Gemeente Son en Breugel


Nieuwjaarstoespraak burgemeester
06-01-2003
Dames en Heren,

Voor de vijfde keer mag ik u toespreken als burgemeester van de gemeente Son en Breugel. Voor de laatste keer ook, en dat komt omdat u weer gaat beschikken over een vaste kracht als voorzitter van het college en van de raad. Hartelijk gefeliciteerd! We hoeven dit jaar niet te zeggen dat we zelfstandig willen blijven en daarvoor zullen vechten. De gemeente behoudt haar zelfstandigheid. En ik de mijne. U zult het hopelijk begrijpelijk vinden dat ik daarover dit jaar iets meer zeg.

Son en Breugel zelfstandig. De gemeente realiseert zich dat een professioneler dienstverlening alleen maar kan door samenwerking met buurgemeenten. Taken die uitgevoerd worden in medebewind lenen zich daar goed voor en daarin schuilt ook niet het gevaar van te weinig betrokkenheid van de raad. Ook een onderwerp als personeelsbeleid is bespreekbaar als het gaat om samenwerking. Tijdelijke uitwisseling, het delen van een specialist, doorstroming bieden, allemaal de moeite waard. Op ICT-gebied zal de samenwerking welhaast niet te vermijden zijn. Mijn zorg, als het gaat om de democratische controle, ligt eerder op het vlak van het autonoom gemeentelijk beleid. Een voorbeeld: als de basisbibliotheek gevormd is met vestigingen in diverse gemeenten waaronder een in Son en Breugel, is dat goed voor de professionaliteit van de bibliotheek op zich en voor het personeel. Daar staat dan een bestuur boven dat minder direct een relatie onderhoudt met deze gemeente dan het huidige bestuur. Belangrijk is het dan dat we zelf extra goed weten wat we verwachten van onze vestiging. Daarvoor moet de raad een opvatting hebben over de mogelijkheden van de moderne bibliotheek, over de belangrijke informatiefunctie die ze op allerlei gebied kan hebben. In Overijssel worden bibliotheken omgevormd tot kulturhus, wat betekent dat daar een aantal diensten gecombineerd worden. De bibliotheekbalie is daar ook het gezondheidsloket bijvoorbeeld. De vrijwilligerscentrale zit er, de toeristische informatie, het jongerenwerk. Zeker wanneer nieuwbouw gepland wordt, ligt het voor de hand goed geïnformeerd te zijn vóór de besluitvorming om op deze manier toch vorm te geven aan eigen bibliotheekbeleid. Daarover sluit je dan een contract met dat bestuur op afstand.
De opschaling die zich op alle terreinen voordoet, betekent dat de indicatie voor zorg uit de regio komt, dat het schoolbestuur in Eindhoven zit, dat de woningcorporatie in Eindhoven zetelt en met de raad van Eindhoven de criteria voor urgentie bespreekt en niet met ons. Daar zit het gevaar van buiten spel komen staan van de raad op voor de bevolking essentiële terreinen als onderwijs, zorg en wonen. Daarover moeten afspraken gemaakt worden in een kleine gemeente als de onze. Dat gaan we ook doen, dat hebben we afgesproken bij de algemene beschouwingen.
Ik zei in het begin: ook ik behoud mijn zelfstandigheid. Ik zal in de loop van dit jaar, zo rond de zomer, nog wel in de gelegenheid zijn te reageren op deze periode in Son en Breugel. Toen ik 4 jaar geleden eraan begon, wist ik dat het wel een paar jaar kon duren. Tegen de zomer van verleden jaar begon ik ook persoonlijk de onduidelijkheid als hinderlijk te ervaren. Anderen, vooral onze medewerkers, moeten daar al eerder en veel meer last van hebben gehad. Sinds we weten dat de strijd gewonnen is, zijn we enthousiast bezig met het ambtenarenapparaat te kijken naar wat we willen zijn als dienstverlenende organisatie, wat daarvoor moet veranderen, of zelfs wie daarvoor moet veranderen. Dat proces hangt samen met de visieontwikkeling op wat we als gemeente in het algemeen willen zijn. Onze plannen voor de infrastructuur, ruimte, verkeer en bouwen, en onze plannen voor de sociale structuur. De raad heeft aangegeven daarin zelf zeer actief te willen zijn op basis van een voorzet van het college. Ik waardeer het dat dit gemeentebestuur de opvatting huldigt dat nu de dreiging van samenvoeging met Eindhoven weg is, er wel gekeken moet worden naar de problemen van de stad waarvoor ze via de herindeling een oplossing had willen vinden. Bij de visieontwikkeling zal dat terug moeten komen.

De raad. Sterk vernieuwd in maart verleden jaar. Sterk in het ontwikkelen van de instrumenten die bij het dualisme horen. Ik ben blij dat er ruime mogelijkheden zijn voor inspraak en dat de verordening op het burgerinitiatief al is vastgesteld. Ik voorzie af en toe in De Brug de ontwikkelingen van commentaar onder het kopje Waargenomen, en ik heb geamuseerd geconstateerd dat het de voorzitter van het college minder gegund wordt teleurstelling van het college te formuleren over de raad, dan het de voorzitter van de raad gegund wordt de raad te prijzen. Ik zei u al: ik behoud mijn zelfstandigheid. Een lichte spanning tussen de bestuursorganen college en raad hoeft niet onvruchtbaar te zijn en zelfs een voorzitter mag daarin meespelen.

Het college was helemaal nieuw voor wat betreft de gekozenen, maar is intussen aardig ingespeeld. Er wordt gelukkig veel gelachen, anders zouden ze alledrie echt te lijden hebben onder deze baan en dat zou ik waarachtig niet willen.
De nieuwe politieke verhoudingen vergen, net als het leven zelf, bijzondere vermogens: nuances in plaats van fanatisme, sportiviteit in plaats van frustratiegedrag, spel in plaats van machtsvertoon, plezier in plaats van verbetenheid: we zijn er nog niet helemaal, maar we zijn op weg, zoals de A50 op weg is. Als die klaar is, is het ons straks mogelijk in het dorp over te steken zonder barrière. Het is een aantrekkelijk symbool: oversteken, naar elkaar oversteken. Son krijgt dan weer een kloppend hart. Maar wat zult u geduld moeten hebben tevoren. Laarzen, stofjas, stofbril, leg het allemaal maar klaar. Als het maar geen goed goed is. Breng dat maar naar Mensen voor Mensen, tegen de tijd dat het Kloppend Hart schoon genoeg is, en u allang schoon genoeg hebt van de troep, is alles toch uit de mode.

U hebt mij niets horen zeggen over de politieke toestand in de wereld en in ons land. Daar hoort en leest u ook misschien meer over dan u lief is. Ik heb het wel ter sprake gebracht rondom Kerstmis, omdat de gedachte aan vrede haast zeer doet in deze tijd, wereldwijd, nationaal en tussen individuen. Met nieuwjaar moeten we wat optimistischer voor de dag willen komen en benadrukken we liever de plannen, de verwachtingen.
Die hebben we, volop. En u wens ik van harte toe dat het een goed jaar mag worden. Zoals u hier bent, vertegenwoordigt u een kapitaal aan betrokkenheid en capaciteit Het gemeentebestuur dankt u oprecht voor uw meedenken en meedoen in het afgelopen jaar. Maar we gaan wel iemand speciaal bedanken en belonen.

Elk jaar weer is het een ernstige afweging wie de vrijwilligerspenning verdiend heeft. Elk jaar zijn er verschillende kandidaten. En om de lijst niet al te groot te maken valt er af en toe eens iemand af. Het probleem is steeds: maar wie moet het dit jaar speciaal worden? Je hebt kloppende harten in soorten en maten. In het centrum pakken we het groots aan, maar er is hier minstens een vrouw die het kloppend hart is van een groep mensen. Een mens uit duizenden, een mens voor andere mensen. Getrouwd. En hij doet nauwelijks voor haar onder in zorg om mensen. Ze hebben 2 zonen. Nou en ?!
Zij neemt spullen van anderen aan en doet daar wat goeds mee. Ik heb u daarnet al een nuttige tip gegeven uit zorg om uw goeie goed: u kunt bij haar altijd terecht. Ze sorteert ze en desnoods verstelt ze ze, maar bij die van u hoeft dat natuurlijk niet. Verstellen, dat kan hij niet, maar voor hand-en spandiensten draait hij zn hand niet om. Met de vrachtwagen rijden, dat kan zij weer niet. Hij desgewenst tot in Albanië. Voor andere vrijwilligers zijn ze goud waard door hun manier van doen. Samen doen ze ontzaglijk veel voor de Stichting Mensen voor Mensen. Ze heten Riek en Toon van Kaathoven, ze krijgen ieder een speld en samen de penning en ze leven nog lang en gelukkig!