Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Financiële situatie Thialf-stadion

De Voorzitter van de Tweede
Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag

DBO-K-U-2344653

7 januari 2003

Hierbij zend ik u, mede namens de staatssecretaris van Economische Zaken, de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Th.C. de Graaf (D66) over de financiële situatie van het Thialf stadion (2020304670).

De Staatssecretaris van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,

drs. Clémence Ross-van Dorp

Financiële situatie Thialf-stadion 1. Financiële situatie Thialf-stadion

Antwoorden op kamervragen van het Kamerlid Th.C. de Graaf over de financiële situatie van het Thialf stadion (2020304670)

---

Vraag 1.

Wat is uw reactie op het bericht dat schaatsstadion Thialf "drijft op de welwillendheid en loyaliteit van schuldeisers die faillissementsaanvraag uit eigen beweging met enkele weken uitstellen" ?

Antwoord

In de eerste plaats merk ik op dat de exploitatieproblematiek van Thialf niet tot de verant- woordelijkheid behoort van de rijksoverheid.
Gezien het feit dat er vanuit de rijksoverheid wel een investeringsbijdrage is verleend aan de recente uitbreiding en technische revitalisering van het schaatscentrum, ben ik door de direc- tie van Thialf en de provincie Friesland, die in deze als coördinerende instantie vanuit de be- trokken overheden fungeert, geïnformeerd over de ontstane liquiditeitsproblematiek. Daaruit valt af te leiden dat de aandeelhouders, de directie van Thialf en de financiers in be- ginsel overeenstemming hebben bereikt over een oplossing. Er zijn afspraken gemaakt over een herfinanciering, de vervanging van het management en de overdracht van het eigendom. Ook zal worden gewerkt aan een verdere sanering van de exploitatielasten. Nadere concre- tisering hiervan dient nog wel plaats te vinden.
Naar de mening van de lokaal betrokken partijen bieden deze afspraken voldoende aankno- pingspunten voor het veilig stellen van de toekomstige exploitatie van Thialf.

Vraag 2.

Deelt u de mening dat er vanwege het grote belang voor Nederland in het algemeen en Friesland in het bijzonder een bijzondere verantwoordelijkheid op de overheid rust om belang- rijke topsportaccommodaties, zoals het Thialf-stadion, te behoeden voor faillissement?

Vraag 3.

Bent u bereid op korte termijn met het management van het Thialf-stadion in overleg te treden op welke wijze de rijksoverheid ­ bijvoorbeeld door een eenmalig financiele injectie ­ kan bij- dragen aan een financieel gezond Thialf-stadion?

Antwoord

De bijzondere verantwoordelijkheid van de rijksoverheid komt onder meer tot uiting in het top- sportaccommodatie en ­evenementenbeleid, dat voorziet in het verstrekken van subsidies voor topsportaccommodaties die een rol spelen in het topsportbeleid van de sportbonden. Ook in het geval van Thialf is sprake geweest van subsidies van de rijksoverheid. Daarbij is onder meer door het ministerie van VWS vanuit het landelijk sportbeleid subsidie verleend en is door het ministerie van Economische Zaken een bijdrage geleverd vanuit de Kompas-gelden. Daarmee wordt niet alleen de betrokkenheid van de rijksoverheid aangegeven in inhoudelijke zin, maar wordt ook een bijdrage geleverd aan het afdekken van de onrendabele top van de investering.

2

De verantwoordelijkheid voor de exploitatie berust echter, zoals aangegeven, niet bij de rijks- overheid. Een (financiële) bijdrage aan het financieel gezond maken is dan ook niet aan de or- de.

Vraag 4.

Wilt u deze vragen beantwoorden voor het debat over de Najaarsnota?

Antwoord

Aangezien deze vragen mij op 17 december hebben bereikt en er naast afstemming met mijn collega van EZ over de beantwoording ook het inwinnen van informatie elders nodig was, kon ik niet voldoen aan dit verzoek.