Ingezonden persbericht


Aan de redactie visserij / parlement / economie

P E R S B E R I C H T

Kokkelvisserij wint wederom rechtszaak Raad van State

Kapelle, 6 januari 2003

De bezwaren die enkele milieuorganisaties hadden tegen het verlengde visseizoen van de kokkelvissers in de Waddenzee, zijn wederom door de Raad van State als niet steekhoudend beoordeeld. De kokkelvissers mogen daardoor per direct gaan vissen. "We moeten even wachten tot de vorst geweken is" aldus Jaap Holstein, secretaris van de kokkelvissers, "maar dan kunnen we nog enkele weken vissen".

Enkele milieuorganisaties waren het niet eens met de verlenging van de vergunning aan de kokkelvissers. De overheid had de vergunning verlengd omdat de vissers door eerdere bezwaren niet hadden kunnen vissen. Toen de rechter vervolgens op 4 december 2002 besloot dat de kokkelvisserij in een zeer gering gedeelte van de tijdelijk gesloten gebieden was toegestaan, werd het vissen op kokkels onmogelijk door de weersomstandigheden. Door een straffe oostenwind stond er te weinig water op de platen om te vissen. Vervolgens viel de vorst in. Hierdoor was het onmogelijk om voor 20 december 2002 de vergunde kokkels op te vissen. De vissers hebben daarop gevraagd om het seizoen te mogen verlengen tot 31 januari 2003, hetgeen nu is toegestaan.

De kokkelvissers vissen conform de visie op duurzaam vissen waardoor zij alleen de grote exemplaren opvissen en de kleinere exemplaren laten liggen voor volgende jaren. De grote exemplaren zijn te groot voor de vogels om op te eten en zullen, wanneer ze niet opgevist worden, op natuurlijke wijze afsterven doordat kokkels zelden ouder dan vijf jaar worden.

Tegen de verlenging van de vergunning werd bezwaar aangetekend door onder andere It Fryske Gea, de Stichting Wilde Kokkels en onderzoeksinstituut NIOZ. De Vogelbescherming en Waddenvereniging hadden in een eerdere fase zich al akkoord verklaard met de kokkelvergunning, omdat deze een optimale win-win-situatie betekende voor zowel de vogels als de vissers. Enkele andere organisaties keerden zich tegen de kokkelvisserij. De kokkelvissers hebben zich tijdens de gevoerde procedures op 8 november en 4 december gehouden aan de afspraak met Vogelbescherming en Waddenvereniging om niet te vissen in het sublitoraal en op de banken onder Schiermonnikoog.

Het NIOZ voerde aan dat kokkelvisserij in de slechts tijdelijk gesloten 5%-gebieden tot een verlies van onderzoeksgegevens zou leiden en tot bedreiging van de voedselvoorraad voor de kanoetstrandlopers. Aangezien slechts een zeer beperkt deel (0,36%) van de kokkelbanken op de droogvallende platen mag worden bevist, is het niet voorstelbaar dat een dergelijke geringe omvang van de visserij invloed zou hebben op het onderzoek. Tevens is het vreemd te veronderstellen dat de kanoetstrandlopers zich vooral zouden concentreren op de 5%-gebieden. Kanoeten komen zowel in beviste als in onbeviste gebieden voor. Ook in de Duitse Waddenzee komen de kanoeten zeer verspreid voor.

De 5%-gebieden behoren tot de traditionele visgebieden van de kokkelvissers. In 1999 zijn deze gebieden tijdelijk gesloten om de ontwikkeling van duurzame mosselbanken te stimuleren. Medio 2002 constateerden onderzoekers dat mosselbanken zich zowel in beviste als onbeviste gebieden ontwikkelen en dat de 5%-gebieden daarom weer opengesteld konden worden voor de visserij.

De kokkelvissers hebben sinds het begin van het seizoen in augustus 2002 slechts 1175 ton kokkelvlees kunnen opvissen, terwijl 9.000 ton kokkelvlees is toegestaan. Voor een deel wordt dit veroorzaakt door natuurlijke omstandigheden, maar tevens door de weerstand van enkele milieuorganisaties. Holstein: "Sommige milieuorganisaties benutten elke juridische mogelijkheid. Het zal een opluchting zijn wanneer de evaluatie van de schelpdiervisserij, eind 2003, duidelijkheid zal verschaffen over de toekomst van deze visserij."

665a5a.gif

Nadere informatie voor de media:

Jaap Holstein, secretaris kokkelvisserij, tel 06-53912018