LTO Nederland

Schenk: 'Voorziening nodig om aanpassing per direct in te laten gaan'

LTO zeer tevreden over eind aan ruiming hele veestapels bij BSE-besmetting

Maandag 6 januari 2003 - LTO Nederland is zeer tevreden over de wijziging van het ruimingsbeleid bij BSE-besmettingen die minister Veerman van LNV vanmiddag heeft aangekondigd. De wijziging houdt in dat per 1 maart 2003 niet meer de hele veestapel afgemaakt wordt als op een bedrijf bij één dier BSE (Bovine Spongiforme Encephalopathie) is geconstateerd. LTO drong er de afgelopen jaren bij het ministerie van LNV op aan deze aanpassing door te voeren.

Tot dusver konden gedupeerde veehouders niets anders dan kiezen voor ruimen van de hele veestapel. In theorie liet de wet gedeeltelijke ruiming toe, maar de veehouder zou in dat geval door problemen met de afzet van zijn melk en dieren tekenen voor het faillissement van zijn bedrijf. Per 1 maart a.s. lijkt deze afzet wél gegarandeerd. Wij gaan er vanuit dat de resterende problemen voor die tijd zijn opgelost, zegt Siem Jan Schenk, voorzitter van de vakgroep LTO Rundveehouderij.

Schenk prijst de inspanningen van het ministerie van LNV om exportlanden van Nederlandse zuivel- en rundvleesproducten ervan te overtuigen dat de beleidswijziging geen risicos met zich meebrengt. Kwaliteit en veiligheid zijn gegarandeerd. Nu dit struikelblok praktisch is weggenomen, moet volgens LTO de beleidswijziging direct ingaan. Schenk: Mocht zich in de periode tot 1 maart nog onverhoopt een BSE-geval voordoen, dan kan het niet zo zijn dat de betreffende veehouder alsnog gedwongen wordt te kiezen voor ruiming van zijn hele veestapel. Het ministerie van LNV en de vlees- en zuivelindustrie moeten desnoods maar een tijdelijke voorziening treffen voor het vlees en de zuivel van een gedupeerd bedrijf. Dit zet extra druk op het oplossen van de laatste knelpunten.

Tot dusver is bij 52 veehouders in ons land de hele veestapel geruimd, omdat bij één dier BSE was geconstateerd. De ruiming is voor elke getroffen veehouder een ingrijpende zaak. In de meeste gevallen heeft de LTO-organisatie de veehouder daarom ondersteuning en begeleiding geboden voorafgaand, tijdens en na de ruiming.

De nu aangekondigde aanpassing van het ruimingsbeleid houdt in dat alleen nog risicodieren worden gedood. Dit zijn de nakomelingen van de BSE-koe, dieren die in dezelfde periode als de BSE-koe op hetzelfde bedrijf zijn geboren en dieren die gedurende een bepaalde periode hetzelfde voer hebben gegeten. Afhankelijk van de leeftijd van de koe zal straks 40 tot 90 procent van de veestapel in leven blijven. Met deze dieren behoudt de veehouder ook het fokmateriaal waaraan meestal al vele jaren is gewerkt.

Wilt u hierop reageren? Stuur dan uw e-mail naar: info@lto.nl

(Auteur: LTO Nederland)