D66

Nieuwjaarstoespraak en onofficiële campagnestart

Democraten 66

Ursie Lambrechts

05-01-2003 - Een nieuw jaar, een nieuw begin, een nieuwe kans. Ook voor D66. Met de peilingen kan het nog beter. Maar het jaar is nog jong en de campagne gaat nu pas echt beginnen. Vandaag is de niet offciële start van een wel degelijk officiele campagne. Een D66 campagne die start met onderwijs en kennis.

Een partij die staat voor democratie, zoals D66, kan vanzelfsprekend niet om onderwijs heen. Onze democratie is immers gebouwd op mensen die actief aan de samenleving deelnemen. Goed onderwijs speelt daarin een cruciale rol. Het reikt de instrumenten aan die nodig zijn om mee te doen: de kennis, de vaardigheden, maar ook een kritische houding en de wil om er iets mee te doen. En, het is niet voldoende dat een handjevol mensen daartoe in staat is. We hebben heel veel goed opgeleide en weldenkende mensen nodig. Op alle gebied en op elk niveau.

Ook wie nu misschien zegt its the economy stupid, kan niet om onderwijs heen. Tegen diegene zou ik willen zeggen: Nederland heeft slechts twee natuurlijke hulpbronnen waar we heel zorgvuldig mee om zullen moeten gaan: het aardgas en onze kennis. Het aardgas houdt eens op. Resteert de kennis.

Zelfs wie zegt: nee, het gaat om integratie, wie vindt dat daar iets fout gegaan is de afgelopen 20 jaar, wie bang is voor de gevolgen van een heftige confrontatie tussen culturen, zelfs diegene kan niet om onderwijs heen. Tegen diegene zou ik willen zeggen: Jong geleerd is oud gedaan. Onderwijs is het meest kansrijke terrein voor succesvolle integratie en participatie. Mits we ook niet te bang zijn te verdedigen wat wij daaronder verstaan. Het dragen van een burka of een chador op school verdraagt zich m.i. op geen enkele wijze met het doel te integreren en participeren.

Eerlijk gezegd, ik ben er trots op lid te zijn van een partij die durft te kiezen voor onderwijs en kennis. In de overtuiging dat daarin een belangrijke sleutel ligt tot de praktische verwezenlijking van de vele idealen die we hebben voor de samenleving: Weer inspirerende leraren voor de klas. Dat is toch niet teveel gevraagd? Een veilige en kleinschalige leeromgeving waar leraren en leerlingen elkaar kennen. Toegankelijke scholen waar alle leerlingen goed onderwijs kunnen krijgen en zeker ook diegenen die het het hardst nodig hebben. Dus ja een acceptatieplicht ook voor het bijzonder onderwijs. Ik hoop dat alleen dat die lijsttrekkers die zich daar nu tijdens de campagne voor laten prijzen, ook na de verkiezingen nog de behoefte voelen het te bewijzen. Er is veel reden om daaraan te twijfelen. 17 December, nog maar een paar weken geleden, is in de Kamer een motie van D66 die daarom vroeg afgewezen. Een motie die uitsprak dat alle scholen die volledig door de overheid worden bekostigd algemeen toegankelijk moeten worden, dus ook de bijzondere scholen. En dat is niet de eerste keer. Vorig jaar nog maar trokken PvdA en VVD op de valreep schielijk hun handtekening uit onder een amendement van D66 dat voor gehandicapte kinderen in de wet wilde opnemen dat kinderen die aangewezen zijn op het speciaal onderwijs niet door deze speciale scholen geweigerd kunnen worden, ook niet om denominatieve redenen. Zelfs voor deze speciale scholen voor gehandicapte kinderen wilde de PvdA noch de VVD, en het CDA al helemaal niet, toen de acceptatieplicht regelen. Telkens wanneer deze kwestie in de Kamer aan de orde komt zoeken partijen hun ideologische loopgraven weer op. Dat schiet wel makkelijk maar (dat schiet) niet erg op!

Maar, terug naar onze idealen. We willen niet dat leerlingen die een beetje extra zorg en aandacht nodig hebben thuis moeten zitten omdat er wachtlijsten voor het speciaal onderwijs zijn. We hebben geen vrede met 30% dropouts, alleen maar omdat er niemand beschikbaar is die deze leerlingen bij de lurven pakt en niemand de potentie ziet die er bij veel van deze leerlingen, juist ook bij allochtone kinderen, wel is. We willen weer meer beta- wetenschappers van eigen bodem. Een onderzoeks- en innovatieklimaat waar jonge wetenschappers niet voor naar het buitenland hoeven te vluchten. En, betrokken burgers, die in staat zijn keuzes te maken en verantwoordelijkheid te nemen, voor zichzelf, maar ook voor elkaar, voor wat kwetsbaar is om ons heen: ouderen, gehandicapten, vluchtelingen en niet te vergeten cultuur en milieu. Sociaal-liberale idealen.

De staatskundige vernieuwing en inrichting is de ene poot onder het functioneren van de democratie, de onderwijskundige vernieuwing en inrichting een minstens even belangrijke andere poot.

Wat is nodig om dit te verwezenlijken? Hoe maken wij ons onderwijs weer aantrekkelijk . Hoe kunnen wij ons onderwijs in stelling brengen? Allereerst moeten we een mythes en valse beelden over boord gooien


1. Op de eerste plaats moet de mythe overboord dat we het zo goed doen en dan nog wel met zo weinig geld. We doen het met realtief weinig geld. Dat is waar. Maar dat we het zo goed doen, kan niet gezegd worden zolang het aantal drop-outs nog steeds toeneemt, het lerarentekort stijgt en er er in eigen land nauwelijks nog beta wetenschappers te vinden zijn?


2. Dan de mythe dat het zonder extra investeringen ook wel kan. Goed onderwijs is niet alleen een kwestie van geld alleen. Zeker niet, maar het omgekeerde- denken dat we alle problemen kunnen oplossen zonder investeringen is net zo ongeloofwaardig. Op dit moment zit Nederland met haar investeringen van 4,7% van het BBP nog steeds onder het Oeso gemiddelde, van 6%. De koplopers in Europa zitten daar zelfs ver boven. Te suggereren dat wij ons onderwijs dat tot 98 in 20 jaar lang totaal is uitgekleed met als droeve resultaat de vlucht van de leraar uit het onderwijs weer presentabel kunnen maken zonder daar fors in te investeren, is ronduit ridicuul.
Onder paars 2 (niet onder paars 1) zijn de eerste stappen gezet op weg naar het weer op krachten brengen van de hele onderwijs en kennissector. Een inhaalslag die pas voor 1/3 is gerealiseerd. Maar, nu alweer zijn er velen die menen dat het wel weer mooi is geweest. Wie er echt van overtuigd is dat investeringen in onderwijs en kennis van levensbelang zijn voor de toekomst van Nederland en wie dus ook gelooft dat investeringen in kennis zichzelf uiteindelijk zullen terugbetalen, die hoeft niet zo bang te zijn om te investeren in onderwijs en kennis zelfs als het economisch een beetje tegenzit. We kunnen nu dagelijks om ons heen zien dat we een lelijke prijs betalen voor het feit dat we 20 jaar lang te weinig hebben geinvesteerd in onderwijs.


3. Het valse beeld dat onderwijs en kennis al prioriteit van beleid zijn, ook van het huidige kabinet Balkenende en de partijen die daarin vertegenwoordigd zijn. Nee dus. Stennis ja, maar kennis zeker niet. Mooie woorden ten spijt durf ik wel te stellen dat uit niets, maar dan ook uit niets valt op te maken dat onderwijs en kennis voor het kabinet Balkenende priorteit van beleid is.
Geen cent voor leraren, een forse bezuiniging op het hoger onderwijs en een aanslag op de onderzoeksmiddelen (ices kiss), om daarmee de ondertunneling van de A2 en de Betuwelijn te financieren. De investeringen in onderwijs na 2004 waarover steeds geproken wordt (zoet na zuur) zijn niets anders dan uit het hoger onderwijs gestolen geld dat het hoger onderwijs eerst zelf zal moeten bezuinigen. Verleden tijd? Helaas niet want 2 regeringspartijen willen wel op deze basis van het huidige accoord met elkaar verder.


4. Dan de mythe van de toegankelijkheid van onze scholen. Ons onderwijs is al lang niet meer zo toegankelijk als velen ons willen doen geloven. Wie extra zorg en aandacht nodig heeft, wie zwart is, wie niet weet dat kinderen tegenwoordig in de luiers al aangemeld moeten worden of wie zich geen torenhoge ouderbijdrage kan permitteren, heeft vaak weinig te kiezen.

Toen de openbare school in Almelo maand geleden- het percentage allochtone kinderen wilde quoteren op 20 procent was de woordvoerder van de minister er als de kippen bij om duidelijk te maken dat dit niet kon want openbaar onderwijs moet nu eenmaal iedereen moet toelaten. Maar toen twee dagen later het Asvo in Amsterdam zichzelf op de borst klopte omdat het een streefcijfer van 18% allochtone kinderen hanteert was er in geen velden of wegen een minister of woordvoerder te bekennen om het af te keuren. Er wordt nog steeds met dubbele maat gemeten. Op alle fronten.

Ons land kent een leerplicht maar geen leerrecht. Wie zijn kind thuishoudt krijgt dus een forse boete, maar wiens kind door de school wordt geweigerd die is veelal op zichzelf aangewezen. Dubbel en onbegrijpelijk! Ons land kent vrijheid van richting en inrichting maar daarom nog geen vrije schoolkeuze. De vrijheid van onderwijs art 23 GW gaat uitsluitend over de vrijheid van de onderwijsgevenden niet over de keuzevrijheid van ouders en leerlingen. Onbegrijpelijk! Ons land kent een publiek onderwijsbestel waar alle scholen naar gelijke maatstaf worden bekostigd maar wie denkt dat alle scholen binnen het publieke bestel ook gelijk toegankelijk zijn vergist zich deerlijk. Onbegrijpelijk en niet van deze tijd.

Ons onderwijs zou voor veel ouders en kinderen een heel stuk aantrekkelijker kunnen worden als we er voor zorgen dat er
- naast een leerplicht ook een leerrecht wordt vastgelegd in de wet
- naast de vrijheid van scholen ook de keuzevrijheid voor ouders en deelnemers wordt geregeld

- naast gelijke bekostiging voor alle scholen binnen het publieke bestel ook gelijke toegankelijkheid van alle scholen binnen het publieke bestel of ze nu openbaar of bijzonder zijn. En dat betekent dus een acceptatieplicht ja.
Tot zover de mythes in sociaal liberaal perspectief.

Nu de kansen, Wat zijn echte problemen waar we in moeten investeren om te zorgen dat ons onderwijs weer aantrekkelijk wordt?

Met stip genoteerd: leraren. Zonder leraar geen onderwijs. De steeds verder oplopende tekort aan leraren vormt de grootste bedreiging voor de toekomst van ons onderwijs. Het lerarentekort is niet een onhebbelijke trend die we geleidelijk wel wat bij kunnen buigen. Het is een nationale ramp. Het vraagt om maatregelen die daarmee in overeenstemming zijn. Als we er niet in slagen het onderwijs voor meer mensen aantrekkelijk te maken en te houden dan wordt de vraag naar de kwaliteit van ons onderwijs een luxe die we ons eenvoudigweg niet meer zullen kunnen permitteren.
Over 5 jaar zal minder dan de helft van de leerlingen nog een bevoegde leerkracht voor de klas hebben. Worden er nu sporadisch klassen naar huis gestuurd, zal dat in de nabije toekomst steeds vaker voorkomen. Feitelijk staat daarmee ons gehele publieke onderwijsbestel op het spel.
Welk recht heeft de overheid straks nog om de leerplicht af te dwingen en tegen ouders te zeggen u moet uw kind naar school sturen als diezelfde overheid niet in staat is om haar afspraak na te komen namelijk in ruil voor die leerplicht ook kwalitatief goed onderwijs aan te bieden. Kiezen voor onderwijs is dus durven kiezen voor investeringen in de versterking van de positie van de leraar. Zodat leerlingen over 5 jaar ook nog een leraar voor de klas hebben.

Investeringen in de huisvesting zodat nu eindelijk kleinere scholen en een kleinschalige leeromgeving waar leraren en leerlingen zich beter thuisvoelen van de grond kunnen komen.

Investeren in de vernieuwingen zodat ze eindelijk verbeteringen zullen worden

- In meer en betere voor en vroegschoolse opvang
- In het vmbo. Niet door de mavo af te schaffen of de theoretische leerweg bij havo-vwo te verbieden maar door het vmbo zelf op krachten te brengen: goede leraren meer praktijkvakken. Weer meerdere niveaus invoeren en waarborgen van de doorstroom naar mbo.
- In de Tweede Fase Voortgezet Onderwijs: minder vakken, meer diepgang en vooral meer keuzes voor leerlingen en leraren. En, Frans en Duits zo snel mogelijk weer tot hele vakken samensmeden.
- In de Bachelors&Masters: in plaats van het hoger onderwijs een beetje ontwikkelingsruimte en ontwikkelingsgeld te gunnen wordt nu het hoger onderwijs opgezadeld met een onverantwoorde bezuiniging die geen enkele ademruimte geeft. En dat terwijl ons hoger onderwijs voor een immense opdracht staat. Niet alleen maar het curriculum ombouwen naar angelsaksisch model. Ook de internationalisering stelt eisen, namelijk de concurrentie aan te gaan met het hoger onderwijs in de landen om ons heen. Het hoger onderwijs moet bovendien een rol kunnen spelen als partner in de kenniseconomie maar dan moet het hoger onderwijs daartoe wel in staat gesteld worden.

Investeren in onderzoek en de carrereperspectieven van jonge onderzoekers
Daarop bezuinigen is een vergissing. Als Nederland haar ambitie om te behoren tot de top van de Europese kenniseconomie waar wil maken kan zij zich een dergeljke miskleun niet permitteren. Bovendien ook jonge wetenschappers moet de mogelijkheid van onderzoek geboden worden. Ook dat maakt het onderwijs aantrekkelijk.

Investeren in de medezeggenschap op alle niveaus. Ouders, leerlingen en studenten en leerkrachten moeten op meer en wezenlijke onderwerpen instemmingsrechten krijgen. De veel geprezen deregulering en autonomievegroting loopt vrijwel uitsltuitend langs de lijnen van besturen en management. Daarmee wordt de positie van de aanbodzijde van het onderwijs versterkt niet die van de vraagzijde, niet die van de deelnemers.

Tot slot.
Elk probleem, mits goed gedefinieerd, is ook kans. Een kans om het op te lossen. Als er maar voldoende gevoel van urgentie is en niet gedacht wordt dat we voor een dubbeltje ook wel op de eerste rang kunnen zitten. Het meest bedreigende op dit moment is de gelatenheid waarmee velen de ontwikkelingen zoals het lerarentekort, toenemende drop-outs, tekortschietende integratie, onvoldoende ruimte voor onderzoek en ontwikkeling, op zich af laten komen. Alsof het natuurrampen zijn die nu eenmaal op gezette tijden over ons komen maar die toch niet zijn af te wenden. Zoals overstromingen, orkanen of aardbevingen. Je doet je best maar acht je kunt het nooit voorkomen. Het hoort erbij en we zullen het ook wel weer overleven. Die houding is dodelijk. Zon houding maakt passief. Alle hens aan dek. Benoemen wat er aan de hand is, geen valse roem: we doen het zo goed en met zo weinig geld, durven investerien in oplossingen, ook als er keuzes gemaakt moeten worden. Vasthoudend en doelgericht. Dat is waar D66 voor staat.

De komende week gaan we het land in om soms op ludieke wijze (schoonmaken van scholen) soms op serieuze wijze (werkbezoeken en lezeingen) om duidelijk te maken dat D66 kiest voor investeringen in onderwijs en kennis. Juist nu. Ik hoop vele van u onderweg ook weer tegen te komen. Bij de schoonmaak, bij het folderen of in de debatten.

Een heel gelukkig en voorspoedig nieuwjaar!