Lijst Pim Fortuyn


Veiligheid

Bij de Tweede-Kamerverkiezingen van 15 mei jl. was Veiligheid een van de speerpunten in de campagne van de Lijst Pim Fortuyn (LPF). De verkiezingsuitslag heeft duidelijk gemaakt dat de roep om meer veiligheid vanuit de samenleving groot is. De LPF heeft dit als eerste gesignaleerd en komt vanzelfsprekend met duidelijke oplossingen. Duidelijke prioriteitstelling voor de politie biedt de oplossing voor de beheersing van de veiligheid in het openbaar gebied. Invoering van lik op stuk, onmiddellijke berechting na overtreding van straatcriminaliteit etc., bij slachtoffers de dader direct veroordelen tot schadevergoeding. Eenvoudiger procedures die vooral ondersteunend zijn aan de preventieve taken van de politie. Gezien de geringe capaciteit geen extra taken of uitbreiding van de bevoegdheden toestaan, daar de organisatie dit niet aankan.

Zo zal het land niet alleen veiliger worden, maar zullen vooral de onveiligheidsgevoelens afnemen.

De LPF eist dat het oplossingspercentage van de criminaliteit omhoog gaat naar vergelijkende cijfers als in Duitsland. De LPF zal het onderzoek bevorderen om het huidige opportuniteitsbeginsel te vervangen door het legaliteitsbeginsel (meer zaken voor de rechter).

Meer, hoger en sneller straffen

Minimumstraffen voor ernstige geweldsdelicten moord, doodslag, verkrachting, ernstige
mishandeling en terrorisme.

Levenslange gevangenisstraf of ter beschikking stelling (TBS) voor kindermoordenaars.

Drie keer ernstige geweldpleging is levenslang.

Oplopende straffen bij herhaling.

Straffen op bezit van verboden messen verhogen.

Afschaffen verjaring van alle ernstige geweldsdelicten.

Geen heenzendingen meer.

Heropvoedingskampen met fysieke arbeid overdag en school in avonduren.

Privatiseren gevangenissen.

Verplichte opname van overlastgevende daklozen, junks en zwervers en herinvoeren landelijk verbod

op bedelen (in navolging van recent besluit gemeente Amsterdam).

Stoppen met gedoogcultuur, meer handhaven.

Slachtoffers

Meer aandacht voor slachtoffers en nabestaanden.

Spreekrecht slachtoffers geweldsmisdrijven bij rechtszaken ( voorstel reeds ingediend).

Eerder en betere financiële genoegdoening slachtoffers, kosten actiever verhalen op dader.

Meer bevoegdheden voor de burger bij aanhouding verdachte of verdediging van eigen huis en haard.

Burgermoed belonen.

Terugdringen van het oneigenlijk gebruik van het strafrechtsysteem.

Inzet politie

Preventief fouilleren uitbreiden naar stations, uitgaanscentra en in het openbaar vervoer.

Meer cameras.

Invoering éénpersoonssurveillance politie waar mogelijk.

Politie inzetten waar criminaliteit het hoogst is door middel van vliegende brigades.

Administratie niet door politie maar door administratief personeel, waardoor meer blauw op straat.

Vergadercultuur verminderen.

Kwaliteit politieapparaat verbeteren.

Een politieagent moet er ook als politie uitzien.

Aanpak overlast op straat.

Grotere inzet politie en bijzondere opsporingsambtenaren speciaal ter voorkoming van

winkeldiefstallen.

Invoeren meldingsplicht voor voetbalvandalen.

Opsporing

Grotere pakkans door meer (camera) toezicht.

Snellere aangiften door middel van elektronische en telefonische aangiften.

DNA-databank voor alle misdrijven.

Identificatieplicht vanaf 12 jaar.

Vervolging

Meer afdoeningen tussen Openbaar Ministerie en verdachte met hamerstuk voor de rechter.

Veelplegers verliezen recht op hoger beroep bij een zelfde delict en worden direct en adequaat

gestraft in vervolg op eerder delict, genoegdoening slachtoffers.

Berechting

Meer bevoegdheden naar politierechter.

Werkdruk rechters verdelen (afbakening regiocompetenties afschaffen).

Sneller straffen, lik op stuk.

Uitvoering

Twee op één cel.

Heropvoedingskampen & resocialisatie.

TBS: geen proefverloven meer.

Elektronische detentie.

Drugsbeleid

Nederland hanteert al jaren een gedoogbeleid op het gebruik van softdrugs. Eerst was de rest van Europa fel tegen, maar de laatste jaren bespeuren we een verandering van hun opstelling. De LPF is van mening dat, wanneer je hard- en softdrugs mag gebruiken en gebruik niet strafbaar is, dat je dan ook de verstrekking moet toestaan. Omdat de situatie bij harddrugs gecompliceerder ligt, beperken we ons nu tot softdrugs en moeten harddrugs als medicijn worden verstrekt voor verslaafden. De LPF pleit dan ook voor legalisatie van de productie, de handel en het vervoer van softdrugs. Dat maakt tegelijkertijd de weg vrij voor belastingheffing op alle cruciale punten in de logistieke keten. Softdrugs zijn bij verstandig gebruik niet echt schadelijk voor de gezondheid. Ze zijn bij verstandig gebruik te vergelijken met koffie en alcohol. Gezien de veranderde opstelling van de andere landen zullen de internationale repercussies gering zijn. Tevens zal deze maatregel er toe leiden dat de politie veel meer tijd krijgt om zich aan haar overige taken, de bestrijding van de criminaliteit, te wijden. De drugscriminaliteit verdwijnt door legalisering gelukkig uit de samenleving en van de belastingopbrengst kunnen we de zorg voor verslaafden financieren.

Terrorisme

De LPF is voor de invoering van een nieuw domein in het strafrecht ter bestrijding van terroristische

activiteiten.

Bestrijding van terroristische activiteiten vereist vermoedelijk meer intelligentie bij leger en

veiligheidsdiensten. Investeren in efficiënte informatie-uitwisseling en maatregelen opstellen tegen

terroristische oorlogvoering.

Innovatie

Voor de gehele strafketen moet er een landelijk toegankelijke infrastructuur komen voor informatie-

uitwisseling en communicatie. Deze informatie- en communicatie-infrastructuur moet de agent, de

officier van justitie en de rechter in staat stellen hun handhavingstaak plaats- en tijdonafhankelijk uit

te voeren.

Nadruk moet gelegd worden op aansluiting bij internationale afspraken.

Investeren in digitale recherche ter bestrijding van internetaanvallen op vitale infrastructuren.

Immigratie en Integratie

Een definitie van kernwaarden van de eigen cultuur en eigen cultuur van de Nederlanders van vreemde herkomst terug eisen.

Als de Balkan ons na het uiteenvallen van het rijk van Tito iets kan leren, is het wel dat

de multiculturele en multi-etnische samenleving op zijn minst een project van een heel

lange adem is en veelal tot mislukken gedoemd.

Het land van herkomst dient nog slechts een cultureel oriëntatiepunt te zijn,

maar zeker geen politiek en maatschappelijk oriëntatiepunt.

De LPF stelt onomwonden dat Nederland geen immigratieland is. Als een van de dichtstbevolkte landen ter wereld kent Nederland een grote schaarste aan ruimte. Het in verhouding tot het geringe oppervlak grote aantal inwoners zorgt voor spanningen op die gebieden die een wezenlijk onderdeel vormen van de Nederlandse samenleving; veiligheid, werkgelegenheid, volkshuisvesting, ruimtelijke ordening, onderwijs en gezondheidszorg. Om deze spanningen het hoofd te kunnen bieden, is het volgens de LPF noodzakelijk de toevloed van immigranten naar Nederland te beperken; een streng toelatingsbeleid moet gekoppeld worden aan een actief uitzettingsbeleid. Alleen die vluchtelingen die in veilige landen in de regio niet kunnen worden opgevangen, dienen in Nederland soelaas te worden geboden. Illegaal in Nederland verblijvende vreemdelingen moeten zonder uitzondering uitgezet worden en de toegang tot Nederland voor een lange periode ontzegd worden omdat ze op het gebied van huisvesting, zorg en onderwijs een ontoelaatbare druk uitoefenen op de samenleving in de grote steden van Nederland.

De LPF ziet de beperking van de immigratie van mensen uit niet westerse culturen naar Nederland als een absoluut noodzakelijke voorwaarde voor de effectieve integratie van de reeds in Nederland verblijvende etnische minderheden. Door het ruimhartige toelatingsbeleid van Nederland van de afgelopen decennia hebben zich grote groepen immigranten in Nederland gevestigd met een ander normen en waarden stelsel, over een laag opleidingsniveau beschikkend waardoor zij geen aansluiting kunnen vinden in de Nederlandse economie. De LPF pleit voor een effectief integratiebeleid waarmee wordt bewerkstelligd dat reeds in Nederland aanwezige vreemdelingen en nieuwe immigranten de Nederlandse normen en waarden respecteren en zich zo kunnen ontwikkelen, dat zij een daadwerkelijke bijdrage kunnen leveren aan de Nederlandse samenleving. Om integratiebeleid daadwerkelijk effectief te kunnen laten zijn, is het volgens de LPF noodzakelijk de in het verleden ontstane scheefgroei in de verhouding tussen de overheid en inburgerende immigrant te corrigeren; in het integratieproces dient voor de inburgeraar de nadruk te liggen op zijn of haar plichten ten aanzien van de Nederlandse samenleving en minder op rechten.

Immigratie

Opvang in eigen regio.

Wanneer opvang in veilige landen in de regio niet mogelijk is, dienen echte asielzoekers bij de

buitengrens van de Europese Unie evenredig te worden verdeeld over de Europese lidstaten.

De instroom van het aantal asielzoekers dat per jaar in Nederland asiel aanvraagt, dient teruggebracht

te worden. Het beleid dient er op gericht te zijn dat alleen echte vluchtelingen asiel aanvragen en

economische vluchtelingen geen brood meer zien in het aanvragen van asiel in Nederland.

Asielzoekers dienen niet meer op grond van een oorlogstrauma in Nederland aanspraak te kunnen

maken op een verblijfsvergunning. Het zogeheten traumata-beleid, dat gevoerd wordt ingevolge

artikel 29 lid 1 onder c, van de Vreemdelingenwet, dient te worden afgeschaft.

Het categoriaal beschermingsbeleid dient te worden afgeschaft. Het categoriaal beschermingsbeleid

geeft asielzoekers een gegronde reden documentloos in Nederland asiel aan te vragen en heeft daarbij

een aanzuigende werking.

Om de terugkeer van vreemdelingen wier rechtmatig verblijf in Nederland is geëindigd te

bewerkstelligen, dienen in Europees verband dwingende afspraken te worden gemaakt met de landen

van herkomst.

Het aantal immigranten (in 2001: 21000) dat zich in het kader van gezinsvorming in Nederland

vestigt, dient te worden beperkt. De minimumleeftijd voor gezinsvorming dient te worden verhoogd

van 18 naar 24 jaar. Hiermee wordt ook een beter en effectiever integratieproces van grote

minderheidsgroeperingen in Nederland beoogd.

De kosten van immigratie voor de Nederlandse samenleving dienen te worden beperkt. Ten aanzien

van asielzoekers moet een beperking van de opvang gerealiseerd worden door de gratis rechtsbijstand

te beperken tot de beroepsfase van een procedure; voor een herhaald asielverzoek wordt geen gratis

rechtsbijstand meer verleend. Wanneer immigranten (asiel en regulier) eenmaal een (tijdelijke)

verblijfsvergunning hebben verkregen in Nederland dienen zij gefaseerd toegang te verkrijgen tot

sociale voorzieningen. Pas na het verkrijgen van een permanente verblijfsvergunning verkrijgt de

immigrant het recht op volledige bijstand (huursubsidie, uitkeringen als WAO en WW).

Verblijfsvergunning voor die asielzoekers die als gevolg van de bureaucratie van Paars zelfs na meer

dan 5 jaar geen duidelijkheid hebben gekregen over hun asielverzoek. Er moet wel een individuele

beoordeling gemaakt worden. Het gaat alleen om de schrijnende gevallen.

Een noodzakelijke voorwaarde voor een goed immigratiebeleid is een effectief terugkeerbeleid ten

aanzien van vreemdelingen die geen rechtmatig verblijf meer hebben in Nederland. Aan het

aanpakken van illegaal verblijf van vreemdelingen in Nederland zal hoge prioriteit moeten worden

gegeven. De druk die vanuit de groep illegalen in de grote steden waar zij voornamelijk verblijven

wordt uitgeoefend op onderwijs, zorg en huisvesting is onaanvaardbaar. De Vreemdelingenpolitie

dient het aanpakken van illegaliteit als hoogste prioriteit te gaan zien; hiertoe zal zij meer dan

voorheen de taak van repressief vreemdelingentoezicht ter hand moeten nemen.

De vraag naar illegale arbeid moet worden beïnvloed door middel van hoge straffen op het

tewerk stellen van illegalen.

Aan de strafbaarstelling van illegaliteit dient een ongewenst-verklaring gekoppeld te worden zodat de

illegaal in Nederland verblijvende vreemdeling voor langere tijd uit Nederland geweerd kan worden.

Zo kan voorkomen worden dat de illegale vreemdeling na uitzetting weer op een visum Nederland

kan inkomen.

Criminele illegalen dienen altijd, dat wil zeggen zonder uitzondering, te worden uitgezet. Om deze

uitzetting te garanderen, dienen de twee bewaringsregimes die ten aanzien van de criminele illegaal

gelden, te weten de strafrechtelijke detentie en de vreemdelingenbewaring met het oog op uitzetting,

procesmatig en fysiek te worden geïntegreerd: voor criminele illegalen dienen uitzetcentra te worden

ingesteld waar zij hun gevangenisstraf kunnen uitzitten en waar tevens tegelijkertijd in het kader van

de vreemdelingenbewaring kan gewerkt worden aan de uitzetting.

Integratie

Minister voor Vreemdelingenbeleid en Integratie.

Nederlands verplicht, geen overheidsfolders meer in vreemde talen.

Integratie moet een verplichtend karakter krijgen. In het Nederlandse integratiebeleid zoals dat tot op

heden is gevoerd, is een scheefgroei ontstaan in de verhouding overheid-inburgeraar, waarin ten

aanzien van de inburgeraar teveel de nadruk wordt gelegd op zijn rechten en te weinig op zijn

plichten. Het verplichtend karakter dient vertaald te worden in de vormgeving van de

inburgeringcursussen voor nieuwkomers en oudkomers; deze cursussen zijn immers de belangrijkste

pijlers van het Nederlandse integratiebeleid.

Immigranten die in het kader van gezinsvorming naar Nederland komen, dienen in het land van

herkomst, als een soort voorportaal voor de inburgeringcursus die zij in Nederland zullen moeten

volgen, met succes een proeve van bekwaamheid in de Nederlandse taal af te leggen.

Het integratiebeleid in Nederland dient uitsluitend gestoeld te worden op de inburgeringcursussen

voor oud- en nieuwkomers. Het verstrekken van subsidie aan projecten die buiten het kader van deze

cursussen vallen, dient tot een minimum te worden beperkt.

Het succesvol afleggen van een inburgeringexamen voor nieuwkomers moet een noodzakelijke

voorwaarde worden voor het verkrijgen van een permanente verblijfsvergunning.

Het succesvol afleggen van een inburgeringexamen moet een noodzakelijke voorwaarde worden voor

het verkrijgen van een uitkering. Oudkomers die een uitkering genieten en tegelijkertijd het

inburgeringexamen niet met succes hebben afgelegd, moeten worden gekort op hun uitkering.

Naturalisatie tot Nederlander kan pas plaatsvinden na een verblijf van 10 jaar in Nederland. Analoog

aan de inburgeringtoets dient voorafgaand aan het verkrijgen van het Nederlanderschap een

integratietoets plaats te vinden. Hierbij kan gekeken worden naar de mate waarin de vreemdeling

heeft bijgedragen aan de Nederlandse samenleving; heeft hij/zij actief bijgedragen aan de Nederlandse

welvaart of alleen maar een uitkering genoten, etc.

Naturalisatie tot Nederlander is een bijzondere gebeurtenis en mag als zodanig met enige officiële

ceremonie worden omkleed. De vreemdeling legt een eed op de Nederlandse Grondwet af, waarin

hij/zij verklaart dat hij/zij de Nederlandse wetten, waarden en normen zal respecteren en naleven.

Daarbij wordt benadrukt wat in Nederland absoluut onacceptabel is, zoals bloedwraak,

vrouwenbesnijdenis, uithuwelijking en huiselijk geweld. Appelleer aan het identiteitsbewustzijn:
wie Nederlander wil zijn, moet zich Nederlander voelen.

Pleidooi voor een debat over de islam en haar rol in de Nederlandse samenleving. De cultuur van de

islam staat haaks op de waarden en normen van de moderne westerse samenleving. Een krachtige

dialoog tussen beide culturen moet leiden tot wederzijds begrip.

Gezondheidszorg

De patiënt moet weer het middelpunt van de zorgverlening worden. De zorg moet zich hiernaar organiseren. Mensen gaan niet voor hun plezier naar de dokter. Het grootste bezit van de mensen is hun gezondheid. Door verkeerde inrichting van de zorg en de regelzucht van de centrale overheid is de gezondheidszorg in ons land in een crisis gekomen, waardoor aan velen niet meer de zorg geboden kan worden waar men in een beschaafd westers land op zou moeten kunnen rekenen. Het vele geld dat aan de zorg besteed wordt, gaat voor een groot deel op aan bureaucratische processen. Niemand in Nederland weet meer wat de gezondheidszorg echt kost. Wachtlijsten en wachttijden, personeelstekorten en capaciteitsproblemen benadrukken de noodzaak om te veranderen en te zorgen voor meer marktwerking in de gezondheidszorg. De omvang van de Nederlandse bevolking neemt snel toe en de vergrijzingsgolf zal nog meer vraag naar zorg bewerkstelligen.

Dat betekent dat op het gebied van de gezondheidszorg de LPF een samenhangend geheel van maatregelen wil treffen, die ertoe leiden dat de burger weer de mogelijkheid krijgt om te kiezen voor zijn eigen dokter en instelling. De relatie tussen de zorgaanbieder en de patiënt moet hersteld worden, zodat er weer een vertrouwensrelatie kan ontstaan. De menselijke maat blijft daarbij voorop staan.

Het nieuw te vormen basispakket geeft recht op verzekerde zorg het gehele jaar door. Hierbij is van belang dat de patiënt weet welke prijs voor welke zorg betaald moet worden. Voor mensen die niet voor zichzelf kunnen zorgen of beneden een vastgesteld minimumloon zitten, is er een solidariteitsfinanciering.

De Klant

Keuzevrijheid van de burger voor eigen arts en/of instelling en ziektekostenverzekering.

De zorg bij de burger brengen:


- bestaansrecht voor kleine ziekenhuizen.

- nieuwe zorgaanbieders toelaten.

- de regio bepaalt de behoefte aan zorg.
De Zorgaanbieder

Ziekenhuizen en particuliere klinieken leveren zorg tegen reële integrale kostprijzen.

De dokter stuurt het zorgproces aan.

Belonen naar prestatie.

Transparantie van de kwaliteit van de geleverde zorg.

Wachtlijsten structureel aanpakken door:


- Werk aantrekkelijker maken, o.a. door uitvoerend personeel beter en flexibeler te belonen.


- Bureaucratie en vergadercultuur verminderen, waardoor minder werkdruk.


- Minder werkdruk betekent minder ziekteverzuim.

- Minder ziekteverzuim betekent meer handen aan het bed.

- Concurrentiebevorderend zorgstelsel.


- Afschaffen belemmeringen voor Zelfstandige Behandel Centra.

- Het bestrijden van uitwassen in de tijdrovende registratie van tijd en middelen van de
zorgverlener.


- Aantal opleidingsplaatsen sterk vergroten.

- Ziekenhuizen verplichten tot gegarandeerd aantal minimum stageplaatsen voor studenten,
zodat onze studenten niet naar het buitenland hoeven gaan voor een stageplaats.

De Ziektekostenverzekeraar

De nominale premie dekt de integrale kosten.

Premiedifferentiatie voor verschillende zorgpakketten.

Toelaten buitenlandse verzekeringsmaatschappijen ter bevordering van marktwerking.

De Overheid

Kwaliteit waarborgen.

Toegankelijkheid waarborgen via zorgsubsidie aan de burger en fiscale korting.

De zorg in Nederland moet aansluiten bij de Europese mobiliteit van de burger.

Vaststellen van verplicht basispakket.

Financiering

De ziektekostenverzekeraar dekt de kosten uit premie-inkomsten.

Zorgsubsidie aan de burger garandeert de toegankelijkheid voor iedereen.

Innovatie

Ruimte voor nieuwe technologieën en denkwijzen.

Er moet een elektronische zorgmarktplaats komen, waarop aanbieders en vragers van zorg met elkaar

in contact kunnen treden en waarop alle relevante informatie wordt aangeboden.

De digitale zorgkaart is een middel om de toegang en interactie te ondersteunen van de betrokken

partijen, zoals patiënten, zorgaanbieders en zorgverzekeraars.

Onderwijs en Vorming

Terug naar de kleine school

Herstel van de school als gemeenschap en meer nog herstel van de relatie leermeester-leerling. Vorming gaat immers een leven lang mee. Kennisoverdracht is de weg waarlangs in het onderwijs die vorming wordt genoten.

Onderwijs

Kwalitatief hoogstaand onderwijs, met een sterk teruggebrachte bureaucratie en regelgeving door de overheid en verregaande vrijheid van beleid voor de scholen, is wat de LPF voor de toekomst voor ogen staat. Kwalitatief hoogstaand onderwijs, waarin:

het gezonde verstand en de bezieling zijn teruggekeerd

veilige scholen weer een gezond werk- en leerklimaat bieden

leerlingen goed worden toegerust voor een vervolgopleiding of loopbaan in het bedrijfsleven

er weer meer leraren voor de klas staan

schaalverkleining wordt toegepast

De LPF staat verregaande en soms ook onorthodoxe maatregelen voor, om de problemen die het Nederlandse onderwijs bedreigen een halt toe te roepen en op te lossen. Leerachterstanden in het basisonderwijs, het nijpende lerarentekort, de hoge uitval in het beroepsonderwijs: indien nu geen durf en daadkracht wordt getoond, plukken onze kinderen en kleinkinderen daar straks de wrange vruchten van.

We moeten niet denken dat we het wel zonder identiteit, zonder ideologie, zonder het staan in onze geschiedenis afkunnen.

Cultuurrelativisme verzwakt de eigen identiteit en ontmantelt de kernwaarden van de samenleving.

De school heeft niet alleen een kennisoverdragende, maar ook een vormende taak met een westerse

identiteit. De LPF is tegen cultuurrelativisme. De school, waar mogelijk kleinschalig van opzet, moet

een veilige omgeving bieden, met duidelijke en consequent toegepaste regels, waarden en normen, die

leerlingen beschermen, richting geven en kunnen bijsturen waar ouders in gebreke blijven. Regels,

waarden en normen die goed gedrag belonen en slecht gedrag niet tolereren.

Scholen moeten worden gestimuleerd om een actief spreidingsbeleid van allochtone en autochtone

leerlingen te voeren. Segregatie moet worden voorkomen.

Leerlingen noch leraren mogen zich in een school onveilig voelen. Vooral in de grote steden worden

leraren en leerlingen met soms verregaande agressie en onaangepast gedrag geconfronteerd. Dit alles

is voor de LPF absoluut onacceptabel! De mogelijkheden van scholen om goedwillende leerlingen te

beschermen en kwaadwillende leerlingen van school te verwijderen, moeten daarom worden

verruimd. Probleemleerlingen verdienen de beste hulp die zij kunnen krijgen, maar evenzo geldt dat

leerlingen die geen problemen veroorzaken, hier de dupe van worden omdat zij niet meer de aandacht

krijgen die ze verdienen.

De LPF is voorstander van de invoering van een maatschappelijk vormingsjaar als onderdeel van

het onderwijssysteem. Zon maatschappelijk vormingsjaar kan de oplossing zijn om de nabije tekorten

te voorkomen bij de brandweer en de politie, bij instellingen zoals natuur- en milieuorganisaties en de

in een crisissituatie verkerende gezondheidszorg. Jongeren krijgen zo een stuk maatschappelijke

vorming en verantwoordelijkheidsbesef mee door een steentje bij te dragen.

Het lerarentekort wordt alsmaar groter. Het beroep van leraar moet weer aantrekkelijker worden

gemaakt. De leraar verdient: een leuke en inspirerende en veilige werkomgeving met welopgevoede

leerlingen die wat willen leren en die hem/haar respecteren, werk dat goed uitvoerbaar is en

voldoening geeft, een marktconform salaris en voldoende carrièreperspectieven.

De lerarenopleiding moet aantrekkelijker worden gemaakt. Met name jonge leraren dienen veel meer

begeleid en ondersteund te worden. Falend management bij scholen dient snel aangepakt te worden

ter voorkoming van verdere uitstroom.

De lerarenopleiding moet aantrekkelijker worden gemaakt. Beperkingen op het snel inzetten van zij-

instromers moeten worden opgeheven. Er zitten op dit moment 47.000 mensen uit het onderwijs in de

WAO. Daar zitten ongetwijfeld leraren tussen die op een of andere manier weer kunnen worden

ingezet in het onderwijs.

Het is belangrijk te voorkomen dat leerachterstanden ontstaan. En daar beginnen we al mee op de

basisschool. Goed primair onderwijs met ruimschoots aandacht voor de basisvaardigheden taal, lezen,

schrijven en rekenen is zeer belangrijk.

De LPF geeft de voorkeur aan het goed leren van de Nederlandse taal en is daarom voorstander van

de afschaffing van het huidige systeem van Onderwijs in Allochtone Levende Talen (OALT).

Alle wetten en regels vanuit de overheid die niet noodzakelijk zijn om goed onderwijs mogelijk te

maken, worden geschrapt. Scholen krijgen verregaande vrijheid om hun eigen beleid te maken,

binnen de kwaliteitseisen die het ministerie stelt. De LPF is er voorstander van dat alle

onderwijsgelden worden overgeheveld naar de scholen zelf. Scholen moeten zorgen voor helderheid

en verantwoording van beleid, financiën en leerresultaten naar ouders, personeel, bestuur en inspectie.

Indien een school drie jaar achter elkaar niet aan de kwaliteitseisen voldoet en er geen verbeteringen

worden gerealiseerd, kan de bekostiging van die school door de overheid worden opgeheven.

De LPF wil voorlopig geen nieuwe experimenten meer in de Tweede Fase van het Voortgezet

Onderwijs. De LPF bepleit echter wel een sterkere invulling van de profielen. Een degelijke

vakinhoud en een goede aansluiting op vervolgstudie of bedrijfsleven staan daarbij centraal. De

kwaliteit van de vakinhoud en de examens moet omhoog. Leerlingen moeten goed voorbereid zijn op

de eisen die de vervolgopleiding of het bedrijfsleven aan hen stelt.

Het voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs (vmbo) moet weer een volwaardige

beroepsopleiding worden. Leerlingen in het vmbo moeten al vanaf het eerste jaar kunnen

kennismaken met echte praktijkvakken om uitval later te voorkomen. De basisvorming op het vmbo

wordt daartoe verregaand ingeperkt en vervangen door praktijkonderwijs. Het bedrijfsleven lijdt

direct schade van de uitval in het beroepsonderwijs en de mindere kwaliteit van de afgestudeerden.

Het bedrijfsleven moet als direct belanghebbende een sterkere rol krijgen bij de verbetering van de

kwaliteit in het beroepsonderwijs. De kwalificatiestructuur en examensystematiek moeten een

duidelijk draagvlak hebben binnen het bedrijfsleven.

De tijd is rijp voor een geheel ander bekostigingssysteem voor het hoger onderwijs, waarbij het

uitgangspunt is dat de universiteiten en op termijn ook de hogescholen geheel verzelfstandigd

worden. Daarbij zal onderwijs en onderzoek in de bekostiging gescheiden worden. De in de afgelopen

jaren ontstane wildgroei aan vaak overbodige en onnodige opleidingen zal verdwijnen. Universiteiten

en hogescholen zullen zich onderscheiden met de opleidingen waarmee ze een naam hebben

opgebouwd.

Als het gaat om onderwijs worden niet meer de universiteiten en hogescholen zelf gesubsidieerd,

maar de student. De student krijgt voldoende subsidie om zijn studie tegen kostprijs in te kopen

(marktwerking) en in zijn levensonderhoud te voorzien.

Met betrekking tot het wetenschapsbeleid is het zaak te blijven investeren in kennisontwikkeling.

Fundamenteel onderzoek moet gewaarborgd zijn. De universiteit als onderzoeksinstituut wordt door

de overheid gesubsidieerd, maar wel op basisniveau. Daarnaast zal de overheid het onderzoek sterker

indirect gaan financieren, via bijvoorbeeld Nederlandse organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek

(NWO), dat de middelen verdeelt op basis van de kwaliteit van de ingediende onderzoeksvoorstellen.

Dit bevordert de concurrentie tussen universiteiten.

Leerlingen moeten vroegtijdig en voldoende intensief in aanraking komen met de mogelijkheden die

informatie- en communicatietechnologie (ICT) biedt: stimuleren kennis, vaardigheden en creativiteit

in omgaan met ICT.

Kennisnet aan marktwerking overlaten en omvormen naar een elektronische onderwijsmarktplaats

van aanbieders, vragers en ontmoetingsplaats van en voor gebruikers. Investeren in

deskundigheidsbevordering van docenten en in ontwikkeling van innovatieve educatieve software.

Cultuur en Media

De LPF wil kunst en cultuur dichter bij de mensen brengen. Vooral bij mensen die er niet vanzelfsprekend al mee in contact komen. Paars I en II hebben vooral aandacht besteed aan cultuur met een grote 'C'. De LPF wil ook cultuur met een kleine 'c' stimuleren. Niet door cultuur bij mensen op te dringen, maar wel door drempels te verlagen en ervoor te zorgen dat mensen beter op de hoogte worden gebracht van het aanbod.

Er wordt gewerkt aan initiatieven als de jaarlijkse verkiezing van de culturele hoofdstad van Nederland, cultuurschool van Nederland, de tienritten cultuurkaart (voor schoolverlaters) en de Nationale Uitlijn (één ticketlijn voor alle cultuur in Nederland, van bioscopen tot amateurtoneel). De LPF juicht projecten als 'Kunstenaars in de klas' en 'Cultuur en school' toe. Daarnaast is de LPF voorstander van het stimuleren van regelingen die cultuur ook in financieel opzicht aantrekkelijk maken, zoals het cultureel beleggen en het sponsoren van kunst en cultuur door het bedrijfsleven en particulieren.

De publieke omroep in Nederland is aan vernieuwing toe. Daar is iedereen het over eens. De vraag is alleen wat er precies anders moet. De LPF is voor vernieuwing, maar wil zorgvuldig en weloverwogen te werk gaan. Allereerst moet worden vastgesteld wat nu eigenlijk de functie van een publieke omroep in het brede Nederlandse mediabestel zou moeten zijn. Als dat duidelijk is, is het zaak om uit te rekenen wat zoiets mag en moet kosten. Zodat uw belastinggeld bijdraagt aan een sterke, vernieuwde publieke omroep, passend in deze tijd.

Integratie is een van de hoofdthema's van de LPF. Dat geldt ook voor herstel van normen en waarden. In onze samenleving is behoefte aan meer respect voor elkaar en meer communicatie tussen de verschillende bevolkingsgroepen. Media en cultuur zijn belangrijke factoren in deze ontwikkeling. De LPF wil daarom een directe koppeling van de vakgebieden media en cultuur met het debat over normen en waarden.

Meer cultuur voor meer mensen.

Een sterke publieke omroep, passend in deze tijd.

Integratie, normen en waarden verweven met cultuur en media.

Stimuleren van de eigen folklore als bindende factor.

Veel minder geweld op televisie.

Meer aandacht voor grote prestaties.

Sport

De breedtesport vormt een belangrijke schakel in het integratieproces.

Het vak lichamelijke oefening moet weer in ere hersteld worden. Een gezond lichaam is de basis voor

een gezonde geest.

De topsport is een belangrijk element voor een eigen identiteit van Nederland en voor de

verbondenheid van alle Nederlanders.

Meer waardering voor grote sportprestaties.

Overheid en Bureaucratie

Wij, de burgers, zitten opgescheept met een collectieve sector die niet meer aan de verwachtingen voldoet.

Met afwijkende meningen weten ze in de politieke formaties niet om te gaan.

De politiek is te zakelijk, niet betrokken, te ambtelijk.

De politieke partij heeft nauwelijks nog voeling met de wortels in de maatschappij.

Het denken in alternatieven is men op politiek en beleidsniveau volstrekt verleerd. Zelfs een echte oppositie kent dit land niet.

Het openbaar bestuur moet weer toegankelijk worden voor de burger. De overheid is er voor de burger en niet andersom. De overheid moet de burger vroegtijdig bij overheidsplannen betrekken. De bezem moet door de overheidsbureaucratie, regelgeving en beleidsnotas. De service aan de burger moet beter. De burger mag niet van het kastje naar de muur gestuurd worden. Met het geld dat op de bureaucratie kan worden bespaard, kunnen uitvoerders (agenten, leerkrachten, verpleegkundigen) fors beter worden betaald. Vriendjespolitiek bij het benoemen van functionarissen als burgemeesters moet tot het verleden gaan behoren. De burger is volwassen genoeg om rechtstreeks zijn of haar eigen burgemeester en minister-president te kiezen en hen af te rekenen op de door hen geleverde prestaties.

Politieke vernieuwing

Rechtstreeks door de bevolking gekozen burgemeester en minister-president.

Raadplegend referendum.

De burger vroegtijdig bij plannen betrekken.

Breng de politiek naar de burger: vergaderingen of hoorzittingen van de Tweede Kamer in de regio

als regionaal onderwerp aan de orde is. Geef de burger gelegenheid op vaste tijden in Tweede Kamer

rechtstreeks het woord te voeren.

Gemeentelijke herindeling alleen na goedkeuring betrokken bewoners (volksraadpleging).

Halveren aantal provincies naar vijf of zes sterke kernregios.

Minder departementen.

De minister-president wordt politiek verantwoordelijk voor de herstructurering van de collectieve

sector en voor de innovatie van de processen.

Integriteit politici en ambtenaren staat voorop. Bij misbruik of fraude horen harde maatregelen.

Maatschappelijk debat starten over het spanningsveld tussen Grondwetsartikelen (vrijheid van

meningsuiting, vrijheid van godsdienst, vrijheid van onderwijs en antidiscriminatie).

Maximaal gebruikmaken van ICT-middelen om het democratisch gehalte van het openbaar bestuur te

vergroten. Stemmen op afstand en referenda via internet. De burger wordt geïnformeerd via de

gemeentelijke websites over punten van lokaal bestuur. Alle openbare beraadslagingen worden

opgenomen en gedigitaliseerd zodat eenieder ze ten allen tijde kan inzien. Alle gemeentes worden

verplicht om een maximale inspanning te leveren om zoveel mogelijk informatie digitaal voor de

burger ter beschikking te hebben. Het wordt de burger via internet mogelijk gemaakt om hun klachten

en ideeën over het functioneren van overheidsorganisaties in te dienen. Overheidsorganisaties

behandelen deze inbreng van de burger met respect en dienstbare houding. De LPF zal zelf het goede

voorbeeld geven om burgers en leden van de LPF optimaal in de gelegenheid te stellen om via

internet deel te nemen aan het democratische debat en de besluitvorming.

Rituelen in politiek Den Haag herzien. Regels en procedures aanpassen aan moderne tijd. Paal en

perk stellen aan overvloed aan spoeddebatten en veelvuldige interrupties. Lawine van moties

indammen. Parlementair taalgebruik moet duidelijk en begrijpelijk zijn voor iedereen.

ICT zal de collectieve sector linksom of rechtsom dwingen om zich om te bouwen van een aanbodsgerichte en aanbodsgestructureerde (arbeids-)organisatie naar een vraaggerichte en vraaggestructureerde (arbeids-)organisatie. Dit is geen kwestie van implementeren van wat ICT-techniek, maar komt neer op een culturele revolutie; a hell of a job dus! Het nu, zonder ingrijpende herstructurering, pompen van miljarden en miljarden in deze sector is goed geld naar kwaad geld smijten.

Dat vereist een andere mentaliteit, een andere manier van denken, werken en organiseren.

.het maken van een cultuuromslag, zodat niet de organisatie en de uitvoerenden centraal staan, maar het dienstverleningsproduct.

Terugdringen bureaucratie

Minder externe consultants en interim-management inhuren.

Snoeien in tegenstrijdige en overbodige regelgeving, met name in volkshuisvesting en onderwijs.

Minder beleidsambtenaren (30%, door natuurlijke uitstroom en selecte instroom).

Prestatiebeloning voor ambtenaren invoeren.

Minder managementlagen bij de overheid.

Administratieve lasten terugdringen.

Ruim 3 miljard euro op bureaucratie besparen (zie Aanvalsplan Tegen Bureaucratie van de LPF).

ICT als ondersteuning bij het wetgevingsproces en bij de invoering van wet- en regelgeving. Gebruik

maken van bestaande technologie om wet- en regelgeving door te lichten op alle consequenties voor

wat betreft uitvoering en handhaving vóór daadwerkelijke invoering. Hierdoor kan onnodige

bureaucratie worden voorkomen.

Er komt een burgerservicenummer (gebaseerd op het Sofi-nummer). Er komt ook een voldoende

beveiligde digitale identiteitskaart, waarmee de identiteit kan worden vastgesteld, een rechtsgeldige

elektronische handtekening kan worden geplaatst en waarmee het mogelijk is vertrouwelijke

transacties uit te voeren met overheidsorganisaties, private instellingen en bedrijven. In

ontwikkelingen en beheer van deze kaart wordt door de overheid samengewerkt met private partijen

(bijv. banken), zodat een betaalbare maatschappelijke infrastructuur beschikbaar komt, kosten gedeeld

worden en voorkomen wordt dat er een digitale sleutelbos ontstaat.

Eén loket voor burgers (Burgerbalie) en bedrijven (Bedrijvenloket). Bijvoorbeeld door via internet of

telefoon je postcode en je vraag/onderwerp op te geven, word je direct doorgeschakeld naar het goede

(virtuele) overheidsloket en de volgende stap is dat direct de relevante informatie beschikbaar komt of

antwoord op je vraag wordt gegeven. Bij het fysieke loket of telefoonloket is er tevens een

relatiemanager die de zorg heeft over afhandeling en voortgang. Dus geen van het kastje naar de

muur sturen meer. De servicevragende burger wordt sneller geholpen.

Overheidsorganisaties lopen de laatste jaren voorop als het gaat om inflatiebevordering. Zowel het kabinet (bijv. accijnzen) als gemeenten (bijv. onroerende zaakbelasting) hebben hier een handje van.

Tegelijkertijd vraagt de regering om loonmatiging. Dit is geen goed signaal. De overheid moet zelf het goede voorbeeld geven.

De LPF wil dat wettelijk wordt vastgelegd dat de tarieven van belastingen en diensten van

overheidsorganisaties jaarlijks in beginsel niet meer mogen stijgen dan het inflatiepercentage met een

plafond van 3%. Afwijkingen hiervan zijn alleen bij wet mogelijk. Overtredingen van dit uitgangspunt

worden bestraft met een korting ter hoogte van tweemaal het budgettaire beslag van de overschrijding

op jaarbasis. Ook ontduiking door het introduceren van nieuwe belastingen wordt beboet.

Antillen

De LPF pleit voor verandering van het Statuut van het Koninkrijk der Nederlanden.

Na 48 jaar Statuut wordt het tijd om conclusies te trekken. Twee kapiteins op één schip werkt niet.

De schaal van de eilanden is gewoon te klein om alle taken van een zelfstandig functionerende staat uit te oefenen. De voorbeelden van mislukking in de Antillen en Aruba liggen voor het oprapen.

Er is sprake van structurele armoede, disfunctionerende gezondheidszorg en onderwijs.

Er is geen rechtszekerheid en rechtsgelijkheid en geen uitzicht op werk vanwege paternalisme en vriendjespolitiek. De helft van de Antilliaanse bevolking is inmiddels in Nederland. De oorzaak van deze uittocht is gebrek aan perspectief.

De LPF opteert voor het opheffen van het Statuut, voor rechtstreekse banden van de eilanden met

Nederland en zeggenschap over de rechtshandhaving en controle van de buitengrenzen. De dubbele

bestuurslaag in de Antillen moet verdwijnen. De mogelijkheden voor een relatie naar Frans model

moeten worden onderzocht. De LPF heeft hierover een motie ingediend.

De regeringen van Aruba en van de Nederlandse Antillen blijken niet in staat om de problemen aldaar

afdoende aan te pakken. De relatie van Nederland met deze Nederlands-Antilliaanse eilandengroep

moet opnieuw worden bekeken.

De mogelijkheid voor rechtstreekse banden met de afzonderlijke eilanden moet worden onderzocht.

De Antilliaanse bevolking moet zich per referendum kunnen uitspreken over een nieuwe

Koninkrijksband, die een grotere zeggenschap inhoudt van Nederland op het gebied van

rechtshandhaving en de controle van de buitengrenzen. Nederland zou dan veel effectiever de

helpende hand kunnen bieden. Het doorgaan op de ingeslagen weg leidt tot steeds grotere problemen.

Een betere rechtshandhaving en rechtszekerheid op deze eilanden zal een positieve en stimulerende

invloed hebben op het aantrekken van productieve (Nederlandse) investeringen.

Hierdoor wordt het fundament voor economische groei en het scheppen van nieuwe werkgelegenheid

verbeterd.

Economische groei vermindert de uitstroom van Antillianen en Arubanen naar Nederland. Deze

voortgaande uitstroom dient met kracht te worden tegengegaan.

Voor de opbouw van deze eilanden dient de terugkeer van geschoolde Antillianen en Arubanen te

worden gestimuleerd.

Werk en Economie

Werken is gezond, werken bevordert mentale en fysieke gezondheid en verlengt de levensduur. Huismoederschap is ook werk, want er is niets mis met een zorgzame en enthousiaste huismoeder

Regelingen die mensen beschermen in tijden van werkloosheid of arbeidsongeschiktheid moeten gericht zijn op spoedige werkhervatting; zij moeten niet te ruimhartig zijn, want dan wordt elke financiële prikkel om het werk te hervatten weggenomen. Het mag echter niet zo zijn dat mensen op welke wijze dan ook onder het bestaansminimum geraken ten gevolge van welke wet of regel dan ook.

Nederland heeft een wereldrecord! Het is het land met de meeste ziekmeldingen en arbeidsongeschikte werknemers ter wereld (in 2000 19,5%).

Financiële prikkels om het ziekteverzuim terug te dringen, helpen: bij de Afvalverwerking Amsterdam daalde het ziekteverzuim van 12% naar 6% toen een beloning voor niet-ziek melden in het vooruitzicht werd gesteld. Bij de invoering van de Wet Terugdringing Ziekteverzuim (WTZ) in 1994 daalde het ziekteverzuim om vervolgens, bij de invoering van de Wet Uitbetaling Loon Bij Ziekte (WULBZ), weer te stijgen nadat binnen collectieve arbeidsovereenkomsten (CAOs) wachtdagen vervielen en uitkeringen tot 100% werden aangevuld.

De LPF fractie vindt dit de wereld op zijn kop. De LPF gaat Nederland gezonder maken.

Financiële prikkels moeten de andere kant uit net zoals bijvoorbeeld bij veel niet CAO-gebonden

bedrijfstakken en bij veel ondernemingen in het midden- en kleinbedrijf (MKB), waar de WULBZ

onverkort wordt toegepast.

Leidinggevenden moeten aangesproken worden op de zorg voor de aan hen toevertrouwde

ondergeschikten (veel zieken: straf; weinig zieken: beloning).

Het aantal leidinggevenden moet worden teruggedrongen, want hoe meer leidinggevenden, hoe hoger

het ziekteverzuim (van kleine bedrijven met 3,3% naar grote bedrijven met 7,9% ziekteverzuim in

2001).

De LPF gaat doorgeschoten subsidiebureaucratie (rondpompen van geld) aanpakken.

Debacles met Europese subsidiegelden, zoals de fraude met gelden van het Europese Sociaal Fonds

(ESF) onder het paarse kabinet, mogen nooit meer voorkomen. De subsidieregels behoren te worden

nageleefd.

de WAO werd op grote schaal misbruikt als riante afvloeiingsregeling. Iedereen in het poldermodel wist dat, maar iedereen sloot er bewust de ogen voor.

De LPF wil laten onderzoeken hoe de WAO drastisch kan worden herzien. Een aantal jaren geleden is de Ziektewet afgeschaft. Dit heeft niet tot onoverkomelijke problemen geleid, omdat werkgevers en werknemers er met behulp van de markt (ARBO-diensten, verzekeraars) prima zijn uitgekomen. Nu nog de WAO. Deze wet is bovenal misbruikt. Hierin werd met name in de jaren 80 massaal overtollig personeel gedumpt. In ons land kennen we prima pensioenregelingen voor Oudedags- en Nabestaandenpensioen. Waarom dan ook niet het
Arbeidsongeschiktheidspensioen?

Het Arbeidsongeschiktheidspensioen is een prima alternatief voor de WAO. Immers, word je

arbeidsongeschikt of invalide, dan wordt in je inkomensbehoefte voorzien en gaat de opbouw van het

Oudedagspensioen en het Nabestaandenpensioen gewoon door. Bijkomend voordeel is een grondige

herziening van het Uitvoeringsinstituut Werknemers Verzekeringen (UWV).

Weduwen die hun pensioen zijn kwijtgeraakt moeten hun pensioen terugkrijgen. Weduwen behouden

ook in de toekomst hun pensioenrechten. De Algemene Nabestaanden Wet moet herzien worden.

De LPF is tegenstander van gesubsidieerde arbeid in zijn huidige vorm. De gesubsidieerde banen zijn bedacht door het paarse kabinet om mensen door te laten stromen naar reguliere banen. De regeling heeft gefaald en gezorgd voor talloze tweederangs banen.

De LPF wil dat gesubsidieerde arbeid wordt omgezet in reguliere arbeid. De gemeenten, de

rijksoverheid en de sociale partners hebben hier verschillende verantwoordelijkheden.

De LPF wil zwart werk wit maken. Iedereen die zinvol werk doet, moet hier ook trots op kunnen zijn. Door het huidige systeem van uitkeringen en belastingen worden veel mensen die wel iets kunnen, maar (nog) geen regulier werk hebben, gedwongen in het geniep te werken.

Aanpassing van het systeem van belastingen en uitkeringen kan ervoor zorgen dat dit werk zichtbaar wordt gemaakt. Te denken valt aan een systeem waarbij deze mensen werken met een beperkte belastingplicht en/of het niet uitsluiten van het recht op een uitkering.

Alle huidige regelingen, die de armoedeval bij (tijdelijke) werkhervatting in de hand werken, moeten

drastisch worden herzien. Loon naar werken, werken moet lonen.

De LPF is tegen illegale arbeid. De werkgever ziet erop toe met een controlecertificaat dat de identiteitscontrole door de overheid is uitgevoerd. De LPF verwacht van de overheid dat zij hier haar verantwoordelijkheid neemt.

De economie wordt vormgegeven door ondernemende mensen, ondernemers en medewerkers, die hun werkkracht, inventiviteit, creativiteit en hun durf inzetten.

In de ICT-revolutie moeten twee grote hobbels worden genomen. Te weten: het ontwikkelen van ideeën die ICT een toegevoegde waarde geven bij de productie van goederen en diensten,

en de ordening en selectie van de schier eindeloze hoeveelheid informatie.

Teveel wordt gedacht dat de politiek over de economie gaat. Dat de politiek uitmaakt of het goed of slecht gaat met een land. Het zijn vanzelfsprekend de grote en de kleine ondernemers en de werknemers die onze welvaart scheppen.

Daarom wil de LPF dat het weer gemakkelijker wordt voor ondernemers om een bedrijf te starten en te runnen. En dat werken weer loont. Niet werken moet worden ontmoedigd. Het woud aan subsidies en administratieve regeltjes moet worden gekapt.

De LPF wil ondernemende mensen weer meer ruimte geven in onze maatschappij.

Stop met het rondpompen van geld. Het woud aan subsidies wordt afgeschaft en in ruil daarvoor komt

er gerichte lastenverlichting.

Werken moet worden gestimuleerd, niet worden bestraft. Verhoging van de arbeidskorting.

Niet werken moet worden ontmoedigd. Inkomensafhankelijke subsidies (armoedeval) drastisch

verminderen en op andere manieren compenseren.

Terugdringen administratieve lasten door vermindering regeldruk en inzet van ICT. Hierdoor is het

mogelijk om in de komende 4 jaren 20% administratieve lastenverlichting te bereiken. Dit betekent

structureel 2 miljard euro per jaar.

Verlagen van de sociale premies maakt arbeid goedkoper. Daardoor komen meer mensen aan het

werk, zijn er minder uitkeringen nodig en wordt zwart werken minder aantrekkelijk.

CAOs niet langer algemeen verbindend verklaren.

Kenniseconomie bevorderen door samenwerking tussen universiteiten en bedrijfsleven te belonen.

Kenniseconomie bevorderen door stimuleren innovatie in MKB.

De overheid schept voorwaarden en neemt blokkades weg voor verdere uitrol van breedband

communicatietechnologie en stimuleert innovaties op dit terrein.

We gaan daarbij ook pragmatisch te werk: waar de straat open gaat, moet van de gelegenheid gebruik

gemaakt worden om de noodzakelijke breedbandinfrastructuur aan te leggen.

De LPF zal het debat openen of het maatschappelijk nodig of wenselijk is om een

aansluitingsmogelijkheid op breedband voor ieder bedrijf, iedere instelling en iedere woning in

Nederland als norm te stellen. Net zoals nu een aansluitverplichting voor telefonie bestaat, zou de

aanleg van toekomstvaste ICT-infrastructuur door middel van wetgeving zonder uitstel gerealiseerd

moeten worden.

Afschaffen van hinderlijke en belemmerende regels om ondernemerschap weer een kans te geven.

Eerlijke concurrentie betekent ook het bestrijden van kartels en terughoudend zijn met het

privatiseren van nutsbedrijven.

Daar waar geen concurrentie mogelijk is, niet privatiseren (zoals "harde infrastructuur": rails, gas-,

water- en elektriciteitsdistributienetwerk). Daar waar wel concurrentie mogelijk is, moet de overheid

juist terugtreden en randvoorwaarden stellen.

Emancipatie, Familiezaken en Ouderen

De LPF verstaat onder emancipatie echte keuzevrijheid voor vrouwen en mannen, liefst met zelfstandigheid en economische onafhankelijkheid voor iedereen.

Zelf en samen de verantwoordelijk nemen voor het leven thuis, op het werk en in de publieke ruimte, met liefdevolle aandacht voor de ander.

Nederland zit boordevol talent dat onvoldoende gebruikt wordt. De LPF bevordert de participatie van iedereen aan de samenleving en richt daarbij de focus op wat iemand kan en niet op wat iemand níet kan. Dit levert een positieve bijdrage aan onze economie en vergroot de kwaliteit van leven.

Betere Balans tussen Werk en Thuis

Flexibiliseren van werktijd, werkduur en werkplek.

Gelijke beloning voor gelijk werk.

Arbeidsparticipatie verhogen van vrouwen (waaronder herintreedsters), gehandicapten,

laagopgeleiden en achterstandsgroepen.

Spaarloon handhaven tot er een integrale levensloopregeling is.

Rolpatronen moderniseren.

Kostwinnerschap naar keuze.

Kinderopvang en na- en tussenschoolse opvang optimaliseren. De stimulering van overheidswege niet

via de instellingen laten verlopen, maar via de ouders.

Bewuster Samen Leven

Emotionele en sociale vorming faciliteren.

Het laagdrempelig aanbieden van gezinstherapie en inpassen van een afkoelingsperiode in

conflictsituaties, bijvoorbeeld op handen zijnde echtscheiding, kan veel problemen voorkomen.

Het familierecht herzien vanuit het belang van kinderen in het geval van echtscheiding.

Onderdrukking van en geweld tegen vrouwen en kinderen voorkomen en bestrijden.

Opvoedingsondersteuning voor probleemgezinnen.

Opvang en hulpverlening slachtoffers verbeteren.

Meer gerichte seksuele voorlichting, o.a. ter voorkoming van ongewenste zwangerschappen,

geslachtsziekten e.d.

Alimentatie- en omgangsregelingen verbeteren. Verbetering van de positie van de niet-voogdende

ouder en meer eigen verantwoordelijkheid partners bij scheiding van een kinderloos huwelijk.

Bevorderen dat islamitische vrouwen zich emanciperen naar Universele Rechten van de Mens.

Ouderen tellen mee

De LPF is zich ervan bewust dat de huidige welvaart vooral te danken is aan de oudere generatie.

Deze mag nimmer de dupe worden van onzorgvuldig beleid.

De LPF biedt ouderen gratis openbaar vervoer in de regio, buiten de spitsuren.

De LPF wil dat er een Raad voor de Ouderenbescherming komt met voldoende bevoegdheden om op

te treden in gevallen van agressie tegen of verwaarlozing van ouderen.

De LPF wil een discussie starten op welke wijze ouderen vrijwillig kunnen deelnemen aan de

arbeidsmarkt door obstakels weg te nemen, zoals het opheffen van de leeftijdsdiscriminatie.

Ouderen moeten kunnen blijven doorwerken na hun pensioen zonder dat ze gekort worden op hun

pensioeninkomen.

Gepensioneerden hebben praktisch niets te zeggen in het bestuur van pensioenfondsen en worden nauwelijks van ontwikkelingen binnen het pensioenfonds op de hoogte gehouden. Bij vele pensioenfondsen is thans sprake van een dekkingstekort en onvoldoende slagvaardig beheer.

De LPF geeft gepensioneerden medezeggenschap in het bestuur van de pensioenfondsen. De LPF

maakt werk van een professioneel bestuur van de pensioenfondsen, bestaande uit drie gelijkwaardige

partijen: de gepensioneerden die premie betaald hebben, de premiebetalende werknemers en de

bijdragende werkgevers.

Daarnaast moeten pensioenfondsen meer servicegericht zijn. Een jaarlijks overzicht aan de deelnemer

verschaffen met opgebouwde rechten, verbruikte rechten en resterende rechten. En zij moeten tevens

(op hun website) een jaarlijks overzicht beschikbaar hebben aangaande beleggingsresultaten en

gevoed beleid.

Europa, Defensie en Ontwikkelingssamenwerking

Culturen zijn echter hardnekkiger dan welke economische, militaire en politieke orde ook. Niet de economie is dominant, maar de cultuur.

Wellicht het meest essentiële terrein waarop het conflict tussen de westerse samenleving en islamitische cultuur zich doet gelden, is de relatie tussen kerk en staat het gaat om universele waarde. Het zou goed zijn deze waarde op te nemen in de verklaring van de universele rechten van de mens.

Europa

In een opiniepeiling van het ministerie van Buitenlandse Zaken geeft tweederde van de Nederlandse bevolking aan de uitbreiding van de Europese Unie binnen twee jaar helemaal niet te zien zitten. Als de uitbreiding over 5 jaar of later zou plaatsvinden, zou de steun hiervoor toenemen. Dit raakt de kern van het standpunt van onze partij: niet tegen uitbreiding, maar vóór geleidelijke toetreding. De LPF heeft daarom tijdens het debat over de Top van Kopenhagen, ondanks het negatieve advies van de regering, alsnog een motie voor een volksraadpleging ingediend. De betrokkenheid van de burger dient bij zon ingrijpende beslissing maximaal te worden bevorderd.

Wat betreft de besluitvorming over het uitbreiden van de Europese Unie met 10 lidstaten tegelijk, kon de LPF slechts op een rijdende trein springen. Het enige dat nog kon gebeuren was de noodprocedures wat aanscherpen. Gebleken is namelijk, dat vele kandidaat-lidstaten nog kampen met serieuze problemen zoals corruptie en geringe voedselveiligheid. Ook de Europese Unie zelf is nog niet klaar voor de uitbreiding. De institutionele hervormingen, waaronder het Gemeenschappelijk Landbouw-beleid, zijn nog geenszins doorgevoerd. De LPF concludeert daarom dat noch de kandidaten, noch de Unie zelf, er klaar voor zijn.

Raadplegend referendum waarin burgers per land hun stem kunnen laten horen over toetreding.

We hebben de mensen zonder inspraak opgezadeld met de Euro. Laten we daarvan leren en deze

uitbreiding niet zonder inspraak realiseren. Ook andere Europese landen, zowel lidstaten als

kandidaat-lidstaten (Denemarken, Ierland, Slowakije) kregen hiertoe de mogelijkheid.

Een radicale hervorming van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid dient minimaal plaats te

vinden.

Handhaving van de criteria van het Stabiliteitspact.

Het rondpompen van geld moet stoppen.

De hoogte van de Nederlandse bijdrage aan de Europese begroting moet worden herzien.

Terugdringen van de Europese bureaucratie waardoor het draagvlak voor de Europa onder de

bevolking wordt vergroot.

Informatie aan de burger over Europa veel gerichter en interactiever laten plaatsvinden. Het is

belangrijk dagelijks te berichten welk belang Europa heeft voor de Nederlandse burger.

De criteria voor de toelating van nieuwe landen onverkort handhaven; met name de criteria t.a.v.

voedselveiligheid.

Nederlandse identiteit binnen de verscheidenheid van Europa benadrukken. Een Nederlander is

Nederlander, Europeaan en wereldburger. En wel in die volgorde.

Subsidiariteitsbeginsel strikt handhaven. Besluiten nemen op het juiste niveau.

Samenwerking in Benelux-verband intensiveren ter versterking van de positie van Nederland binnen

de EU.

In het kader van de besprekingen in de Europese Conventie er kritisch op toezien dat de macht binnen

de EU niet uitsluitend bij de grote landen komt te liggen en dat Nederland niet steeds minder te

vertellen zal krijgen.

Ontwikkelingen in Turkije kritisch volgen, zeker na de uitslag van de laatste verkiezingen aldaar,

waar de gematigde islamitische AKP de meerderheid behaalde. De LPF is daarom tegen het

nu al vaststellen van een datum voor toetreding van Turkije tot de EU.

De LPF is tegen het thans voorliggende voorstel voor invoering van een Europees aanhoudingsbevel.

Van verplichte uitlevering van eigen onderdanen kan niet zo maar sprake zijn.

Voorkomen moet worden dat nieuwkomers uit de toetredende landen hier banen gaan vervullen

waardoor Nederlanders werkeloos moeten toezien.

Defensie

Ook op het terrein van Defensie gelden voor de LPF de begrippen "zakelijk met een hart" en de "menselijke maat". Zakelijk, omdat het de hoogste tijd is voor een drastische hervorming van het gehele defensieapparaat. Teveel mensen zitten nu nog achter het bureau, in plaats van achter een wapen.

De LPF is overtuigd van het nut van de aangekondigde bezuinigingen op Defensie, maar heeft kritiek op het feit dat hieraan geen duidelijke, krijgsmachtbrede toekomstvisie ten grondslag ligt. Meer aandacht voor terrorismebestrijding in Nederland in plaats van operaties elders. Daarvoor is een verschuiving nodig naar meer inlichtingendiensten en meer aandacht voor aanvallen via communicatienetwerken en internet. Snelle en flexibele interventie en rampenbestrijding als gevolg van dijkdoorbraken door saboteurs, biologische en chemische aanvallen. Dat betekent ook minder traditionele troepen.

Zorgen voor een krijgsmachtbrede langetermijnvisie betreffende omvang, samenstelling, takenpakket

en ambitieniveau van ons leger; een en ander in nauw overleg met zowel de NAVO alsook de EU.

Een fundamentele reorganisatie van het defensieapparaat om de verlammende bureaucratie en de

onderlinge rivaliteit voorgoed te doen verdwijnen.

Het samenvoegen van bestaande, versnipperde officiersopleidingen tot één "joint" Defensie-

universiteit, gevestigd op één locatie. Uitgangspunt is te komen tot een nieuwe generatie officieren die

leren denken en samenwerken vanuit het belang van de gehele krijgsmacht in plaats van het eigen

onderdeel.

Strengere controle - inhoudelijk en financieel - op de aanschaf van nieuw en vaak peperduur

materieel. Voorkomen moet worden dat nieuw materieel niet of onvoldoende past in bovengenoemde

langetermijnvisie of veel duurder uitpakt dan aanvankelijk begroot. In dit proces is, als extra

waarborg, tijdens elke fase een belangrijke rol weggelegd voor onafhankelijke, objectieve experts en

instituten.

Om een in internationaal verband volwaardige en betrouwbare defensiepartner te blijven, alsmede een

professionele en voor de werknemers prettige werkgever, zijn verdere bezuinigingen uit den boze.

Aandacht en, waar nodig, verbetering van de leef- en werkomstandigheden van de militairen; in het

bijzonder diegenen die uitgezonden worden. Ook een goede nazorg is nodig.

Nederland mag zich niet langer verschuilen achter andere landen en hen het vuile werk laten

opknappen, door zijn militairen, met name de "special forces", uit te sluiten van de gevaarlijkste

missies, zoals het geval was in de Golfoorlog en in Afghanistan.

Versterking van de rol en positie van Defensie, de Marechaussee in het bijzonder, inzake

terrorismebestrijding.

Een grotere rol en waardering voor het werk van de Nationale Reserves.

Officiële rehabilitatie van de Dutchbatters, door te erkennen dat niet zij maar de Verenigde Naties

(VN), de Haagse politiek en de militaire top hoofdverantwoordelijk zijn voor het debacle rond

Srebrenica (uiteraard zijn de Bosnische Serviërs verantwoordelijk voor de genocide).

Ontwikkelingssamenwerking

De LPF pleit voor een herbezinning op ontwikkelingssamenwerking: meer marktwerking en minder hulp. Tijdens de begrotingsbehandeling van Buitenlandse Zaken voor 2003 pleitte de LPF voor meer effectiviteit in de ontwikkelingssamenwerking en voor het principe van eindigheid van de hulpverlening. Toetsing van de vele hulpprogrammas aan het criterium van eindigheid is noodzakelijk. De Nederlandse belastingbetaler heeft hier recht op.

Om de ontwikkeling van arme landen te stimuleren zal de regering zich meer moeten inzetten voor het bevorderen van open markten en in het bijzonder het wegnemen van barrières voor de toegang tot de Europese markt. Met het afschaffen van de landbouwsubsidies in de Europese Unie wordt de zelfredzaamheid van ontwikkelingslanden structureel bevorderd.

De LPF acht het ongewenst met de financiering van ontwikkelingssamenwerking verder te gaan dan de internationaal afgesproken norm van 0.7% van het BNP. In het beleid dient het accent meer te liggen op het stimuleren van economische ontwikkeling. Het bedrijfsleven dient meer te worden betrokken bij dit proces. Concreet stelt de LPF voor het huidige bedrag dat is gebaseerd op 0.8% van het BNP met ingang van 2004 te bevriezen totdat het niveau van 0.7% is bereikt.

Het niveau van uitgaven voor ontwikkelingssamenwerking handhaven volgens de Internationaal

afgesproken norm van 0.7% van het BNP.

De Nederlandse regering dient er bij onze Europese partners op aan te dringen zich eveneens aan deze

afspraak te houden. (Europees gemiddelde ligt nu op 0.33%).

De Nederlandse regering dient zich in Europees verband sterk te maken voor het afschaffen van

landbouwsubsidies en het wegnemen van barrières voor de toegang tot de Europese markt; meer

marktwerking, minder hulp.

Alle uitgaven op het terrein van ontwikkelingssamenwerking moeten kritisch worden bekeken op hun

effectiviteit.

Betrokkenheid van bedrijfsleven bij het ontwikkelingsproces dient meer te worden gestimuleerd.

Grotere armslag binnen het budget voor organisaties als bijvoorbeeld Project Uitzending Managers

(PUM).

Het Kabinet dient te streven naar behartiging van Nederlandse belangen, bevordering stabiliteit,

vrede, mensenrechten, goed bestuur en rechtvaardige verhoudingen en het bestrijden van armoede.

Het belang van de niet-gouvernementele organisaties (NGOs) wordt hierbij erkend.

Kritischer opstelling ten aanzien van NGOs: geen automatische verhoging van hiervoor uitgetrokken

budget.

Ontwikkelingssteun bieden aan landen van herkomst van migranten teneinde tegelijkertijd ook

immigratieprobleem aan te pakken.

Ruime steun voor de opvang van asielzoekers in de regio door extra steun aan de UNHCR.

Bevorderen van terugkeer van hier te lande verblijvende asielzoekers voor de opbouw van eigen land.

Volkshuisvesting

Het Nederlandse verbod op spreiding van bewoners naar afkomst en sociaal profiel maakt het woningbouwcorporaties vrijwel onmogelijk een redelijk spreidingsbeleid te voeren om zodoende de sociale structuur van een buurt en de daarin functionerende sociale netwerken niet te overbelasten.

Het resultaat is er inmiddels naar.

De steden moeten aantrekkelijk blijven om in te werken en te wonen. Daarvoor is een evenwichtige samenstelling van de bevolking in de wijken noodzakelijk. De steden mogen niet gedomineerd worden door niet-westerse culturen. Dat ondermijnt de democratie in de toekomst.

De LPF wil er alles aan doen om de situatie voor starters op de woningmarkt te verbeteren. Een koophuis is voor velen inmiddels niet meer bereikbaar en voor huurwoningen zijn er ellenlange wachtlijsten. Daarom moet de woningbouwproductie fors omhoog, onder andere door minder ingewikkelde regelgeving. Zowel in de koop- als de huursector is bevordering van de doorstroming essentieel, door middel van nieuwbouw en gerichte wetgeving. Ook moet misbruik van sociale huurwoningen krachtig worden bestreden. Om een te eenzijdige bevolkingssamenstelling in de grote steden tegen te gaan, streeft de LPF naar een veel gevarieerder woningaanbod. Om te voorkomen dat het verkeer straks volledig vastloopt, dienen wonen en werken zoveel mogelijk gebundeld te worden, daar waar mogelijk gecombineerd te worden met behulp van ICT-oplossingen.

Voortvarende aanpak van de woningnood. Het aantal woningen dat per jaar gebouwd wordt, moet

fors omhoog. De woningbouwproductie kan verhoogd worden door eenvoudiger regelgeving, minder

bureaucratie en het tegengaan van misbruik van inspraakmogelijkheden bij bouwplannen.

De woningnood moet ook bestreden worden door de doorstroming van goedkope naar duurdere

woningen te bevorderen. Hierdoor ontstaan kansen voor starters op de woningmarkt omdat de

goedkope huurwoningen niet bezet blijven door huurders met een te hoog inkomen (inmiddels 45%

van de sociale huursector!). Dit kan alleen bereikt worden met een doortastende aanpak: huurders van

een sociale huurwoning die veel te veel verdienen zullen dit via fiscale weg moeten voelen in hun

portemonnee. Alleen zo kan er echt iets opgelost worden. En het helpt om de huursubsidie betaalbaar

te houden.

Steden moeten aantrekkelijker worden voor mensen met midden- en hoge inkomens, dus bouwen

voor de markt. Voorkomen moet worden dat in de steden een te hoog aandeel van mensen met lage

inkomens ontstaat. Gemeenten moeten verplicht èn geholpen worden om hierin een actieve rol te

spelen.

Gemeenten en woningbouwcorporaties moeten worden gestimuleerd om een actief spreidingsbeleid

te voeren. Gettos moeten worden voorkomen.

Harde aanpak van misbruik van sociale huurwoningen (bestrijden van commerciële onderverhuur,

drugspanden en verhuur aan illegalen).

Tegengaan van ongewenste mobiliteitsgroei door het bundelen van wonen en werken. Nieuwbouw

uitsluitend op locaties waar de infrastructuur de verkeersstroom kan verwerken. Meer aandacht voor

ICT om wonen en werken te combineren.

Gemengde woonvormen voor gezinnen en grootouders laten ontwikkelingen.

Plattelandskernen moeten kunnen bouwen voor de eigen bevolkingsgroei, vestiging van economisch

niet-gebondenen moet worden ontmoedigd.

De kamernood bij studenten verdient veel meer aandacht van de politiek, zowel landelijk als

gemeentelijk. Studenten kunnen worden geholpen met speciale wetgeving ten behoeve van betaalbare

studentenhuisvesting, zoals "campuscontracten" voor nieuwe studentenflats, verruiming van de

Leegstandswet zodat leegstaande kantoorpanden geschikt kunnen worden gemaakt voor

studentenhuisvesting en huursubsidiemogelijkheden voor nieuw te bouwen studentenflats met

onzelfstandige woonruimte.

Studentenkamers mogen niet ten onrechte worden belast met gemeentelijke heffingen zoals het

gebruikersdeel van de onroerende zaakbelasting. De wettelijke mogelijkheid om deze belastingen via

de verhuurder in de huur te verwerken moet worden afgeschaft.

De uitvoering van de Wet Onroerende Zaakbelasting (WOZ) vereenvoudigen en doelmatiger maken.

De uitvoeringskosten zijn op dit moment te hoog door kosten van taxaties, extra registraties, bezwaren

en beroepen. Er moet een objectieve grondslag komen voor de berekening van de WOZ, bijvoorbeeld

door uit te gaan van reeds geregistreerde gegevens als oppervlaktegegevens van percelen en

afmetingen van gebouwen en bijvoorbeeld een prijsindexcijfer. De uitvoering zou ondergebracht

kunnen worden bij een centrale uitvoeringsorganisatie als de Belastingdienst. Dit kan bij elkaar een

forse besparing opleveren op de uitvoeringskosten.

De regels voor recreatiewoningen dienen zoveel mogelijk gelijkgetrokken te worden met die van

reguliere woningen. Natuurgebieden mogen niet het slachtoffer worden van ongewenste bebouwing.

Hypotheekverstrekking moet in betere verhouding staan met draagkracht. De LPF wil dat het

hypotheekregime tegemoet komt aan huidige en toekomstige probleemgevallen.

Aandacht voor misbruik door grondspeculatie en opstuwen van grondprijzen bij

bestemmingsplanwijzing.

Natuur en Milieu

Nederland is een zeer dichtbevolkt land en dat stelt hoge eisen aan de ruimtelijke ordening en het milieubeheer. De LPF wil zeer bewust met onze ruimte omgaan. De LPF is voor optimaal behoud van de natuur. Waar mogelijk moeten de natuurgebieden goed toegankelijk zijn.

Om zowel ons milieu te ontzien als de nodige ruimte te bieden voor ontwikkeling zullen keuzes moeten worden gemaakt. De LPF wil een pragmatische aanpak. Daarbij moet zoveel mogelijk aansluiting gezocht worden bij de Europese Wetgeving. Dit betekent dat Nederland niet altijd voorop hoeft te lopen. Nederland moet zich vooral concentreren op een rationeel milieubeleid. Dus zoveel mogelijk aansluiten bij Europese wetgeving. Goede bedoelingen zijn niet genoeg voor het behoud van natuur en milieu, milieubeleid zal vooral beoordeeld moeten worden op effectiviteit.

Strenge veiligheidseisen en handhaving hiervan ter inperking van de risicos op calamiteiten.

Nederland behoeft niet per definitie een strenger milieubeleid voeren dan de Europese

wetgeving aangeeft.

Jagers hebben een belangrijke rol bij het realiseren, monitoren en in standhouden van een

afwisselende en evenwichtige fauna. Ook het opkomen voor de belangen van de sportvisserij heeft

onze aandacht.

Energie

Een moderne economie zoals de onze stort volledig in als de energievoorziening stokt. Dat geldt niet alleen voor de beschikbaarheid van brandstoffen maar nog meer voor de elektriciteitsvoorziening. Elektriciteitsproductie en -distributie is de achilleshiel van onze economie en daarmee van onze welvaart.

Telewerken, een van de stokpaardjes van Pim Fortuyn, staat of valt met een betrouwbare elektriciteitsvoorziening. Wij willen geen toestanden zoals in de VS. De betrouwbaarheid van onze economische infrastructuur staat voorop. Het vergroten van de onafhankelijkheid en waarborgen van de continuïteit van de energievoorziening is hoogst noodzakelijk.

Bestaande kerncentrales zo lang mogelijk openhouden om kapitaalvernietiging te voorkomen.

Stimuleren van alternatieve energiebronnen.

De grote kolengestookte energiecentrales en de snel opstartende en zeer snel in te regelen olie- en

aardgasgestookte centrales moeten weer onder overheidstoezicht komen.

Als we goedkoper olie stoken dan aardgas, stoken we olie en bewaren we ons aardgas voor later zodat

deze zeer schone en makkelijk te distribueren energiedrager ook voor de langere termijn beschikbaar

blijft voor huishoudens zonder dat we over moeten gaan tot import.

Het elektriciteit- en gasdistributienetwerk onder overheidstoezicht houden.

Het Kyotoverdrag kritisch onder de loep nemen daar de aankoop van CO2-emissierechten niets meer

of minder is dan een verkapte vorm van ontwikkelingshulp. Als we zo graag willen helpen, doe het

dan rechtstreeks en zonder flauwekul.

Verkeer en Vervoer

De bereikbaarheid in Nederland is zwaar in de klem gekomen, de automobiliteit groeit ons boven het hoofd, terwijl het openbaar vervoer niet aan zijn taak kan voldoen. Dit terwijl goede bereikbaarheid een levensvoorwaarde is voor een gezonde economie. Goede bereikbaarheid is afhankelijk van goede infrastructuur (wegen, vaarwegen en spoorwegen).

De LPF wil zich dan ook inzetten voor een inhaalslag voor deze infrastructuur en het zo spoedig wegnemen van knelpunten, waarvoor de huidige LPF-minister van Verkeer en Waterstaat reeds een goede aanzet heeft gegeven. Voor het openbaar vervoer geldt dat eerst het huidige systeem goed moet gaan functioneren (vlot, betrouwbaar, want frequent beschikbaar en vooral veilig) voordat investeringen in nieuwe vormen worden gedaan.

Een trendbreuk is nodig: niet meer autootje pesten maar doorstroming bevorderen. Het devies is: bouwen, benutten en dan pas beprijzen.

De LPF zoekt naar meer creatieve oplossingen voor het fileprobleem. Voorbeelden zijn wegen boven elkaar, vervoers- en filemanagement, regionale wegennet verbeteren en optimaliseren op- en afritten in hoofd- en regionaal wegennet. Ook moet gezocht worden naar alternatieven zoals meer wonen bij het werk (volkshuisvesting, bedrijfslocaties), ICT-toepassingen (telewerken, ICT-paviljoens).

Flitspalen weg, in plaats daarvan trajectcontroles.

Knelpunten hoofdwegennet zo spoedig mogelijk wegnemen. Extra rijstroken en ontbrekende stukken

aanleggen.

Openbaar vervoer weer veilig en betrouwbaar voor de burger.

OV-jaarkaart voor studenten weer voor de hele week geldig.

De LPF wil een discussie op gang brengen of het openbaar vervoer met een ander financieringsstelsel

voor iedereen gratis kan worden aangeboden als middel tegen files. Eerst bestaande infrastructuur en

openbaar vervoer op orde dan pas nieuwe systemen, geen nieuwe grote infrastructurele werken.

Megablunders moeten worden voorkomen door betere besluitvorming.

Geen autootje pesten, belasting op personen- en motorvoertuigen (BPM) harmoniseren met Europa,

dieselstraf voor zuinige, milieuvriendelijke diesels moet verdwijnen.

Doelmatiger gebruik van parkeerruimte door visgraatparkeren.

Wonen bij werk en vervoersmanagement bevorderen.

OV overdag bezetting optimaler. 65-plussers vrij openbaar vervoer in de regio, buiten de spits.

Puntenrijbewijs met progressief boetesysteem. Geen boetes voor sporadische, lichte overtredingen.

Doorstroming moet worden bevorderd: groene golven, 20 % minder stoplichten, afwikkelen verkeer

stad in en uit. Onderliggend wegennet is hier van groot belang.

Gebruik van al of niet gemotoriseerde tweewielers in woon-werkverkeer wordt bevorderd.

Stoppen van aanleg Betuwelijn bij exploitatietekort.

Problematiek wegenstructuur Rotterdam Noord (A4, A13, A16, Veilingroute/Oranjetunnel) en A2

z.s.m. oplossen.

Voortgang onderzoek naar verplaatsing Schiphol naar Noordzee of tweede Maasvlakte.

Schiphol niet privatiseren.

NS doorlichten. Ontprivatiseren is hierbij nadrukkelijk ook een optie.

Snelle treinverbinding naar het Noorden.

Bestuurders van voertuigen die door een bewuste verkeersovertreding een ongeluk veroorzaken

waarna een file ontstaat, worden altijd vervolgd.

Wegwerken achterstallig onderhoud vaarwegen en achterstand vaarwegvoorzieningen, mede ter

bevordering van deze milieuvriendelijke wijze van goederentransport.

Kans op wateroverlast en overstromingen rivierengebieden bestrijden, met als prioriteit de

riviergebieden.

Landbouw en Visserij

In de visie van de LPF vindt de primaire voedselproductie plaats op goed geoutilleerde gezinsbedrijven op het platteland, waar boeren- en tuindersgezinnen hun inkomen halen onder productieomstandigheden, die voor alle EU-landen gelijk zijn. Dus gelijke uitgangspunten op gebied van o.a. voedselveiligheid, dierenwelzijn, mineralenaanwending en gewasbeschermingsmiddelen. Dit geldt ook voor de visserij.

De opbrengstprijzen dienen tot stand te komen via vraag en aanbod op de markt. Boeren en tuinders zijn als geen ander in staat zijn de aardbol goed en afwisselend te stofferen. De LPF is van mening, dat dit ook zoveel mogelijk dient te gebeuren door boeren en tuinders en tevens tegen een goede beloning. Op het platteland moeten voldoende en betaalbare woningen en andere voorzieningen gebouwd worden voor de eigen bevolking, zodat het platteland leefbaar blijft.

De overheid is er ten dienste van de burger, dus ook ten dienste van de boer, tuinder en visser en zijn gezin. M.b.t. de land- en tuinbouw en de visserij betekent dit dat de administratieve lastendruk drastisch dient af te nemen. Zij hebben er absoluut geen behoefte aan om enkele uren per dag achter het bureau door te brengen.

Inkomen komt primair uit de markt.

Productie-uitgangspunten zijn voor alle EU-landen gelijk.

Volledige afbouw van landbouwsubsidies voor overschotproductie en op termijn loskoppeling van

steun aan landbouw en steun aan productie.

Boeren, tuinders en vissers produceren veilig voedsel: schaalvergroting gaat door, warme sanering

voor diegenen, die moeten "afhaken".

Kritisch opstellen ten aanzien van grondaankopen door de overheid.

Boeren en tuinders belonen voor hun rol van "aardbolstoffeerder".

Instellen van onderzoek naar de mogelijkheden van bedrijfsovername door jonge agrariërs.

Rechtvaardig, doeltreffend en eenvoudig mineralenbeleid.

Het EU non-vaccinatiebeleid herzien.

Administratieve lastendruk drastisch verminderen.

Harmoniseren van regels, zoals omgang met gewasmiddelen bestrijding vanuit oogpunt van

milieu en arbeid.

Kleine kernen op het platteland leefbaar houden.

Preventief ruimen van dieren voorkomen door maatregelen waarbij volksgezondheid niet in gevaar

komt.

Financiën

De rijksoverheid dient bij de opstelling van de begroting vast te houden aan een evenwichtig beleid gebaseerd op de Zalmnorm. Om extra financiële ruimte voor nieuw beleid te creëren, zal uitvoering moeten worden gegeven aan de motie van de LPF om d.m.v. een zoeklichtactie "Niets meer over de Balk" alle rijkstaken tegen het licht te houden en te onderzoeken op nut en offer. Hierdoor kunnen enorme efficiencybesparingen worden verkregen.

Tevens zullen de 505 subsidieregelingen van 17,5 miljard euro (!) per jaar op nut, noodzaak en eventueel misbruik of oneigenlijk gebruik moeten worden onderzocht en zonodig worden stopgezet, waarbij misbruik dient te worden bestraft.

De LPF plaatst de maatschappelijke acceptatie van belastingen en het beoogde doel centraal bij nieuwe en bestaande belastingwetgeving. Het belastingstelsel dient dan ook te worden opgeschoond van de inflatiebevorderende en lastenverhogende belastingen zoals te hoge BTW, te hoge overdrachtsbelasting, kapitaalsbelasting, ecotaks en te hoge belastingen door lagere overheden. Daarnaast dient ons belastingstelsel beter te worden afgestemd op andere EU-landen. De LPF gaat bij de belasting- en premiedrukverdeling uit van de solidariteitsgedachte en daarmee tevens van het draagkrachtbeginsel. De sterkste schouders zullen de zwaarste lasten dragen, maar wel op een maatschappelijk verantwoorde wijze. Daarbij worden de armoedevalslachtoffers ontzien, de gepensioneerden zonodig geholpen met specifieke fiscale zorg voor senioren, het ondernemersklimaat fiscaal gestimuleerd, de eigen woningbezitters gesteund en moet het lonend en aantrekkelijk zijn voor de burger om te werken in plaats van een uitkering te genieten.

De LPF is voorstander van uitbetaling van alle subsidies via één loket. Hiervoor is een motie van de LPF in de Tweede Kamer aangenomen die er toe moet leiden dat er een betere service ontstaat naar de burger en er minder bureaucratie is, er een beter zicht op de armoedeval komt en fraude wordt voorkomen.

Alle overheidstaken en subsidies doorlichten op efficiëntie en doelmatigheid.

Bestrijding inflatie, handhaving koopkracht.

Waardevaste pensioenen.

Vasthouden aan een strikt begrotingsbeleid.

Vereenvoudiging en opschoning belastingstelsel, waarbij maatschappelijke acceptatie centraal

dient te staan.

Het ondernemersklimaat stimuleren.

Volledige aftrek hypotheekrente bij eigen woningbezit.

Het kwartje van Kok terug aan de pomp.

De sterkste schouders dragen de zwaarste lasten.

Staatsschuld aflossen in 30 jaar. Eventuele restschuld van 10 % kan, afhankelijk van de conjunctuur,

blijven staan. Extra meevallers benutten voor extra aflossingen.

Alle subsidieverstrekkingen dienen via één loket plaats te vinden.

Financiële paragraaf behorende bij het verkiezingsprogramma van de Lijst Pim Fortuyn (LPF) voor de periode 2004 - 2007 (bedragen aangegeven in miljoenen euro's)
Bezuinigingen cq ombuigingen Totaal 2004 2005 2006 2007
1. minder ambtenaren rijk zonder gedwongen ontslagen 400 3. minder ambtenaren gemeente- en provincie 370 5. beperken inhuren interimmanagement 250
7. privatiseren gevangenissen 200 50 50 50 50
9. minder administratieve lasten 300
11. stoppen aanleg Betuweroute (exploitatietekort) 400 100 100 100 100 13. efficiencykorting subsidies 7000 1750 1750 1750 1750 15. budget ontwikkelingssamenwerking verlagen 4000 1000 1000 1000 1000 17. integratiebudget verlagen 2000 500 500 500 500 19. efficiënter aankoop- en aanbestedingsbeleid 4000 1000 1000 1000 1000
Totaal 18920
Extra uitgaven

2. economische terugval cq begrotingstekort bestrijden 10000 2500 2500 2500 2500
4. meer (salaris) verplegers, leraren, agenten - uitvoerend 1000 250 250 250 250
6. ICT-initiatieven voor verlaging administratieve lasten 250 62,5 62,5 62,5 62,5
8. ICT-initiatieven voor burgers actief betrekken bij planvorming 300 75 75 75 75
10. prestatiebeloning ambtenaren 375 93,75 93,75 93,75 93,75 12. doorlichten wet- en regelgeving door 1e Kamer 25 6,25 6,25 6,25 6,25
14. gratis OV-streekvervoer 65+ buiten spits 200 50 50 50 50 16. OV-studentenjaarkaart voor gehele week 120 30 30 30 30 18. extra voor rechtbanken/gevangenissen/meer agenten 1200 300 300 300 300
20. aanpakken wachtlijsten/verkleinen klassen/meer leerkrachten 500 125 125 125 125
22. milieuvriendelijke auto's & rijden op gas/diesel minder belasten 200 50 50 50 50
24. armoedeval bestrijden, verhogen arbeidskorting 1250 312,5 312,5 312,5 312,5
26. lastenverlichting burgers en bedrijfsleven 2000 500 500 500 500 28. wetenschap- en technologiebeleid (innovatie) 500 125 125 125 125 30. Reserve onvoorzien 1000
Totaal 18920

Toelichting op de financiële paragraaf van de Lijst Pim Fortuyn 2004 - 2007

Bezuinigingen cq ombuigingen

Het betreft hier een personeelsstop via natuurlijk verloop. (zie aanvalsplan bureaucratie van de LPF)

Hier eveneens een personeelsstop via natuurlijk verloop; korting vindt plaats via de Algemene Uitkering van

het Gemeente- en Provinciefonds. (zie aanvalsplan bureaucratie van de LPF)

Afbouwen van interim-management bij diverse departementen ( idem )

Volgens het NEI augustus 2001 kan via privatisering hierop 50 milj. per jaar worden bespaard.

Volgens commissie Linschoten (ACTAL) is hierop een besparing mogelijk van 300 milj. mogelijk.

Exploitatieoverdracht van Betuweroute aan derden levert een besparing van 100 milj. per jaar.

Besparing van 10% op huidige 505 subsidieregelingen levert 1.750 milj. per jaar op.

I.v.m. economische terugval dit budget verlagen van 0,8% naar 0,6% BNP.

Integratiebudget verlagen van 1,5 mld. naar 1 mld. i.v.m. inefficiënte/ondoelmatige besteding.

Volgens de uitkomst van de Bouwenquete is hierop een besparing mogelijk van 1 mld. per jaar.

Extra uitgaven

Ter dekking van het extra begrotingstekort is rekening gehouden met een bedrag van 2,5 mld. per jaar

Het betreft hier een extra salarisimpuls voor uitvoerend personeel.

Meer on-line verbinding en afstemming van overheidsadministraties voorkomt dubbele administraties

Burgers actief betrekken bij overheidsplannen voorkomt kostbare- en tijdrovende bezwaarschriftprocedures.

Beloning naar prestatie dient - net als in het bedrijfsleven - ook bij ambtenaren van toepassing te zijn.

De Eerste Kamer kan actief betrokken worden bij het verminderen van wet- en regelgeving

Betere bezetting van openbaar vervoer buiten de spitsuren door verstrekking gratis OV voor 65+.

Studenten krijgen de mogelijkheid om de volle week gebruik te kunnen maken van gratis OV.

Wegwerken van capaciteitstekort bij rechtbanken, gevangeniswezen en politie.

Wegwerken wachtlijsten, kleinere klassen en meer leerkrachten.

Stimulering van het milieuvriendelijk rijden (gas & diesel); verlaging houderschapsbelasting.

Werken moet worden gestimuleerd t.o.v. niet-werken.

Economische impuls t.b.v. burgers en bedrijfsleven d.m.v. lastenverlichting.

Stimulering van wetenschap en technologie in onderwijs en bedrijfsleven.

Deze reserve is bestemd om tegenvallers te kunnen opvangen.

Noot:

Bij de opstelling van deze financiële paragraaf is nog geen rekening gehouden met de uitkomsten van

de "zoeklichtaktie"(doorlichting overheidstaken) die de komende jaren zal leiden tot financiële meevallers.

Ook is nog geen rekening gehouden met loonmatiging. Tevens is ook nog geen rekening gehouden met de

inverdieneffecten van huisvesting- en apparaatskosten bij het verkleinen van het ambtelijk apparaat.

At your Service!