CBS

Consumptiegroei in oktober 1,9 procent

In oktober 2002 is de binnenlandse consumptie voor prijsveranderingen gecorrigeerd 1,9 procent groter dan in dezelfde periode een jaar eerder. Dit cijfer is positief beïnvloed door een gunstiger koopdagenpatroon dan in oktober 2001. Als hiermee rekening wordt gehouden, past de ontwikkeling in het beeld van een stabiele maar gematigde consumptiegroei zoals dat al bijna twee jaar te zien is. Dit blijkt uit cijfers van het CBS.

Vooral kleding in trek
In oktober 2002 is voor prijsveranderingen gecorrigeerd 4,1 procent meer besteed aan duurzame goederen dan een jaar eerder. Bij deze consumptiecategorie is dit de hoogste volumestijging die tot nu toe over 2002 gemeten is. Vooral de bestedingen aan kleding en textiel zijn duidelijk hoger dan een jaar eerder (10,2 procent). Ook huishoudelijke apparaten en vervoermiddelen zijn deze maand gewild. Bij andere artikelgroepen is het volume van de bestedingen juist kleiner dan een jaar eerder. Zo liggen de bestedingen aan woninginrichting meer dan 9 procent onder het niveau van oktober 2001 en die aan huishoudelijke artikelen ruim 3 procent. De consumptie van voedings- en genotmiddelen is in oktober 2002 met 3,7 procent toegenomen.

Groei bestedingen aan diensten vlakt af
De bestedingen aan diensten zijn gecorrigeerd voor prijsveranderingen maar weinig gegroeid (0,2 procent) in oktober 2002. Gerekend over de eerste tien maanden van 2002 bedraagt de volumegroei van de bestedingen aan diensten 0,7 procent. In deze periode is in de horeca en aan financiële en zakelijke diensten, na correctie voor prijsveranderingen, minder uitgegeven dan in de eerste tien maanden van 2001.

Technische toelichting
Dit persbericht beschrijft de ontwikkeling van de binnenlandse Consumptie door huishoudens (inclusief IZWh). In de conjunctuurberichtgeving van het CBS staat deze benadering centraal. Naast deze cijfers zijn ook maandelijkse gegevens beschikbaar over de ontwikkeling van de Werkelijke Individuele Consumptie. Die cijfers vindt u samen met de Consumptie door huishoudens in de CBS-databank Statline. (De uitkomsten over oktober zijn daar vanaf 10 januari zichtbaar.) Het verschil tussen beide reeksen wordt gevormd door de overheidsuitgaven waar huishoudens wel van profiteren maar niet rechtstreeks zelf voor betalen, zoals kosten voor medische zorg en onderwijs. Deze bestedingen zijn niet inbegrepen in de consumptie door huishoudens maar maken wèl deel uit van het ruimere, meer welvaartgerichte begrip werkelijke individuele consumptie. De Consumptie door huishoudens omvat naast alle bestedingen aan goederen en diensten waarvoor huishoudens zelf betalen ook een relatief klein bedrag aan consumptie van Instellingen Zonder Winstoogmerk, werkzaam ten behoeve van huishoudens (IZWh). Hieronder vallen bijvoorbeeld sportverenigingen, vakbonden en organisaties op religieuze grondslag. Zij financieren hun activiteiten hoofdzakelijk uit contributies van leden en donaties van sympathisanten. De binnenlandse consumptieve bestedingen zijn verdeeld in vier hoofdcategorieën: voedings- en genotmiddelen (in 2001 aandeel 14%), duurzame goederen (22%), overige goederen (14%) en diensten (50%). Het gaat bij de binnenlandse consumptie om de uitgaven op Nederlands grondgebied: dus ook de uitgaven van buitenlandse ingezetenen in Nederland. De uitgaven van Nederlandse ingezetenen in het buitenland zijn niet in dit cijfer opgenomen. Het in de tabel opgenomen begrip 'nationale consumptie' bevat in tegenstelling tot de term 'binnenlandse consumptie' wel de bestedingen van Nederlandse ingezetenen in het buitenland, maar niet de uitgaven van buitenlandse ingezetenen in Nederland. De groeicijfers zijn steeds gebaseerd op een vergelijking met de overeenkomstige periode een jaar eerder. De volumemutaties zijn voor prijsveranderingen gecorrigeerd. Voor het berekenen van de prijsontwikkeling is gebruik gemaakt van het basismateriaal van de consumentenprijsindex (CPI) van het CBS. Weersomstandigheden en de samenstelling van de koopdagen kunnen van invloed zijn op de uitkomsten van de maandcijfers. Zo wordt op een vrijdag of zaterdag meer uitgegeven dan op een maandag of dinsdag. Voor deze effecten is niet gecorrigeerd.

Deze macro-economische consumptiecijfers sluiten aan bij de uitkomsten van de Nationale rekeningen 2001 en de bijbehorende reguliere Kwartaal- rekeningen. De uitkomsten voldoen aan de internationale richtlijnen voor het samenstellen van Nationale rekeningen (ESR'95).

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met de persdienst van het CBS. Tel. (070) 337 58 16 Fax (070) 337 59 71 E-mail: persdienst@cbs.nl

PB03-002
9 januari 2003
9.30 uur
Centraal Bureau voor de Statistiek