Universiteit van Amsterdam


Persbericht Universiteit van Amsterdam

nr: 01

vrijdag 3 januari 2003
Tel: 020-525 2695
Fax: 020-525 4963
Rector magnificus prof. mr. Paul F. van der Heijden over de kwaliteitsparadox bij wetenschappers in de media

Universiteit van Amsterdam viert 371ste Dies Natalis

De Universiteit van Amsterdam viert op woensdag 8 januari 2003 haar 371ste Dies Natalis. In de openingsrede Publieke intellectuelen gaat prof. mr. Paul F. van der Heijden, rector magnificus van de UvA, in op het verschil tussen een wetenschappelijke publicatie en een bijdrage van een wetenschapper in de media. Prof. dr. Ronald Oude Elferink, hoogleraar Experimentele hepatologie aan de UvA, spreekt in de diesrede Prometheus' stamcel aan de hand van de mythe over de marteling van Prometheus over de transplantatie van levercellen. Verder worden eredoctoraten verleend aan hemofilie-lobbyist Cees Smit, astrofysicus prof. dr. Joachim Trümper en klassiek vertaler Marietje d'Hane-Scheltema.

In zijn rede Publieke intellectuelen gaat rector magnificus prof. Paul F. van der Heijden in op het verschil tussen een wetenschappelijke publicatie en een bijdrage van een wetenschapper in de media. Van der Heijden ziet een kwaliteitsparadox. Waar publicaties van wetenschappers in vaktijdschriften aan de hoogste kwaliteitseisen moeten voldoen, zijn de bijdragen van diezelfde wetenschappers in meer publieksgerichte media in veel mindere mate gebonden aan zorgvuldigheidseisen. Een van zijn zorgen is dat in columns en andere bijdragen waarin wetenschappers gepeperde opinies ten beste geven, vooral de vorm de inhoud bepaalt. Doorgaans wordt een standpunt ingenomen zonder onderbouwde bewijsvoering. Dit kan weer leiden tot het merkwaardige verschijnsel dat een wel vakmatig onderbouwde analyse van een maatschappelijke kwestie wordt weggezet als 'ook maar een mening', zoals met het rapport van prof. Baud over de familie Zorreguieta gebeurde. Ten derde is er het gezagsvacuüm waarin publicaties van universitaire wetenschappers in de publieke media verkeren. Zij zijn wel in dienst van de universiteit maar in deze gevallen niet werkzaam in hun wetenschappelijke functie. De kwaliteit van het gebodene wordt beoordeeld op grond van andere maatstaven dan wetenschappelijke. De universiteit formuleerde zulke maatstaven tot op heden echter niet. Van der Heijden stelt voor het omgaan met deskundigen na de bureaucratie en de media de zesde macht in de samenleving te betrekken bij het zoeken naar wegen om de kwaliteit van de Nederlandse journalistiek te verbeteren. Zelfdiscipline is volgens Van der Heijden het devies: de universitaire wetenschapper is het aan zichzelf en de wetenschap verplicht om ook in de publieke arena een hoge standaard te hanteren voor zorgvuldigheid, objectiviteit en professionaliteit.

Prof. dr. Ronald Oude Elferink spreekt in zijn rede Prometheus' stamcel aan de hand van de mythe over de marteling van Prometheus over de transplantatie van levercellen. In de Griekse mythe laat Zeus Prometheus vastketenen aan een rots en stuurt een adelaar die dagelijks stukken uit zijn lever pikt. Wat de roofvogel overdag van de lever opat, groeide bij nacht echter weer net zo hard aan. De groeikracht van Prometheus' lever staat symbool voor het herstelvermogen van de lever. Stamcellen zijn nog primitieve, niet gespecialiseerde cellen, die zich kunnen delen tot cellen die wel uitrijpen tot gespecialiseerde cellen, zoals een hartspiercel of zenuwcel. Stamcellen komen vooral voor in embryo's. Deze stamcellen zouden in theorie gebruikt kunnen worden voor transplantaties in alle weefsels en organen. In verschillende organen van een volwassen lichaam komen ook niet-uitgerijpte cellen voor. Deze orgaanspecifieke stamcellen kunnen zich delen en ontwikkelen tot verschillende celtypen in dat orgaan, maar niet tot celtypen van andere organen. Oude Elferink staat stil bij de vraag of het mogelijk is om het repertoire van deze orgaanspecifieke stamcellen te vergroten en zo cellen van gezonde organen uit het eigen lichaam te kunnen gebruiken voor celtransplantatie in andere organen. Uit recent onderzoek is gebleken dat transplantatie van levercellen in de lever bij proefdieren mogelijk is en dat daarmee genetische afwijkingen kunnen worden gecorrigeerd.

Eredoctoraten
Prof. dr. Joachim Trümper (1933) is een van Europa's invloedrijkste onderzoekers in de hoge-energie astrofysica. Door zijn werk, met name op het gebied van de observationele röntgenastronomie, hebben sterrenkundigen meer inzicht gekregen in de fysica van neutronensterren, zwarte gaten en witte dwergen. Ook heeft hij fundamentele bijdragen geleverd aan onze kennis van de kosmologie en de fysica van supernova's. Erepromotor is prof. dr. E.P.J. van den Heuvel, hoogleraar Sterrenkunde.

Cees Smit (1933) heeft zich onderscheiden op het snijvlak van geneeskunde, wetenschappelijk onderzoek en de belangen van hemofiliepatiënten. Smit legde het fundament voor de geleidelijke groei naar evidence based medicine en het opstellen van protocollen voor de behandeling van hemofiliepatiënten in Nederland. Daarnaast was hij lange tijd een van de drijvende krachten achter het onderzoek naar de medische en maatschappelijke effecten van de behandeling van hemofilie. Erepromotor is prof. dr. E. Briët, hoogleraar Algemene inwendige geneeskunde.

Marietje d'Hane-Scheltema (1932) is een prominent vertaalster van Latijnse en Griekse poëzie en van Grieks drama. Van haar hand zijn onder meer vertalingen verschenen van Juvenalis' Satiren, Ovidius' Metamorphosen, Aeschylus' Oresteia, Aristophanes' Kikkers, Wolken en Vogels en de Aeneis van Vergilius. De literaire en wetenschappelijke kwaliteit van haar vertalingen wordt alom geroemd en heeft zonder twijfel bijgedragen aan de spectaculaire opbloei van de belangstelling voor de klassieke Oudheid in de laatste decennia. Erepromotor is mw. prof. dr. A.M. van Erp Taalman Kip, emeritus hoogleraar Klassieke Griekse taal- en letterkunde.

De viering van de Dies Natalis vindt plaats in de Aula van de UvA, Singel 411 te Amsterdam en begint om 15.00 uur.