeling die geldt in geval het desbetreffende gebied wat onder water is gezet, is aangewezen en vastgesteld in een onherroepelijk vastgesteld en goedgekeurd bestemmingsplan. Je vraagt je dan in de eerste instantie al af: wat gebeurt er in de tussentijd? Is er ook duidelijk sprake van een spanningsveld tussen zorgvuldigheid en snelheid. Als je de termijnen bekijkt van afdoening voor zon schadeaanvraag dan beloopt deze termijn al heel snel over de zes maanden heen. Dan is het maar te hopen dat men voldoende gebruik maakt van de in de regeling aanwezige voorschotmogelijkheid. Doet men dat niet dan moeten degene die schade hebben geleden, dat zullen wellicht heel vaak agrariërs zijn, vele maanden en misschien zelfs wel jaren wachten op de uitkering van hun geclaimde schade. Wat zijn daar dan weer de gevolgen voor de bedrijfsvoering. Beter lijkt het mij dan ook om met betrekking tot de uitvoering van deze regeling van tevoren richtlijnen te publiceren, met als het kan richtbedragen voor schadevergoeding indien zulks optreedt. De desbetreffende commissies hebben dan een houvast evenals de burger en de afwikkeling kan wellicht ook veel sneller plaatsvinden. Investeren in de voorbereiding geeft meestal een vlotte uitvoering. Voor wat betreft de hoofdkeuze en randvoorwaarden voor de afwatering van Fryslân komt de adviesgroep Wetter tot het advies van het zogenaamde scenario 3.

Uit de trits vasthouden, bergen en afvoeren van oppervlaktewater komt de adviesgroep tot een uitbreiding van de gemaalcapaciteit en het vasthouden en bergen van afvalwater. Voor wat betreft het laatste moet denk ik de stem van de NLTO doorklinken in deze agrarische provincie, het incidenteel bergen van oppervlaktewater op gronden die voor de landbouw dan wel de veeteelt gebruikt worden dient zoveel mogelijk te worden voorkomen. Immers daar speelt in deze provincie met name het probleem van de voedselveiligheid en de gezondheid van het vee. Veel beter is om het water indien nodig te bergen door vergroting van de boezem dan wel daarvoor gebieden specifiek in te richten en deze bijvoorbeeld de natuur dan wel de recreatieve functie te geven.

Met de aanpassing van het waterpeil in deze gebieden langs de Friese boezem waarbij het winterpeil beduidend lager is dan het zomerpeil en op die manier een gestapelde waterbergingsmogelijkheid ontstaat. Voor wat betreft de afvoer en dus de gemaalcapaciteit is het van belang om een zekere mate van flexibiliteit in te bouwen, immers afvoer van water is niet alleen het stroomgebied, het heeft ook te maken met windrichting en in dit land kan die windrichting grillig en veranderlijk zijn. Daarom zou niet alleen gefocust moeten worden op maalcapaciteit bij Lemmer in het zuiden en op maalcapaciteit bij het Lauwersmeer. Voorop staat dat het Lauwersmeer zoet moet blijven, dit is van belang voor de landbouw in het desbetreffende gebied, het is ook van belang voor de zoetwatervoorraad van het noorden van Nederland, immers in droge tijden kun je het dan ook gebruiken om het water in te laten. Daarnaast dient de maalcapaciteit aldaar in het Lauwersmeergebied te worden vergroot maar niet alleen daar. Denkbaar is ook dat tussen Harlingen en het Lauwersmeer bij Holwerd een gemaal met sluiscapaciteit wordt gerealiseerd. Holwerd, zou als 4e mogelijkheid naast Lemmer, Lauwersmeer en Harlingen meer flexibiliteit geven in de afvoer van water van Fryslân. Fryslân is immers gebaat bij een snelle en een effectieve afvoer van water en dan zijn meerdere afvoerpunten langs de Friese kust meer dan de moeite waard van het bestuderen. Kosten van overstroming zijn immers vele malen groter. Het gaat tenslotte om ons aller veiligheid. Het voordeel van een sluis en een gemaal bij Holwert is dat de infrastructuur via de Holwerder Vaart naar de Dockumer Ee reeds voorhanden is en kan worden verbeterd en verruimd. Daarnaast, en dat mag ook niet onder stoelen en banken worden geschoven, wordt daarmee een nieuwe ader aangeboord om toerisme en recreatie in het totale gebied te vergroten, zeker de waterrecreatie en de economische component daarvan kan daarmee worden gestimuleerd. De provincie mag, tezamen met de waterschappen, deze afwegingen maken en dient uiteindelijk te zorgen voor een adequate vertaling in het streekplan. Een suggestie in de richting van de provincie is om daar waar gemeenten voorzieningen treffen voor de veiligheid tegen het water eens te bezien of middels extra woningbouwcontingentering voor die gemeenten compensatie zou kunnen worden gegeven. Of dat dat zou kunnen plaatsvinden middels b.v. de realisering van extra bedrijfsterrein. Op die manier wast de ene hand de andere schoon en komt er daadwerkelijk ook iets tot stand.

Nij Hillema State en Landbouw:

Wat ook in het streekplan zal moeten worden opgenomen is het fraaie plan aan de oostzijde van Hallum ofwel "Nij Hillemastate". Dit plan, met ook een aanzienlijk waterbergend vermogen is reeds besproken met de VVD fractie en de CDA- Statenfractie, naast het overleg dat is gevoerd met verschillende gedeputeerden. Dat plan vormt een schitterende afronding van de oostzijde van Hallum en daarnaast biedt het woonruimte aan de directie van één van de belangrijkste werkgevers van de gemeente Ferwerderadiel. Uit het rapport van professor van Sinderen, is met name gebleken dat wij op de aanwezige bedrijvigheid zuinig moeten zijn in dit gebied. De provincie kan niet anders dan het daarover met ons eens zijn. Gelukkig is ons inwonertal het afgelopen jaar licht gestegen, dit ondanks de beperkte contingentering, dat is vooral veroorzaakt door het feit dat in Hallum de wijk "Oer de Feart" wordt gebouwd en dat we ook beschikken over een bouwlocatie als "Bornemeer".

In Ferwert werd "It Suderheech" verder afgebouwd en ook in Blije werden enkele woningen tot stand gebracht. Enige zorg heb ik over de rapporten die verschenen zijn over de ontwikkeling van de landbouw in het afgelopen jaar. Via het journaal en in de kranten heeft u kunnen lezen dat dit heeft geleid tot een inkomensdaling van 15%, in een streek en als de onze waarbij landbouw essentieel is voor het bestaan vraag ik mij af: wat betekent dit voor onze winkels, wat betekent dit voor onze voorzieningen? Dit is een punt waar niet alleen wij als gemeentebestuur maar u ook als inwoners aandacht voor moet hebben. De bestaande bedrijvigheid binnen onze gemeenten zullen wij moeten blijven koesteren, dat geldt in het bijzonder voor de agrarische bedrijfsvoering en waar mogelijk zal ook in het nieuwe streekplan moeten worden bezien of nieuwe activiteiten kunnen worden aangetrokken en verder ontwikkeld. In dat verband ben ik ook reuze blij met het besluit van de gemeenteraad om geld ter beschikking te stellen voor de ontwikkeling van een toeristisch, recreatief ontwikkelingsplan omdat met name daarin mogelijkheden zullen worden gecreëerd om extra economische activiteiten verder te ontwikkelen, in goede harmonie met de landbouw.

Samenwerking:

De afgelopen periode is in ANOF verband goed samengewerkt, dit betreft niet alleen de totstandkoming van de rapportage van professor van Sinderen maar ook in het kader van de plattelandsprojecten en in de Leaderwerkgroep is goed samengewerkt. Ook in zuidelijke richting geldt dat we met elkaar positief bezig zijn op het gebied van gemeentelijke samenwerking. We zullen hopen dat het samen opzetten met Leeuwarderadeel van de afdeling Sociale Zaken voor onze beide gemeenten goed zal worden geïmplementeerd. Verder zie ik ook veel in de ontwikkeling van het G4 onderwijsbureau in Stiens. We zullen ook hopen dat het komend jaar deze gemeenschappelijke voorziening een goede gestalte krijgt.

Openbare orde:

De Oud en Nieuwsviering is goed verlopen. Een compliment daarvoor aan alle organisatoren, maar met name ook de jeugd van Ferwerderadiel, die het dus wel kan, een nieuwjaarsviering die plezierig is. Ook de politie en de medewerkers van de brandweer en de gemeente past een woord van dank. "Sizzen is neat, dwaen is een ding".

Dames en heren, ik ben thans gekomen aan het einde van mijn verhaal.

Ik spreek de wens uit, dat ik samen met het college, en samen met uw raad en met onze medewerkers en met de inwoners van Ferwerderadiel aan de verdere opbouw van deze gemeente mag werken.

Daarbij wens ik u toe dat s Heren Zegen op ons aller werk mag rusten.

Ik dank u voor uw aandacht